Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

donderdag 29 maart 2012

Bijeenkomst voor Noud Aartsen

Op 27 maart 2012 was het precies twee jaar geleden dat de fotograaf Noud Aartsen (Best, 1932) is overleden.

Overhandiging Noud Aartsen: Witte gij nog van toen?
Tijdens een bijeenkomst in het gemeentehuis in Best overhandigde Harrie van Vroenhoven, voorzitter van Heemkundekring 'Dye van Best', in het bijzijn van familieleden, vrienden en andere genodigden het eerste exemplaar van Noud Aartsen: Witte gij nog van toen? Terug in de tijd met Noud Aartsen (Best, 2012) aan zijn weduwe, Rini Aartsen-van Breugel. Dit boekje bevat teksten van Noud zoals die in 2005 verschenen in het blad Groeiend Best en is voorzien van foto's van zijn hand uit de collectie van de gemeente Best. De Brabant-Collectie gaf graag haar medewerking aan deze publicatie. Het fotoarchief van Noud Aartsen inclusief alle rechten is in begin 2011 door de familie aan de Brabant-Collectie geschonken.


Op de foto ziet u van links naar rechts: Wim Westerum (HKK ‘Dye van Best’), Jos Kuijlen (bibliothecaris Brabant-Collectie), Paul Maas (vriend van Noud Aartsen), Harrie van Vroenhoven (HKK ‘Dye van Best’), Herman Aartsen (zoon van Noud Aartsen), Rini Aartsen-van Breugel (weduwe van Noud Aartsen), Frank van der Maden (coördinator Beeld en Geluid van de Brabant-Collectie), Paul Gondrie (wethouder Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu van de gemeente Best), mevrouw Ine Meeuwis-van Langen (wethouder Cultuur van de gemeente Best). Rechts op de foto ziet u twee foto’s van Noud Aartsen. De bovenste van een originele zandweg, daaronder de situatie na de ingreep in het landschap!

Aankondiging project 'Landschappen van onze jeugd'
Jos Kuijlen, bibliothecaris van de Brabant-Collectie, nam de gelegenheid te baat het project 'Landschappen van onze jeugd' aan te kondigen. Paul Maas, vriend van Noud Aartsen, de Stichting Brabants Foto Archief en de Brabant-Collectie nemen deel aan dit project. Het project behelst de publicatie van een boek in drie talen over de fotografie van Noud Aartsen en een expositie van zijn werk in Nederland, Ierland en Frankrijk. Meer over het project kunt u lezen in de eerstvolgende nieuwsbrief van de Brabant-Collectie.

maandag 26 maart 2012

Kwartaaltijdschrift 'De Kleine Meijerij'

In dit tijdschrift staan artikelen over het werkgebied van Heemkundekring 'De Kleine Meijerij':
Berkel-Enschot, Biezenmortel, Esch, Haaren, Helvoirt, Heukelom, Moergestel, Oisterwijk en Udenhout, en tot 1970 ook Vught en Cromvoirt. De h
eemkundekring is in 1947 in Helvoirt opgericht en is daarmee één van de oudste heemkundekringen in Noord-Brabant. Momenteel is Oisterwijk de vestigingsplaats.
Vanaf haar ontstaan heeft de kring artikelen (aanvankelijk getypt en gestencild, later gedrukt) uitgegeven, om heemkundig belangrijke terreinen van haar werkgebied en omgeving te belichten. Naast haar ‘vlugschrift’ geeft men het informatieblad ‘Achterkantjes’ uit.

In nummer 1, 2012 blikt Piet Jacobs met zijn artikel 'Oisterwijk 750 leverde meer op dan een financiële kater' terug naar het feestjaar 1963. In dat jaar ging Oisterwijk uit van de volgens paasstijl op 24 februari 1213 gesloten overeenkomst tussen hertog Hendrik en de heer van Breda voor een groot feest vanwege 750 jaar stadsrechten. In deze overeenkomst wordt Oisterwijk, samen met een aantal andere plaatsen, voor het eerst als nieuwe stad vermeld. De feestcommissie zorgde voor 50 evenementen in enkele maanden tijd. Deze overvloed leidde tot een tekort van Fl. 86.417,67 en een aanvaring van het Oisterwijkse College van B en W met het Provinciebestuur in ’s-Hertogenbosch.
Genoemde oorkonde wordt ook gedateerd op 25 februari 2012 en dat biedt aanleiding om dit jaar 800 jaar stadsrechten Oisterwijk te vieren. Opnieuw staan tal van feestelijkheden op het programma.

Vindplaats: T 07415

donderdag 22 maart 2012

Staartmees

Staartmees in:
C. Nozeman, M. Houttuyn, C. Sepp, J.C. Sepp:
Nederlandsche vogelen volgens hunne huishouding, aert en eigenschappen beschreeven
KOD 041 G 01
Parus Caudatus, of Staert-mees

De staartmees is de enige Nederlandse vogel met een staart langer dan de rest van het lichaam: het vogeltje meet 13-15 cm, met een staartlengte van 7-9 cm. Voor velen heeft dit pluizenbolletje-met-staart een enorme aantrekkingskracht, zo ook voor Hans Dorrestijn. In zijn boek 'Dorrestijns vogelgids', maar ook tijdens een lezing in 2011 zegt hij: "De Staartmees is mijn favoriete vogel. Als ik ooit terugkom op aarde, laat het dan zijn in de vorm van een Staartmees. Anders hoeft het voor mij niet."

Ook Nozeman is gecharmeerd van deze vogel:
"Onder de fraeisten van ons Vaderlandsch klein gevogelte verdienen zeer zeker de Staert-Meezen geteld te worden. Haere koleuren zyn wel zoo verscheiden en afsteekende niet als die der anderen van haer Gezin; maer haere ongemeen lange en zonderlinge Staerten, en het schakeersel haerer pluimaedje, maeken haer echter zeer bevallig; en de levendigheid en gaeuwheid die haer eigen zyn in 't opspooren van haer aes en in alle haere overige beweeging bekooren haeren aendachtigen beschouwer."

Het zijn zeer sociale vogels, die met name buiten het broedseizoen in kleine groepen leven. Ze delen zelfs voedsel met elkaar, in tegenstelling tot andere mezensoorten die elkaars concurrenten zijn. Dit voedsel bestaat uit insecten, rupsen en in de wintermaanden zaden.

Nozeman spreekt over "het zeer zonderlinge Nest, welk zy maeken, van die dikte en uitgestrektheid is, dat het gemaklyker dan veele anderen in het oog kan loopen, daer het meermaelen, niet in boom holligheden en gaten, gelyk dat der andere Meezen altoos, maer (gelyk het hier afgetekende) in 't openbaer, tusschen de takken der Kersen- Appel- en Peeren-boomen van onze boomgaerden aengelegd wordt."

Evenals bij de pimpelmees roemt Nozeman de staartmees als belangrijke insectenverdelger. Niettemin schuwt hij het vangen van deze vogel niet:
"Men kan de Staert-Meezen eenigen langeren tyd dan de Pimpels in 't leeven houden, met kaes: Van deeze heb ik verscheiden boerenjongens zig in hunne slagkooijen zien bedienen om hen te vangen: In Kenmerland, staet my nog te vooren, noemde men hen, waarschynlyk daer van daen, Korsjes kaes."

De afbeelding die in "Nederlandsche vogelen" staat heeft overigens veel weg van de witkopstaartmees, een ondersoort van de Nederlandse staartmees die te herkennen is aan de opvallend witte kop. Witkopstaartmezen worden soms in het najaar in ons land gezien, maar doorgaans in kleine aantallen. Ze hebben hun leefgebied in Scandinavië en Oost-Europa. Determinatie van deze ondersoort in een groep staartmezen kan lastig zijn, zoals in een artikel van Dutch Birding is te lezen. Om het ingewikkelde verhaal compleet te maken: veel meldingen van witkopstaartmezen betreffen witkoppige staartmezen...

Vindplaats: KOD 041 G 01

dinsdag 13 maart 2012

'Toonneel des Aerdriicx' (Theatrum Orbis Terrarum)

Atlassen vormen een wereld op zich. De atlassen van de Amsterdamse kaartenmakers, uitgevers en drukkers Willem en Joan Blaeu zijn iedereen bekend en wereldberoemd. In de Gouden Eeuw konden Willem en Joan hun specialisme ontwikkelen tot een uiterst succesvolle onderneming.

Willem Janszoon Blaeu (1571-1638), de grondlegger van de uitgeverij, begon in 1599 met het vervaardigen van meetinstrumenten en globes. Spoedig ging hij zich toeleggen op het publiceren van atlassen en in 1608 gaf hij zijn eerste wereldkaart en een zeeatlas uit.
Daarna begon hij met zijn levenswerk: de nieuwe atlas.

Titelpagina Willem Jansz. Blaeu, en Joan Blaeu, Toonneel des Aerdriicx ofte Nieuwe Atlas,
dat is Beschrjving van alle landen. Amsterdam, 1635-42 in 3 delen. Vindplaats: KOD 038 G 01 (deel I-1: 1643, deel I-2: 1642), KOD 038 H 01 (deel II: 1635) en KOD 038 I 01 (deel III: 1642). 
Blaeu kondigde deze atlas zelf aan in de Nieuwstijdingen van 11 febr. 1634:
"t' Amsterdam bij Willem ende Johannes Blaeu zijn ghedruckt ende worden uijtghegheven, het eerste ende tweede Deel van het Tonneel des Aerderijcx, ofte nieuwe Atlas, in fol. superregali, in vier verscheijde Talen, te weten, Latijn, Franchoijs, Nederduijtsch ende Hooghduijtsch. Het derde ende vierde Deel in die voorsz. Talen, al te samen besondere ende geheel nieuwe stucken ende Beschrijvingen, zullen met Goddelijcke hulpe toecomende jaer in 't licht komen." Helaas kwam het grote werk tijdens zijn leven niet af. Dat was voor zijn zoons Joan en Cornelis weggelegd, die ondertussen bij hem in de zaak waren gekomen. Cornelis stierf al snel na zijn vader in 1644.

Hierna begon Joan Blaeu zijn eigen grote ambitie te verwezenlijken: de alom bekende Atlas Major: J. Blaeus Grooten atlas, oft werelt-beschryving, in welcke 't aertryck, de zee en hemel wordt vertoont en beschreven  (1642-1668 in 9 delen). Vindplaats: TF Pre 2 / 1-9. De zinspreuk van de familie Blaeu luidde dan ook: ‘Indefessus agendo’ , wat betekent ‘onvermoeid in actie’. 
           
Het exemplaar van Toonneel des Aerdriicx, voorzien van met stadssleutels gestempelde marokkijnleren banden en in 1659 door Joan Blaeu speciaal gemaakt voor de stad Leiden, is gedigitaliseerd en via internet te bekijken.

Speciaal voor het Toonneel schreef Joost van den Vondel een gedicht. Zoals u hieronder kunt lezen, is het helemaal niet nodig om verre reizen te maken.


Honger, kou en hitte blijven u bespaard als u met de atlas op uw knieën lekker bij de kachel de wonderbaarlijke taferelen uit verre landen bewondert. Net zoals wij nu doen met onze laptop en Google maps. Atlassen waren de Google Maps van de Gouden Eeuw.

Willem Jansz. Blaeu, en Joan Blaeu, Toonneel des Aerdriicx ofte Nieuwe Atlas, dat is Beschrjving van alle landen. Amsterdam, 1635-42 in 3 delen. 
Vindplaats: KOD 038 G 01 (deel I-1: 1643, deel I-2: 1642), KOD 038 H 01 (deel II: 1635) en KOD 038 I 01 (deel III: 1642).

Meer lezen?
M. Donkersloot de Vrij, Drie generaties Blaeu. 1992. [Vindplaats: BRA Z4 Donk 1992]
Jan Werner, Atlas Maior: de wereld van Blaeu. 2008. [Vindplaats: BRA Z4 Wern 2008]

donderdag 8 maart 2012

Pimpelmees

Pimpelmees in:
C. Nozeman, M. Houttuyn, C. Sepp, J.C. Sepp:
Nederlandsche vogelen volgens hunne huishouding, aert en eigenschappen beschreeven
KOD 041 G 01
Parus Caeruleus, of Blaeuwe Mees, Pimpel-Mees

De pimpelmees, van oorsprong een bosvogel, is een fraai gekleurd vogeltje dat velen van ons kennen uit de eigen tuin. Zo stond deze vogel in de Tuinvogeltelling 2012 op de 4e plaats.
Nozeman schrijft:
"Men mag deezen gemeenzaemen Vogel, doorgaends de Pimpel by verkorting geheeten, met reden eenen onzer fraeiste Vogelen noemen. Zyne levendigheid en schoone koleuren maeken hem voor 't oog eenes beschouwers zeer bevallig; en het Nut, welk hy in ons Vaderland ter bevorderinge van het Gemeene Welzyn doet, maekt hem te recht begeerelyk."
Met dit laatste doelt Nozeman waarschijnlijk op het feit dat de pimpelmees een ware bladluisverdelger is. Iets verderop schrijft hij nogmaals over het nut van de pimpelmees:
"Zy verslinden ongelooflyk groote menigten van die beiden, in den Zomer en in den Winter; en zy dienen dus zeer merkelyk, om het Evenwicht te helpen bewaeren, waerdoor de schadelyke Insekten, (dewelken, kwamen hunne jongen naer evenredigheid hunner tallooze eijertjens te recht wel haest de overmacht bekoomen zouden) die zoo vreeslyke verwoestingen aen ons geboomte en aen onze vruchten niet doen, welken zy anders zeer zeker aenrechten zouden." 

Daar waar bossen zijn vind je de pimpelmees. Hij voedt zich met "Bloedelooze Diertjens, en van derzelver Eijeren." Denk hierbij aan insecten, spinnen en bladluizen. Maar ook zaden en pinda's staan op zijn menu. Het is een ware acrobaat die moeiteloos op de dunste takjes naar voedsel zoekt. Nozeman omschrijft het als volgt:
"De Pimpelmeezen hebben, hierom, het vermoogen van by de boomen en takken gezwindlyk opteklimmen, zig aen dezelven ook met het geheele lyf naer beneden te hangen, om van alle kanten de schorsen te kunnen bezien; en zig zoo ras en vaerdig als eenige vogel ter wereld van de eene reet naer de andere te begeeven; uit dewelke zy de eijernesten van allerlye Insekten, en de ruspen zelf, weeten los te breeken en voor den dag te haelen."

De pimpelmees broedt in natuurlijke holten van bomen en in nestkasten. Nozeman schrijft:
"De Wyfjens en Mannen broeden des nachts te gelyk, en over dag verpoozen zy elkanderen. Het getal der Eijeren is van 12 tot 16 of 18... Zy voeden hunne jongen met leevende Insekten, die zy, zooveelen ze in hunne bekken vatten kunnen, onophoudelyk aenbrengen: en dewyl zy niet dan zeer bezwaerlyk in kooijen in het leeven gehouden kunnen worden, gelyk zy daertoe anders om hunne fraeiheid en levendigheid zeer veel opgevangen zouden worden, en naerdien zy ook tot geene spyze strekken voor de menschen, zoo kan men ligtelyk naegaen, dat 'er jaerlyks van dit klein gevogelte eene goede hoeveelheid van Afzetselen hervoortkomt, dewelken het geheele jaer door medewerken aen de te onderbrenging der blad- en vrucht-verdervende boominsekten."

Vindplaats: KOD 041 G 01

dinsdag 6 maart 2012

Tentoonstelling 'Kaarten van de Visscher-familie'

Tentoonstelling met de kaarten en stadsprofielen van de Amsterdamse kaartenfirma Visscher - de maker van ons pronkstuk, de Roman-Visscher-kaart 

Datum/tijd: van donderdag 8 maart tot en met vrijdag 13 april 2012 tijdens openingstijden
Locatie: vitrine niveau 1 en vitrine niveau 0, Library, Tilburg University

maandag 5 maart 2012

Lees de Brabant-Collectie Nieuwsbrief

Het maartnummer van de nieuwsbrief van de Brabant-Collectie is verschenen. 

Hierin aandacht voor ons jubileumjaar ter gelegenheid van het 175-jarig bestaan van het Noordbrabants Genootschap en de daaraan gekoppelde activiteiten, een recent verworven officiersatlas, een schenking van aquarellen en nog veel meer.

Interesse? Meld u dan nu aan als abonnee van de nieuwsbrief. Het volgende nummer kunt u eind mei tegemoet zien.

donderdag 1 maart 2012

Nieuw jubileumblog

Op donderdag 8 maart a.s. is het precies 175 jaar geleden dat het Provinciaal Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant werd opgericht in ‘s-Hertogenbosch. Uit dit Genootschap is later de Brabant-Collectie voortgekomen. Reden voor ons om in dit feestelijk jaar een speciaal blog te maken. 

Bibliothecaresse C.M.E. Ingen-Housz in de Genootschapsbibliotheek, Bethaniëstraat,
's-Hertogenbosch. Fotopersbureau Het Zuiden i.o.v. De Geïllustreerde Pers. 
Datering: 27 oktober 1948. Vindplaats: P / I 41.2 (1)
Op het nieuwe jubileumblog zullen gedurende een jaar berichten verschijnen over de geschiedenis van de Genootschapsbibliotheek, haar huisvesting en haar bibliothecarissen. Het blog zal rijkelijk voorzien worden van beeldmateriaal. Tevens zal er ruime aandacht besteed worden aan de restauratie en digitalisering van ons topstuk uit de collectie: de Roman-Visscher-kaart.
Gedurende het jaar zal de Brabant-Collectie diverse activiteiten organiseren, die eveneens belicht worden op het nieuwe blog.

Kijk daarom vanaf 8 maart op http://jubileumjaarbc.blogspot.com/ en volg ons via de RSS-feed!