Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

maandag 26 september 2011

Slotsymposium Interreg 'In de Ban van Buiten - Finale en Ouverture'

Op vrijdag 23 september jl. werd op Orangerie Mattemburgh te Hoogerheide de afronding van het Interreg-project 'In de Ban van Buiten - Finale en Ouverture' gevierd. Ook de Brabant-Collectie, die heeft meegewerkt aan de totstandkoming van de foto-expositie 'Lief en Leed van Landgoederen', was uitgenodigd voor dit symposium. Het betreft hier een reizende expositie waarbij geput is uit recent fotomateriaal van Huub Smeding en James van Leuven en nooit eerder getoond historisch beeldmateriaal van de Brabant-Collectie.

Interreg is een subsidieprogramma dat sinds 1990 de samenwerking stimuleert tussen regio's uit verschillende lidstaten van de Europese Unie. Voor elk project met een duidelijke grensoverschrijdende meerwaarde zijn tenminste één Vlaamse en één Nederlandse partner vereist. Brabants Landschap en haar zusterorganisatie Kempens Landschap, actief in de provincie Antwerpen, kregen voor de ontwikkeling en onstsluiting van de landgoederen Mattemburgh (Hoogerheide) en Roosendael (Sint-Katelijne-Waver) samen € 1.13 miljoen aan Europese subsidie. Een zelfde bedrag komt daar bovenop van andere instanties. Gezamenlijk is een aanpak opgesteld voor de herwaardering, ontwikkeling en ontsluiting van deze twee landgoederen.
Vrijdag 23 september jl. vond op Landgoed Mattemburgh de feestelijke afsluiting van dit project plaats in de vorm van het symposium 'In de Ban van Buiten - Finale en Ouverture'. In de ochtend vertelden zes gastsprekers over opzet en afronding van het project op beide landgoederen. Daarnaast gaf mevr. Hermanussen-Thijssen een boeiend betoog over herbestemming van haar landgoed Barendonk.
Na de lunch werd door Bert van Dijk (voorzitter Brabants Landschap) en Marcel Fränzel (dagvoorzitter en Burgemeester Gemeente Woensdrecht) een nieuwe aanwinst voor het park Mattemburgh onthuld: een bijzondere citrusboom met mirteblad. Vervolgens kregen de deelnemers aan het symposium onder deskundige leiding een rondleiding door Villa Mattemburgh en een wandelexcursie door het park.
Ter afronding kon men de foto-expositie bezoeken.

April 2012 verschijnt bij het Brabants Landschap het monumentale boek 'Landgoederen in Noord-Brabant'. De Brabant-Collectie levert een belangrijke bijdrage aan dit boek in de vorm van historisch fotomateriaal. Te zijner tijd zullen wij in ons blog aandacht besteden aan dit boek.
Een uitgebreid fotoverslag van deze symposiumdag vindt u op onze Flickr-pagina.

donderdag 22 september 2011

Notenkraker

Notenkraker in:
C. Nozeman, M. Houttuyn, C. Sepp, J.C. Sepp:
Nederlandsche vogelen volgens hunne huishouding, aert en eigenschappen beschreeven

KOD 041 G 01

Caryocatactes, Nootenkraeker

Nozeman schrijft getwijfeld te hebben of hij de notenkraker (Nucifraga caryocatactes) al dan niet op moest nemen in zijn standaardwerk Nederlandsche Vogelen. Een broedgeval was hem namelijk onbekend:
"…want dat hy oit zeker is ontdekt geweest hier of daer in ons Land gebroed te hebben, is my tot hier toe, ondanks veelvuldige onderzoekingen niet gebleeken, en welke moeite we hebben genomen, om een echt Nest en de Eijeren van deezen Vogel te krygen of slegts te mogen bezien, wy hebben onze nieuwsgierigheid onvoldaen moeten laeten."

Hedendaags wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat er zeker enkele broedgevallen van de notenkraker in Nederland bekend zijn. Vooral na zogenaamde ‘invasies’, waarbij notenkrakers in grote aantallen in Nederland opduiken als wintergast, blijven soms enkele paartjes ‘hangen’ en komen tot broeden. De laatste grote invasie was in 1968, toen waarschijnlijk meer dan 10.000 notenkrakers ons land bezochten. Het daaropvolgende jaar zijn 1 tot 4 broedparen geteld, waaronder een nestvondst in Ulvenhout.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Nucifrage, is een samenstelling van nux (= noot) en fraga (= breken). Het tweede deel, Caryocatactes, is een Grieks woord en een samentrekking van karuon (= noot) en katagnunai (= breken). Een dergelijke benaming wordt een emfatische naamgeving genoemd.
De notenkraker behoort net als de gaai tot de kraaiachtigen en legt eveneens een wintervoorraad aan van noten en zaden.

Vindplaats: KOD 041 G 01

woensdag 21 september 2011

Film 'De Bende van Oss' vandaag in première

'De Bende van Oss' van regisseur André van Duren en producent Mathijs van Heijningen is de eerste Nederlandse misdaadfilm die speelt in de jaren dertig van de vorige eeuw. De film is gebaseerd op ware historische feiten. Hoofdrolspeelster is caféhoudster Johanna van Heesch (gespeeld door Sylvia Hoeks) die zich uit het criminele milieu probeert onttrekken, maar steeds verder verwikkeld raakt in criminele zaken.
Vanavond is 'De Bende van Oss' de openingsfilm tijdens het Nederlands Film Festival te Utrecht. Een dag later volgt in Utopolis te Oss de Brabantse première. In aanwezigheid van Sylvia Hoeks en regisseur André van Duren zal bekend Brabant, participanten van de film en andere genodigden, de film als een van de eersten zien. Vanaf 29 september draait de film in de bioscoop.
Vele opnames van de film vonden plaats in en rondom Oss. Zo zijn de stadscènes gedraaid in Ravenstein. Regisseur André van Duren is zelf ook een Brabander en was al tijden geïntrigeerd door de gebeurtenissen in Oss.

Overal in de media wordt uitgebreid aandacht besteed aan deze film. Zo heeft het Brabants Dagblad een speciale internetsite gemaakt waar film en historie bijeengebracht worden. Afgelopen weekend besteedde het tv-programma 'Andere Tijden' aandacht aan de misdaad die welig tierde in Oss aan het begin van de twintigste eeuw. Via de website en 'Uitzending Gemist' is deze aflevering online nog te bekijken. Ook de VPRO-radiouitzending van 'O.V.T.' is online te beluisteren. Dan is er nog de website van organisatie Maturitas uit Oss. Naast historische achtergrondinformatie en informatie over de film kunt u hier lezen over het boek dat tegelijkertijd met de film gaat verschijnen. 'De bende van Oss: de sabel tegen het mes' is geschreven door historicus en cultuurdeskundige Gerard Rooijakkers en historicus Leo Hoeks. Op 22 september a.s. zal Uitgeverij Veerhuis samen met Maturitas dit boek presenteren. Het boek geeft niet alleen een historisch overzicht van feiten en gebeurtenissen, maar gaat tevens in op de beeldvorming rondom deze roemruchte bende. Ook wordt de situatie in Oss in een breder, Brabants perspectief geplaatst wat betreft geweld, sociale structuur en culturele achtergronden. Het boek bevat niet eerder gepubliceerd beeldmateriaal en nieuwe archiefvondsten.
Het boek is ook aangeschaft voor onze collectie en zal daar binnenkort te vinden zijn. Nader bericht daarover volgt.

dinsdag 20 september 2011

Dag van de Amateurfilm

'We komen op TV!'


Vrijdag 23 september a.s. vindt van 11.00 tot 17.30 uur in het Louis Hartlooper Complex in Utrecht de jaarlijkse Dag van de Amateurfilm plaats tijdens het Nederlands Film Festival. Onder de titel 'We komen op TV!' is een interessant programma samengesteld dat de bijzondere kanten van amateurfilms laat zien. Aan de hand van 60 jaar televisie worden amateurfilms onder de loep genomen. In dit kader zal ook Frank van der Maden, coördinator Beeld en Geluid van de Brabant-Collectie, een presentatie houden over Brabantse amateurfilms op de regionale televisie, zoals onder andere te zien is geweest in het programma "Cinema Brabantia" van Omroep Brabant.

Toegang is gratis. Reserveren wordt aanbevolen.
Voor meer informatie zie ook het persbericht van de Stichting Amateurfilm.

maandag 19 september 2011

Leontien van Moorsel: de rit van mijn leven

Naar aanleiding van Leontien Ladies Ride van afgelopen zondag in ’s-Hertogenbosch extra aandacht voor een boek over haar.
Leontien van Moorsel werd geboren op 22 maart 1970 in Boekel, een klein Brabants dorpje onder de rook van Eindhoven. Daar zou ze misschien nog steeds hebben gewoond als ze niet al op jonge leeftijd ontdekte dat ze keihard kon fietsen. Met een ongekend doorzettingsvermogen fietste ze uiteindelijk vier Olympische titels, negen wereldkampioenschappen en twee tourzeges bij elkaar. Eén en al euforie zo lijkt het, maar dat valt tegen. Het fanatisme dat Van Moorsel meervoudig wereldkampioene maakte, brak haar ook op. Haar gouden medailles bleken een zwarte keerzijde te hebben. Openhartig vertelt ze haar verhaal. Over de vele ups and downs, haar strijd tegen een eetstoornis en het moederschap dat haar leven nieuwe invulling geeft nu de pedalen niet langer meer permanent ronddraaien.
Marjolein Hurkmans (16 maart 1965) is journalist bij de Telegraaf en maakt reportages voor Vrouw op Zaterdag. Eerder schreef ze het autobiografische 'Mama's zijn ook mensen' (2000) en 'Natuurlijk houd ik van je, hoe heet je ook alweer' (2004).

Vindplaats: BRA H HURK 2008

maandag 12 september 2011

Prijsband voor Cornelius de Gijzelaar (Breda 1766)


Vanaf de 2e helft van de 16e eeuw ontstond op de Latijnse scholen de gewoonte een leerling voor goede prestaties met een boek te belonen. Latijnse scholieren ontvingen uit handen van curatoren fraai gebonden en veelal met het stadswapen in goudopdruk bestempelde prijsboeken. Zo mocht Cornelius de Gijzelaar in 1766 een in het Latijn geschreven boek ontvangen van Johan Frederik Reitzius. Het was gebonden in kalfsperkament en voorzien van twee sluitlinten (nu verdwenen). Het wapen op het voorplat (hierboven getoond) is variant Breda 3 (Spoelder 2000). Het is het wapen van de Prinsen Willem IV en V, omhangen met de Orde van de Kousenband en de vermelding 'HONI SOIT QUI MAL Y PENSE', ter weerszijden vastgehouden door twee klimmende leeuwen en gedekt met een kroon; het geheel steunend op een soort console, gevormd door een dubbele voluut, met op de banderol het devies 'JE MAINTIENDRAI' (formaat: 84 x 75 mm).
Verder zijn aanwezig dubbele filetlijnen aan de randen met hoekvignetjes. De rug bevat zes velden, gescheiden door dubbele filetlijnen. Elk veld is voorzien van een ruitvormig stempeltje met in het midden een bloempje.
Op het achterplat komt een gouden stempel voor van het stadswapen van Breda (variant Breda 2): drie Andreaskruizen in een schild, gedekt door een engel en vastgehouden door een aan weerszijden klimmende leeuw; het geheel rustend op een burcht. Aan de onderzijde is het goud van het stempel weggesleten (formaat: 80 x 72 mm).

Ioan. Freder. Reitzivs: De ambigvis, mediis et contrariis, sive De significatione verborum ac phrasium ambigua: accedunt praefatio altera, vtrivsqve Reitzii apologia et supplementum
Plaats van uitgave: Trajecti ad Rhenum
Uitgever: apud Nicolaum van Vucht, Gisb. Tim. van Paddenburg, et Abrah. van Paddenburg
Publicatiejaar: 1752
xxviii, 670 p.
Afmeting: in-8

Vindplaats: TRE 008 B 05/A

donderdag 8 september 2011

Mini-symposium 'Jij en wij: Feest u mee?'

Kom ook naar het mini-symposium 'Jij en wij: Feest u mee?' op donderdagmiddag 29 september 2011. De Brabant-Collectie is 25 jaar verbonden aan de Universiteit van Tilburg. Reden genoeg voor een feestelijke bijeenkomst waarvoor wij alle belangstellenden van harte uitnodigen.

Tijdens het mini-symposium met als onderwerp publieksparticipatie willen we met liefhebbers en beheerders van (Brabants) historisch fotomateriaal in gesprek raken. Centraal hierbij staat de vraag hoe we de grote hoeveelheid foto’s, die de Brabant-Collectie en anderen beheren, kunnen beschrijven en via het internet toegankelijk maken. Het inhoudelijk thema is volksfeesten. Denk aan: carnaval, kermis, bevrijdingsfeesten, gildefeesten, optochten en processies

Uitsnede van ‘Carnaval 3-4-5 mrt ’57 in Den Bosch’. 
Foto: Het Zuiden, ’s-Hertogenbosch. Vindplaats: ML 411.12 (7)
Er staan een aantal inspirerende sprekers op het programma. Sjoerd Siebinga van Delving B.V. in Den Haag zal het spits afbijten. Gevolgd door Arthur Turksma, creatief directeur van triptic in Eindhoven en mede-ontwikkelaar van Oneindig Noord-Holland en Luud de Brouwer, hoofd van het Regionaal Archief Tilburg (RAT).
Na de presentaties kunt u aan de hand van een vijftal stellingen in discussie gaan met deskundige panelleden. De panelleden zijn: Judith Moortgat, projectleider ‘Beelden voor de Toekomst’ van het Nationaal Archief in Den Haag, Carine van Vugt, documentairemaker bij Lumineus en Stichting Verhalis in Tilburg en de drie sprekers van de middag.
Dagvoorzitter is Polle de Maagt, afkomstig uit Tilburg, en nu woonachtig in Gent. Hij zal op een heldere en communicatieve wijze de verbindende schakel zijn tussen de sprekers.
Bekijk de digitale uitnodiging voor het exacte programma. Graag tot ziens vanaf 13.30 uur in theaterzaal Black Box, Esplanade gebouw.

Deelname is gratis. Aanmelden voor 26 september 2011 via het online inschrijfformulier.

Gaai

  
Gaai in:
C. Nozeman, M. Houttuyn, C. Sepp, J.C. Sepp:
Nederlandsche vogelen volgens hunne huishouding, aert en eigenschappen beschreeven
KOD 041 G 01
Garrulus, de Gaey

De gaai, nog vaak Vlaamse gaai genoemd, is een fraai getekende vogel die verspreid over heel Nederland te zien is in zowel bosgebieden als stedelijke omgeving. De wetenschappelijke naam Garrulus Glandarius is vrij te vertalen als ‘voortdurend krassende eikelzoeker’. Garrulus is een geslacht van zangvogels uit de familie kraaien.

Nozeman vermeldt:
"Men noemt deezen Vogel ook Vlaemschen Gaey, en Spaenschen Aekster. Van Garrire, snappen, heeft hy zynen Latynschen naem, Garrulus, maekende hy van nature, in ’t wild, allerlye geluid en gescharrel; waerom men hem in sommige streeken ook Scharrelaer gewoon is te noemen."
In onze tijd gebruikt men de naam scharrelaar voor Coracias Garrulus, een heel andere vogel dan de gaai.

Het voedsel van de gaai bestaat uit eikels, beukennootjes, hazelnoten en vruchten, aangevuld met insecten, eieren en jonge zangvogels. De eik is afhankelijk van de gaai voor de verspreiding van eikels. In één vlucht vervoert de gaai 3-4 eikels in zijn keelzak en soms nog eentje tussen zijn snavel naar plaatsen met een zachte ondergrond. Hij duwt ze in de aarde en legt zijn wintervoorraad aan. Maar hij vindt lang niet al zijn plekjes terug. Zo kunnen de eikels ontkiemen en zorgen voor bosverjonging. Dit gegeven biedt het nodige tegenwicht aan de slechte naam die de gaai bij sommigen heeft als rover van eieren en nestjongen van zangvogels.

Praktijken als vogels vangen en tam maken waren in Nozeman’s tijd niet ongebruikelijk:
"Zy kunnen zeer gemaklyk worden gevangen, ’t zy in grootere Slagkooijen waerin eenige vrucht ligt welke zy beminnen, ’t zy in paerden-haeiren strikken die in wilgeboogen, met zulk eene vrucht bezet, in ’t hout worden opgehangen.
... Als men de jongen uit het nest wil opbrengen, moet men wachten tot dat de vederen wel zyn begonnen uittegroeijen: en men voedt hen dan met brood dat in vleeschnat geweekt is, of met brokjes van een gekookt schaepenhart, en, in den tyd, met vruchten. Die deezen Vogel leeren klappen, snyden hem van den tongriem; en in twee jaren leert hy verstaenbaer praten, deuntjes fluiten, trompetten, en zingen in naerbootsing van allerlye kleine vogelen."


Een gezonde gaai, die aan dergelijke vogelvangers weet te ontsnappen, kan een redelijke leeftijd bereiken. Nozeman schrijft:
"Hy is somtyds der Vallende Ziekte onderhevig. Niettemin kan hy agttien jaeren leeven."

Vindplaats: KOD 041 G 01

maandag 5 september 2011

Zicht op 's-Hertogenbosch



Titel: T sHertogenbosch
In afbeelding: middenboven banderol met T sHertogenbosch; linksboven wapen van Brabant; rechtsboven wapen van 's-Hertogenbosch; rechtsonder cartouche met tekst in 6 regels: 
BVSCVMDVCIS oppidum ludo literario, et pugnaci populo nobile Horum arma superiorib[us] annis haud semel Geldrij sensëre, cum qua gente vario certatum est euentu nostris hominibus In hac vrbe templum est Deiparae sacrum, op[us] visendo apparatu Hadrianus Barlandus.
Vouwsporen in midden.
Uit: Guicciardini, Description de touts les Pays-Bas, 1609
Techniek: kopergravure, gekleurd. Formaat (van het beeld): 22.8 x 31.1

Via de weg naar de Sint-Janspoort - voorafgegaan door het laadplatform bij de 'boom', de toegangsweg voor de schepen naar de haven - wordt de toeschouwer de stad 's-Hertogenbosch ingevoerd. Op de voorgrond zijn verschillende taferelen uit het dagelijks leven te zien: enkele reizigers die de stadspoort naderen, een jager die op pad gaat, een vrouw die bezig is met het bleken van linnengoed, een kudde koeien en schepen in de Dieze die door wind- of mankracht vooruit komen. Het trekken van schepen wordt ook wel togen of jagen genoemd. Tevens zijn de belangrijkste gebouwen, de zware, hoge stadsmuren en de verschillende stadsmuren met hun opvallende torens afgebeeld.

Vindplaats: H 55 / 010 (38)

zondag 4 september 2011

Nieuwe blogreeks: Nederlandsche vogelen


Titelpagina van:
C. Nozeman, M. Houttuyn, C. Sepp, J.C. Sepp:
Nederlandsche vogelen volgens hunne huishouding, aert en eigenschappen beschreeven

KOD 041 G 01

Veilig geborgen in de kluis van de Brabant-Collectie liggen de 5 kloeke delen van Nederlandsche vogelen; volgens hunne huishouding, aert en eigenschappen beschreeven. Door kenners wordt dit werk uit de 18e eeuw beschouwd als het mooiste dat op dit gebied in Nederland is gemaakt. Het bevat prachtige kleurenillustraties en de beschrijvingen zijn vaak levendig en interessant. Reden voor de Brabant-Collectie deze werken onder de aandacht te brengen in deze nieuwe blogreeks. Vanaf donderdag 8 september a.s. zal tweewekelijks een vogelsoort uit deze boeken belicht worden.

Cornelis Nozeman (1721-1786), remonstrants predikant met interesse voor natuurwetenschappen en biologie, nam het initiatief tot de vervaardiging van het vogelboek. Hij was een uitstekend veldornitholoog. Naast een uitgebreide bespreking van het vederkleed beschreef hij broedgewoonten, eieren en habitat van de vogelsoorten. De gekleurde platen werden verzorgd door Christiaan Sepp, tekenaar, graveur en cartograaf in Amsterdam.
In de inleiding van deel 1 staat: “’K heb eenen knaep in myn’ dienst die ’t kunstje meesterlyk verstaet van de broedende vogelen op het Nest zelf te vangen. Zoo drae hy ze aenbrengt worden ze naer ’t leeven uit getekend.” Het boek werd uitgegeven door Sepps zoon Jan Christiaan, boekverkoper, graveur en kenner op het gebied van de biologie. In 1770 verscheen het eerste deel. Dit boek bevat vijftig grote gravures (27,5 x 42 cm) die steeds, zoveel mogelijk levensgroot, één vogel afbeelden, vaak met nest en eieren. Iedere vogel krijgt een paar bladzijden verklarende tekst. Een gegraveerd en ingekleurd titelblad (34,5 x 50 cm) maakt het geheel compleet.
De opzet was in 5 delen 250 inheemse vogelsoorten te behandelen. Men zag er vanaf dit per vogelfamilie te doen, want dan zou uitgave moeten wachten tot alle families compleet waren.
In 1775 overleed Christiaan Sepp; zijn rol werd overgenomen door zijn zoon Jan Christiaan. Nozeman overleed in 1786, vóór de voltooiing van deel 2 in 1789. Een groot deel van de beschrijvingen voor deel 2 had hij toen al klaar. De rest werd verzorgd door Martinus Houttuyn, die ook de teksten voor deel 3 verzorgde (gepubliceerd in 1797). Na het overlijden van Houttuyn in 1798 duurde het tot 1809 voor het vierde deel verscheen, zonder de naam van de tekstschrijver. De onderneming werd in 1829 voltooid door Jan Sepp, de zoon van de in 1811 overleden Jan Christiaan. Minder kunstzinnig en minder geleerd dan zijn vader en grootvader, steunde hij op anderen: een groot aandeel werd geleverd door Coenraad Jacob Temminck (1778-1858), die een befaamd kabinet van natuurhistorische curiosa bezat. Aldus verscheen het vijfde en laatste deel 59 jaar na het verschijnen van deel 1.

Bronnen:

donderdag 1 september 2011

Opening Rees Diepen tentoonstelling in Werkendam

Op zaterdag 3 september opent Geke van de Merwe, schrijfster en journaliste, om 13.00 uur in bibliotheek Werkendam de fototentoonstelling van de Tilburgse fotografe Rees Diepen, getiteld “Oog voor mensen”. Iedereen is van harte uitgenodigd bij dit feestelijk gebeuren. Hiermee wordt ook de gelijknamige tentoonstelling in bibliotheek Giessen symbolisch voor geopend verklaard. Gezien het grote aantal werken is de presentatie over twee vestigingen verdeeld. In Werkendam ligt de nadruk op senioren, in Giessen spelen kinderen een hoofdrol. De natuur komt in beide exposities terug.
Emy Thorissen (conservator Brabant-Collectie) zal een rondleiding verzorgen na de opening van de tentoonstelling in Werkendam.
Het werk van Rees Diepen kenmerkt zich door spontaniteit en ongedwongenheid, vastgelegd in prachtige zwart/wit afbeeldingen. Vooral voor alle fotografen: een buitenkans om haar techniek te leren kennen en bewonderen.
De tentoonstellingen blijven in Giessen en Werkendam staan tot en met dinsdag 25 oktober 2011.