Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

donderdag 31 mei 2012

Meerkoet

Meerkoet in:
C. Nozeman, M. Houttuyn, C. Sepp, J.C. Sepp:
Nederlandsche vogelen volgens hunne huishouding, aert en eigenschappen beschreeven
KOD 041 G 01
Fulica, of Koet, Meyrkoet

Waar water is daar vind je de meerkoet, of zoals Nozeman het zegt:
"Overal in ons land, daer plassen, poelen, molenboezems, en vlieten zyn, treft men Meyrkoeten aen, meermaelen by winterdag zoowel als in den zomer. 'T zyn vogels die niet zeer geschikt schynen tot het afleggen van groote reizen, en zy vliegen in hunne verblyfplaetsen, meestal, van de eene plek naer de andere, half flodderende over de oppervlakte van het water." Over dit laatste aspect denkt men tegenwoordig anders, zoals op de site van de Vogelbescherming te lezen is:
"Meerkoeten die in Nederland broeden, brengen de winter meestal ook in Nederland door. Vogels uit noordelijker streken ontpoppen zich meer als trekvogels en reizen heen en weer naar Midden- en Zuid-Europa om te overwinteren."

De Etymologiebank geeft de volgende uitleg over de herkomst van het woord Meerkoet. 'Meer' verwijst naar het biotoop van deze watervogel. 'Koet', afgeleid van 'koeteren' (onduidelijk praten), zou verwijzen naar het geluid dat de vogel maakt. Zoals op genoemde site te lezen is zijn daarnaast vele andere namen in omloop. De wetenschappelijk naam, Fulica atra, betekent witvlek.

Nozeman vindt het nuttige vogels:
"Voor menschelyk gebruik zyn zy geen' onnutte vogels. Sommigen onzer Veenlieden en anderen maeken 'er eene lekkerny van. Zy villen ze, en eeten ze gestoofd, of gebraeden gelyk Eendenbout. Ook zyn de Meyrkoeten-Eijeren inderdaed zoo goed als Eenden-Eijeren."
En ze hebben een weersvoorspelende gave:
"Onze Veenlieden hebben eene door ondervinding bekrachtigde waerneeming, dat het blaezend geschreeuw dezer vogelen, in den ochtenstond, ruuw weder, of koude voorspelt."
Opletten dus de volgende keer dat u een meerkoetje hoort roepen.

Vindplaats: KOD 041G 01

dinsdag 22 mei 2012

Dag van het Kasteel, 28 mei 2012

Van Kasteel tot Buitenplaats, het monument in ontwikkeling

Het thema van de Dag van het Kasteel is gerelateerd aan het Jaar van de Historische Buitenplaats, namelijk 'Van Kasteel tot Buitenplaats, het monument in ontwikkeling'.

Heeft u ïnteresse in de ontwikkelingen die in de loop der tijden hebben plaatsgevonden in de overgang van kasteel naar buitenplaats in Noord-Brabant? Kom dan op Tweede Pinksterdag, maandag 28 mei, naar een van de deelnemende kastelen in onze provincie. 

Twee kastelen waar veel te doen en te zien is, zijn: het kasteel van Breda en kasteel Heeze in Heeze.
 Het Kasteel met parade, de huidige Koninklijke Militaire Academie, uitgegeven door JosPe,
prentbriefkaart 
Kasteel Heeze, fotograaf Jan Bijnen,
prentbriefkaart
Overige deelnemers van dit jaar in Noord-Brabant zijn: de Ruïne van Asten in Asten, kasteel Bouvigne in Breda, Kasteelmuseum Boxmeer in Boxmeer, Museum Ceuclum te Cuijk, kasteel Dussen, kasteel Geldrop, kasteel Heeswijk, kasteel Helmond, kasteel Henkenshage in St. Oedenrode, kasteel Seldensate in Berlicum,St. Catharinadal in Oosterhout, kasteel Tongelaer in Mill en de Wouwse Plantage te Wouw. De activiteiten per kasteel vindt u op de website van de Nederlandse Kastelenstichting onder de rubriek Dag van het Kasteel 2012.

Wilt u meer lezen over kastelen? Neem eens een kijkje in onze collectie. Voor meer beeldmateriaal over dit onderwerp, kijk in de Topografisch Historische Atlas.

maandag 21 mei 2012

Tijdschrift 'Helmonds Heem'

Dit tijdschrift is een uitgave van Heemkundekring Helmond-Peelland. Voor het cultuurhistorisch erfgoed in de vorm van gebruiken, taal, gebouwen of historische voorwerpen bestaat steeds meer belangstelling. Tegelijkertijd dreigt er iedere dag veel cultuurgoed verloren te gaan. De Heemkundekring Helmond-Peelland  tracht dit erfgoed te bewaken en te bewaren voor de toekomst, zodat iedereen hiermee kennis kan maken. Zij zet zich hier al meer dan zestig jaar voor in.
De Heemkundekring Helmond-Peelland werd opgericht op 24 mei 1948. Enkele malen per jaar verschijnt haar tijdschrift 'Helmonds Heem'. Elk nummer bevat artikelen over de geschiedenis van Helmond. De schrijvers van deze artikelen worden zowel binnen als buiten het ledenbestand gevonden. Ook worden diverse andere publicaties door het jaar heen uitgegeven. Via het tijdschrift 'Helmonds Heem' worden de leden op de hoogte gehouden van de activiteiten van de vereniging.
Kijk hier en bekijk het laatste nummer digitaal. Met o.a. artikelen over 't Speelhuis, historische keldergewelven onder winkelpand Markt en een kousenfabrikant met een bizar humeur. U kunt het tijdschrift ook raadplegen bij de Brabant-Collectie.
Vindplaats: T 07460.

donderdag 17 mei 2012

Boomkruiper

Boomkruiper in:
C. Nozeman, M. Houttuyn, C. Sepp, J.C. Sepp:
Nederlandsche vogelen volgens hunne huishouding, aert en eigenschappen beschreeven
KOD 041 G 01
Certhia, het Boomkruipertje

De boomklever, Certhia brachydactyla, is met zijn bruine, gevlekte rug een goed gecamoufleerd vogeltje. Met name in het broedseizoen is hij niet zo makkelijk te zien. Zijn Latijnse naam betekent: korttenige Certhia (naar de oude Griekse vogelnaam die ook Nozeman gebruikt). Zijn Nederlandse naam dankt hij aan de manier waarop hij spiraalsgewijs langs een boomstam omhoog hipt, zoekend naar insecten. Of zoals Nozeman het omschrijft:
"Zy vliegen naementlyk van boom tot boom; zy klauteren denzelven van onderen op, met eenen stootenden of hippelenden voortgang; zy weeten, naer 't hun te pas komt, schuins, of recht naer beneden, te zwenken met eene verwonderlyke vaerdigheid; zy kunnen de dikkere armen van 't geboomte met het zelfde gemak bewandelen onderst boven hangende, waermede zy dezelven rechtop beklauteren; zy ondersteunen zig, in 't klimmen en werken, eveneens als de Spechten met hunne scherpe nagelen, en met hunne juist aleens gefatzoeneerde en stevigpuntige Staertpennen. Zy speuren in de schorsreeten en moschkorsten der ruuwbastige boomen de Insekten en derzelver Eijernesten op; en zy leeven van dat aes."

Voedsel is ruimschoots aanwezig voor de boomkruiper en het is dan ook een algemeen voorkomende vogel. Nozeman schrijft:
"In alle jaergetyden, by winterdag zoowel als in den zomer, ontmoet men hier te lande deeze Vogeltjens. Geen wonder. Aen de basten van ons geboomte schuilt altoos, het geheele jaer door, voorraed genoeg of van bloedelooze diertjens, of van insekteneijeren, uit dewelke zy hun leevens onderhoud vinden kunnen. Binnen onze steden, wier straeten of grachten met boomen versierd zyn, vindt men de Boomkruipertjens even overvloedig als op het Land in de bosschen, en hier van mag het koomen, dat zy veel minder schuuw zyn voor menschen, dan wel ander, meer buiten af zwervend, klein gevogelte."

Ook al is het geen opvallende verschijning, Nozeman heeft duidelijk een zwak voor de boomkruiper:
"In schoonheid van sterk afsteekende of schitterende koleuren kan men deeze vogeltjens wel niet by onze fraeisten tellen; maer echter in zindelyke netheid  van tekening hunner vederen doen zy voor geenen Vaderlandschen vogel onder."

Vindplaats: KOD 041 G 01

dinsdag 15 mei 2012

Rondleiding dispuutsleden 'Old Scratch'

Zaterdagmiddag 12 mei 2012 brachten leden van het dispuut 'Old Scratch' in het kader van hun dispuutsfeest 2012 een bezoek aan de Brabant-Collectie.

Leden van het dispuut 'Old Scratch' in gesprek met Jos Kuijlen
Na een inleiding en presentatie over Tilburg University van Stephanie Staats, Alumni Officer,  zette de groep van 22 dispuutsleden koers naar het bibliotheekgebouw voor een rondleiding door de moderne universiteitsbibliotheek. De verschillende niveau's met de nieuwe inrichting en voorzieningen werden bezichtigd. Jos Kuijlen, bibliothecaris, gaf  een introductie over de Brabant-Collectie. Tijdens de rondleiding werd onder meer stilgestaan bij het deel van de Brabant-Collectie dat in de open opstelling staat, te weten de tijdschriften (heemkundebladen en historische tijdschriften), raadpleegpc's voor gebruikers van de Brabant-Collectie, boeken (collecties Brabantica, Nederlandse Geschiedenis en Geschiedenis) en de kranten op microfiches. De rondleiding zou niet compleet zijn geweest zonder het tonen van de nodige schatten uit de Topografisch Historische Atlas en de kluis.

maandag 7 mei 2012

Officiersatlas verworven


Officiersatlasjes waren bedoeld om mee te nemen op veldtochten voor het gemak van officieren in dienst van het leger van koningen of andere landsbestuurders. Onlangs verwierf de Brabant-Collectie een dergelijk officiersatlasje van 23,2 x 16,1 cm.  De titel is Comté d'Hollande, seigneurie d'Utrecht, comtés de Zelande, de Zutphen; et duché de Brabant &c. Dressés sur les mémoires faits par ordre des Estats Généraux et augmentés sur les observations nouvelles. Se vend à Paris chez Crepy, 1748.

Titelpagina. Vindplaats: KOD 023 C 21
J.L. Bovet tekende de kaart, waarna Etienne Louis Crepy (ca. 1700-1759), graveur en uitgever te Parijs, de kaart graveerde. De atlas bestaat uit een overzichtsblad, een titelpagina (genummerd 1) en 35 in koperdiepdruk gegraveerde kaartbladen (genummerd 2 t/m 36). Het formaat van de koperplaat is 21,5 x 19,5 cm.

'Nieuwe kaart'. Vindplaats: KOD 023 C 21

Ons exemplaar (vindplaats: KOD 023 C 21) is ingebonden in bruin - met donkere vlekken versierd - kalfsleer. Het atlasje is intensief gebruikt. Het leer op de hoeken van de band is weggesleten. De overzichtskaart geeft veel extra informatie. De atlas is gemaakt voor de officieren van de Franse Koning Lodewijk XV. Het boekje was te koop als ‘livre portatif dans la poche’, een boekje dat in je binnenzak kon worden gestopt. Omdat alle kaartbladen dezelfde schaal hebben, kun je ze tot een geheel maken. De publicatie kon dus in verschillende vormen worden gebruikt. Zo kon men op basis van het voorbeeld alle kaarten aan elkaar plakken, waardoor er een grote kaart ontstond met een formaat van ongeveer 135 x 125 cm., voorzien van een zeer fraaie windroos.

Lees meer over dit onderwerp in de nieuwsbrief.

De windroos. Vindplaats: KOD  023 C 21

donderdag 3 mei 2012

Woudaap


Woudaap in:
C. Nozeman, M. Houttuyn, C. Sepp, J.C. Sepp:
Nederlandsche vogelen volgens hunne huishouding, aert en eigenschappen beschreeven
KOD 041 G 01
Ardeola, of Woffer, Houtpitoortje, Woudhopje

Voor deze vogel zijn, zoals Nozeman's titel ook aangeeft, al eeuwen lang allerlei naamgevingen in zwang. Hij schrijft:
"By verbastering van deezen laesten Nederduitschen naem hebben veelen den Vogel het Woudaepje geheeten; en de boeren zeggen Woudop. Sommige Liefhebbers noemen hem, in onderscheiding van den Roerdomp, het Houtpitoortje, omdat hy, ('t welk de andere Pitoors niet zyn gewoon te doen,) in het hout, der afgelegene griendten naementlyk of moerassen, zig ophoudt, en niet, gelyk de gemeene Pitoors, plat op den grond tusschen het riet, maer tusschen de takken van het Waertreis en op den kop van een of anderen Wilgenstoof kort boven den grond zyn nest maekt. Sommige vogels hebben hunne naemen ontfangen uit de Geluiden, welken hen by uitstek eigen waren; en zoo wordt insgelyks, in eenige plaetsen, ons tegenwoordig voorwerp niet ten onrechte Woffer genaemd, van wegens het eenig geluid welk het zelve maekt, en het welk vry net wordt uitgedrukt door Wof, Wof."
De Latijnse naam, Ixobrychus minutes, betekent: zeer kleine harskleurige bruller. In de hedendaagse Nederlandstalige naam verwijst 'Woud' naar het riet waarin deze vogel leeft en 'aap' naar de handige manier waarop hij langs de rietstengels klautert. Of zoals Nozeman het zegt: "Zy zyn middelmaetige vliegers; maer geen kat, geen bonsem [bunzing, red.] of rat, kan vaerdiger klauteren dan zy, op en door digte takken."

De Woudaap, die behoort tot de Reigerachtigen, is een kleine moerasvogel die leeft van vissen, amfibieën en insekten. Het is, zoals Nozenam zegt, "een bykans ontoeganglyk-schuwe vogel" en ook hem kostte het veel moeite de vogel te ontdekken. Door het verdwijnen van rietvelden en de toegenomen verstoring is de Woudaap in Nederland tegenwoordig een zeldzame vogel.

Maar ook in Nozeman's tijd was de Woudaap geen algemene voorkomende vogel. Hij schrijft:
"Hoe komt het, dat deeze Vogels niet gemeener zyn, dewyl zy 5, en somtyds 6 Eijeren broeden? Daer zy zig onthouden, zyn ook gemeenlyk Bonsems. Deezen vernielen dikwerf de Eijeren, de kiekens, en de ouden. Loopen zy al van dit verslindend gedierte vry; dan worden zy bestookt van de Waterratten; zulks het zeldzaem gebeurt, dat de Woffers een geheel broed tot volkomenheid brengen."

Vindplaats: KOD 041 G 01