Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

woensdag 21 februari 2018

Maria van Lanschot: een elegante verschijning

Portret Maria Josephina Catharina van Rijckevorsel-van Lanschot, 1858
Geschilderd door J.H. Delin, gelithografeerd door J. Schubert en gedrukt bij Imp. Simonau & Toovey
Vindplaats: P / R 92 (1)
De Brabant-Collectie heeft vele fraaie portretten - beeltenissen van bekende en minder bekende Brabanders - in haar prentenkabinet. Deze portretten zijn gemaakt ter bevestiging van beroep of status, ter gelegenheid van een huwelijk of ter herinnering na een overlijden. Portretsoorten die daarbij onderscheiden kunnen worden, zijn die van één persoon, een dubbelportret (echtpaar of broers/zussen) en groeps- en zelfportretten van Brabantse schilders, tekenaars en fotografen. Dit negentiende-eeuwse memorieportret geeft Maria van Rijckevorsel-van Lanschot (’s-Hertogenbosch 3 april 1837 - ’s-Hertogenbosch 7 mei 1858) zittend weer. J. Schubert maakte deze steendruk naar een schilderij van de portretschilder Joseph Delin (1821-1892). Aan de hand van de kleding kan dit portret in de tijd en het milieu worden geplaatst.

De jonge vrouw heeft in haar rechterhand een fraaie shawl van Chantillykant, terwijl haar linkerhand rust op de leuning van een brede canapé. De kraag van wit kant is opgeluisterd met een broche. Deze kraag en de losse ondermouwen, die bijelkaar gehouden worden door een zwarte band met strikje, beschermden de zijden japon tegen vuil. De wijde, breed uitlopende mouwen zijn afgezet met verschillende stroken van geometrische vormen, afgewisseld met donker kant. Dergelijke stroken typeren de mode rond 1850. Zwart passement zien we meestal pas vanaf circa 1860. Maria is hiermee zeer modieus. Haar kapsel is eenvoudig. De hooggesloten japon met wijde rokomvang schept als het ware afstand. Een dame moest een toonbeeld van deugdzaamheid zijn en mocht geen vinger uitsteken. Dat kon ook niet in zo’n japon. Het lijfje sluit met knopen met hangertjes. Ongetwijfeld droeg Maria een strak korset met verticale baleinen. De extreme omvang van de rok wordt bereikt door een verstevigde onderrok: de crinoline, vroeger met paardenhaar, vanaf circa 1856 met ijzeren hoepels.

Deze litho is gemaakt ter gelegenheid van Maria’s overlijden op 7 mei 1858, zeven weken na de bevalling van haar eerste kind. Ze was pas 21 jaar oud. Haar chique japon benadrukt de rijkdom van haar echtgenoot, Jhr. Mr. Cornelis Richardus Edmundus van Rijckevorsel (1829 - 1876), met wie zij op 28 mei 1857 trouwde. Cornelis was griffier van het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch. Als pendant bij dit portret liet hij drie jaar later ook zijn portret vervaardigen door Delin. Van Rijckevorsel stond op de lijst van de hoogstgeschatte inkomens van de stad ’s-Hertogenbosch in 1873-74, haar vader Augustinus Cornelis van Lanschot (1794 - 1874) voerde die lijst aan.
Detail
Vindplaats: P / R 92 (1)
Beide familiewapens staan onder het portret. Het linker wapen van Van Rijckevorsel toont twee kikvorsen en een fazant in de schildhoek, geplaatst over de derde kikvors. Rechts staat het wapen van Van Lanschot met drie bomen en een burcht voor de middelste boom. De kroon mocht een jonkheer of -vrouw  boven het familiewapen voeren als teken van adellijke rang. In de banderol staat de wapenspreuk ‘Condit opes virtus’ van Van Rijckevorsel: ‘Rechtschapenheid is de grondslag van welstand’. De Van Lanschots maakten deel uit van de Bossche bestuurlijke en financiële top. Dit huwelijk van Maria met een lid van de adellijke familie Van Rijckevorsel onderstreepte dat de Van Lanschots inmiddels bij de provinciale elite hoorden.

Van 1852 tot haar huwelijk woonde Maria met haar vader, moeder en vier broers in De Gulden Ketel aan de Markt in ’s-Hertogenbosch en had de familie een buitenplaats bij St. Michielsgestel, huize Zegenwerp. Van haar ouders, Maria Oomen (1809-1889) en August van Lanschot (1794-1874), bezit de Brabant-Collectie ook portretten. Maria’s oudste broer mr. F.A.J. van Lanschot was van 1881 tot 1886 voorzitter van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant. Haar zoon Frans J.J.M. van Rijckevorsel (1858 - 1935) bekleedde diezelfde positie van 1916 tot 1926.