Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

maandag 25 april 2022

Wandelen door de Brabant-Collectie: Van de Collse watermolen naar station Heeze

Etappe 7 Brabants Vennenpad (19,2 km)

Vanaf de weg zien we de Collse watermolen liggen, een dubbele onderslagmolen met rechts een koren- en links een oliemolen. De molen ligt, net als de Opwettense watermolen uit etappe 6, aan de Kleine Dommel.
Collse watermolen (maart 2021)
© Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University

Collse watermolen. Foto. Maker en datering onbekend.
Formaat: 15 x 24 cm. Vindplaats: E 21 / 842.11 Coll (4)
Het oudst bekende document waarin de molen wordt genoemd, dateert uit 1337. De Hertog van Brabant geeft de molen ‘te Colle’ in leen aan Rudolfus Rover van Hoescoet, die hem op zijn beurt verkoopt aan Otto van Cuyck, de heer van Cuijk en Mierlo. In 1680 brandt de molen geheel af, maar een jaar later herrijst hij weer en wordt tot 1859 verpacht. Dan komt de molen in handen van Jan Smulders, burgemeester en molenaar in Zesgehuchten. Vincent van Gogh woont vanaf december 1883 twee jaar in Nuenen. Lente 1884 schildert hij de Collse molen. Dit olieverfschilderij wordt november 2017 voor bijna 3 miljoen euro aangekocht door Het Noordbrabants Museum in 's-Hertogenbosch. De eerste helft 20e eeuw raakt de molen in verval, maar gelukkig komen in 1975 initiatieven op gang voor herstel. In 2003 is de reconstructie en restauratie afgerond en vanaf dan verhuurt gemeente Eindhoven de molen aan stichting De Eindhovense Molens.

Iets verderop aan de Collseweg ligt ‘t Huys te Coll. Molenaar Rombout Smits koopt in 1778 een huis naast de molen dat is ingericht als bierhuis. Negen jaar later bouwt hij tussen dat pand en de Collseweg een nieuw huis, ’t Huys te Coll, en dat wordt ook een bierhuis. Zijn nazaten zetten dit zo voort. In 1873 komt het in handen van koopman Jacob Neiszen. In 1918 is Johanna, ongehuwd en een van de vier kinderen van Jacob, de enige bewoonster van het huis. Ze leeft een teruggetrokken leven, met enkel een bok en wat kippen als gezelschap. Wordt ze eerst nog als tante Han aangesproken, al snel verandert dat in Collse heks en de kinderen uit de buurt roepen haar na met Hanneke Tanneke Toverkol. Het verhaal gaat dat ze zo mensenschuw was dat leveranciers de bestellingen door een luikje in een raam naar binnen moesten schuiven. In 1933 wordt ze ernstig ziek en komt in het ziekenhuis terecht waar ze niet veel later op 69-jarige leeftijd sterft. De gemeente heeft er een hele kluif aan haar zwaar vervuilde woning uit te mesten. Half Tongelre loopt uit bij het verbranden van al het afval.

Lopend door de prachtige, maar drassige Urkhovense Zeggen komen we uit bij het Eindhovens Kanaal, dat als een kaarsrecht lint in het landschap ligt. Dit kanaal is tussen 1843 en 1846 gegraven en vormt een verbinding tussen Eindhoven en de Zuid-Willemsvaart. Het heeft nu alleen nog een recreatieve functie. We lopen verder langs de Kleine Dommel en komen uit bij de tuinen van Kasteel Geldrop, die in 1870 in Engelse landschapsstijl zijn aangelegd.
Kasteel van Geldrop. Prentbriefkaart. Maker en datering onbekend.
Uitgever: Rembrandt. 
Formaat: 12,5 x 9 cm. Vindplaats: pbk-G 26.1 / 820.11 (1)  
Het kasteel zelf zien we op een afstandje liggen. Het bouwwerk is overigens geen middeleeuwse burcht, maar ontstaan uit de nieuwe edelmanswoning die kasteelheer Amandus I van Horne rond 1616, vlak voor zijn dood, heeft gesticht. Centraal stond een woontoren oftewel donjon die is afgebroken in 1840. De Brabant-Collectie bezit onderstaande aquarel, maar het is onbekend of het hier de woontoren betreft of de Burght, een ander kasteel in Geldrop. Beide torens raakten in verval in de 18e eeuw.
Ruïne van het Kasteel te Geldrop in Staats-Brabant. Aquarel.
Maker en datering onbekend. Formaat: 21,9 x 16,3 cm. Vindplaats: G 26 / 820.11 (2)
Tegenwoordig is het kasteel in handen van een stichting en worden er tal van evenementen georganiseerd. Aangekomen op de Heuvel in Geldrop loont het de moeite een klein uitstapje te maken naar de Sint-Brigidakerk. Architect Carl Weber maakte het ontwerp voor deze kerk, die in 1891 wordt ingezegend. Het eindresultaat is een forse kruiskerk met een achtzijdige koepel in neoromaanse stijl.
Geldrop. R.K. Kerk. Prentbriefkaart. Maker onbekend. Datering: vóór 1917.
Uitgever: G. Thielens-Cappers. Formaat: 14 x 9 cm. Vindplaats: pbk-G 26.1 / 411.11 Brig (4) 
Op deze plaats stond eerst een andere kerk. In de 14e eeuw bouwt men hier een dorpskerk die is toegewijd aan O.L. Vrouw en Brigida. Als deze te klein wordt bevonden, wordt halverwege/eind 19e eeuw het plan opgemaakt een nieuwe kerk te bouwen mét behoud van de toren. Maar een zware storm verwoest op 30 oktober 1887 de toren dusdanig dat deze alsnog gesloopt wordt. Onderstaande tekeningen tonen de oude kerktoren vóór en na het instorten.
Toren te Geldrop Noord-Braband 30 Oct. 1887. Fotolithografie. Maker: G.J. Thieme.
Datering: 1887. Formaat: 32,9 x 22,7 cm. Vindplaats: G 26 / 411.11 Brig (4)
Deze afbeeldingen horen bij een artikel uit 26 november 1887, gepubliceerd in De Opmerker (jaargang 22, nr. 48). Dit eerste architectuur- en bouwtijdschrift van Nederland verscheen van 1866 tot 1919 en was van 1883 tot 1892 het orgaan van architectuurgenootschap Architectura et Amicitia. In het artikel lezen we: “Zoo weinig beteekenend de kerk zelve was, zoo flink zag de toren eruit. (…) Het plan was dan ook den toren te behouden, reden waarom men, alvorens de kerk geheel te sloopen, den toren verankerde volgens orders van een architect.” Maar dit mocht niet baten; genoemde storm verwoestte de toren. De auteur van het artikel had geen goed woord over voor degenen die verantwoordelijk waren voor het beheer van de toren: “De man echter, die met den toestand goed bekend moest zijn, had nog kort te voren verklaard, dat er hoegenaamd geen gevaar bestond, waarom dan ook des Zondagsmorgens nog de klokken geluid werden. En dit alles niettegenstaande veertien dagen te voren reeds een van de nieuwe ankers gesprongen was, reeds brokken metselwerk bij den traptoren hadden losgelaten, en sedert acht dagen het torenuurwerk was blijven stilstaan!” Volgens de auteur was er sprake van verzwakking van de muren en had men vóór het slopen van de kerk dit eerst moeten herstellen. En de aangebrachte ankers hadden helemaal geen nut, integendeel, ze verminderden eerder de stabiliteit. De auteur besluit als volgt: “Uitgenomen de spits, die slechts als een noodkap dienst deed, was de kolossus een sieraad voor de gemeente; hij getuigde van schoonheidszin, offervaardigheid en geloof der Geldropsche voorvaderen. Aan de roekeloosheid, onbedachtzaamheid en onkunde van de deskundigen onzer eeuw, heeft Geldrop het verlies van dien dierbaren reliek en groote financiëele schade daarenboven te wijten. (…) Ware zoo iets voorgevallen, bijv. in Duitschland, den architect ware voorzeker zijn brevet van bekwaamheid ontnomen. Dat te onzent hierop geen acht wordt geslagen, pleit niet voor vrijheid, maar getuigt van ordeloosheid.”

We lopen verder en zien nog net, voordat we oevers van de Kleine Dommel volgen, de fraaie gevel van het Weverijmuseum in de Molenstraat. Hier was tot 1981 N.V. Wollenstoffenfabriek v/h A. van den Heuvel & Zoon gevestigd, die in zijn bloeiperiode werk bood aan 400 medewerkers. Vanuit het museum is de inpandige Geldropse watermolen te bezichtigen die vroeger in gebruik was als spinnerij. We laten de bebouwing achter ons, steken via het viaduct de A67 over en bereiken Natuurpoort De Plaetse en het Heidecafé. Een mooie gelegenheid voor een pauze, om daarna te genieten van de vergezichten op de Strabrechtse Heide. Hierna komen we bij het laatste stukje cultureel erfgoed van vandaag: Kasteel Heeze.

Kasteel Heeze N.B. Prentbriefkaart. Maker en datering onbekend.
Uitgever: H. Vollenberg. Formaat: 9,2 x 14 cm. Vindplaats: pbk-H 41.3 / 820.11 (1)
Het huidige bouwwerk is geheel omgracht en dateert uit 1662-1665. Architect Pieter Post kreeg van kasteelheer Albert Snouckaert van Schauburg de opdracht een grote, vierkante burcht te bouwen op de plaats van het middeleeuwse kasteel Eymerick. Maar al tijdens de bouw van de voorburcht werd duidelijk dat het gehele project te duur zou worden. Aldus bleef het bij deze voorbouw, die nog werd verhoogd met een extra verdieping. Kasteel Eymerick bleef staan. Overigens is de ligging strategisch gekozen aan de samenvloeiing van de Groote Aa met de Sterkselse Aa. Hierdoor is de watervoorziening van de grachten altijd op orde. Na het kasteel gaan deze twee beken verder als de Kleine Dommel oftewel Rul, al gedurende meerdere van onze wandeletappes een trouwe gezel. Sinds 1760 woont familie Van Tuyll van Serooskerken op Kasteel Heeze. Daarmee is het één van de laatst bewoonde kastelen van Nederland. Het gebouw is opengesteld voor rondleidingen en je kunt er terecht voor diverse zakelijke en/of feestelijke bijeenkomsten. Voor nu laten we het complex links liggen en lopen de 500 meter lange oprijlaan af. Achteromkijkend kunnen we nog even genieten van het uitzicht.
Kasteel Heeze met oprijlaan (mei 2021)
© Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University
Vanaf hier is het nog maar een klein stukje naar station Heeze, het eindpunt van vandaag. De volgende keer lopen we verder naar Soerendonk.

Bronnen:
  • E. Franken e.a.: Kasteel Geldrop: een edel verleden. Utrecht: Uitgeverij Matrijs, 2016. Vindplaats: BRA J FRAN 2016
  • W. van Heugten e.a.: Watermolen 't Coll Eindhoven. Eindhoven: Stichting 'De Eindhovense Molens', 2003. Vindplaats: BRA J3 HEUG 2003
  • J. van Hoek (1995): Vincent van Gogh, de Collse heks en het Rouwboerke. In: Gruun Buukske. Jaargang 24, nummer 3, pag. 98-101. Vindplaats: T 07410
  • J. Spoorenberg (1995): Nogmaals de Collse heks. In: Gruun Buukske. Jaargang 24, nummer 4, pag. 125-126. Vindplaats: T 07410
  • H. Verhees-Wouters: De geschiedenis van het Kasteel Geldrop & zijn bewoners. Heemkronyk, jaargang 36, nummer 2/3. Geldrop: Heemkundige Kring "De Heerlijkheid Heeze-Leende-Zesgehuchten", 1997. Vindplaats: BRA J VERH 1997

vrijdag 22 april 2022

Overdracht fotocollectie Anton Schellens (1887-1954)

De Brabant-Collectie is sinds woensdag 6 april de gelukkige bezitter van het fotografische oeuvre van de Eindhovense textielfabrikant Anton Schellens. Het werd geschonken, namens de erven, door Dolf Mignot, kleinzoon van de textielfabrikant. De schenkingsovereenkomst werd tijdens een feestelijke bijeenkomst getekend door prof.dr. Wim van de Donk, rector magnificus en collegevoorzitter. De fotocollectie van Schellens omvat bijna 750 objecten en bestaat uit afdrukken, (stereo-)glasnegatieven, (stereo-)celluloidnegatieven, diapositieven en diploma’s.

Handdruk na ondertekening van de schenkingsovereenkomst. 
Links Dolf Mignot, kleinzoon van de Anton Schellens, en rechts Wim van de Donk.
 © Paul Slot | Brabant-Collectie, Tilburg University
Twee passies had de rijke Eindhovense textielfabrikant Anton Schellens (1887-1954): fotograferen en kunst. Hij was een kwalitatief goede amateurfotograaf én hij verzamelde schilderijen, in het bijzonder van de Haagse School en Amsterdamse Impressionisten. Pittoreske en idyllische plekjes, waar de moderne tijd nog niet was doorgedrongen, legde Schellens tussen 1910-1925 vast op de gevoelige plaat.

Zijn werkgebied was Eindhoven en omgeving, onder andere Mierlo, Geldrop, Heeze en Oirschot. Geïnspireerd door de Impressionisten maakte Schellens bij voorkeur opnamen van boereninterieurs - het liefst één ruimte met open vuur – en ook huis-industrie (ambachtelijk handwerk). Hij ensceneerde zijn onderwerpen. Met grote zorg werd het woonvertrek, inclusief meubilair en voorwerpen, ‘heringericht’ met bijzondere aandacht voor het binnenvallend licht om het er zo schilderachtig mogelijk uit te laten zien. Schellens instrueerde en positioneerde zijn ‘modellen’, net zoals Vincent van Gogh en Jan Sluijters.

Naast opnamen van boereninterieurs, ambachten en het boerenleven, maakte Schellens portretten en foto’s van landschappen. Thuis, in zijn villa “De Driehoek” aan de Parklaan in Eindhoven, ontwikkelde hij zelf de glasplaten en maakte hij na selectie zijn vergrotingen. Hij bekwaamde zich in het procedé van de broomverfdruk oftewel de pigmogravure: de normaal vervaardigde afdruk werd gebleekt en na het drogen tamponerend bewerkt met licht vettige olieverf – eigenlijk een vorm van beeldbewerking avant la lettre.

Deze bijzonder fraaie afdrukken zond hij in voor fototentoonstellingen en fotowedstrijden in binnen- en buitenland. Achterop de tentoonstellingsafdrukken staan allerlei gegevens vermeld: datum en locatie van de opname, welke camera hij gebruikte, merk glasplaat en papier, en ook voor hoeveel gulden de foto op de expositie verkocht mocht worden en waar de foto is tentoongesteld. Schellens behaalde diverse prijzen en kreeg eervolle vermeldingen én publiceerde in weekbladen: onder andere in De Zuid-Willemsvaart, Katholieke Illustratie en de Panorama en in vakbladen zoals Focus, Lux, Deutsche Camera Almanach.

Een impressie:

Vrouw met mutsje
Pigmogravure
 © 
Anton Schellens | Brabant-Collectie, Tilburg University

Vrouw voor keuterboerderij 
Glasnegatief
 © 
Anton Schellens | Brabant-Collectie, Tilburg University

Klompenmaker aan het werk
Glasnegatief
 © 
Anton Schellens | Brabant-Collectie, Tilburg University

Brabantsche Huis-industrie, Geldrop: de rietenmaker, de spoelster, de wolpluister en de wever. 
Gepubliceerd in: Panorama, 1913.
 © Anton Schellens | Brabant-Collectie, Tilburg University

Aan de Dommel, 1913. 
Glasnegatief
Gepubliceerd in: Focus, augustus 1918.
 © 
Anton Schellens | Brabant-Collectie, Tilburg University
“Het Brabantsche landschap met z’n peppels vol tere schoonheid, zijn geheimzinnige dennen, z’n woeste zandverstuivingen, z’n koele vennen [en] z’n verre heiden (…) noodigt U dagelijks uit tot het vastleggen van brokken natuur.” (Schellens, 1922)

Schoppen troef, Mierlo, juni 1922.
Pigmogravure
Tentoongesteld in Londen, 1922 en in het Stedelijk Museum te Amsterdam, 1928.
© Anton Schellens | Brabant-Collectie, Tilburg University

Rustig uurtje of Na de maaltijd, Heeze, 1922 of 1923.
Pigmogravure
Tentoongesteld in Turijn, voorjaar 1923. Bekroond met een gouden medaille en diploma.
© Anton Schellens | Brabant-Collectie, Tilburg University

maandag 11 april 2022

50 Jaar Café Wilhelmina 1971-2021

Afgelopen najaar verscheen een jubileumboek naar aanleiding van het 50-jarig bestaan van café Wilhelmina in EindhovenEen café dat in 50 jaar nauwelijks is veranderd. Een thuis voor vele verenigingen en kleurrijke stamgasten en een muziekcafé dat een goede reputatie als concertpodium heeft. Veel bekende artiesten hebben er met plezier opgetreden, waaronder de jazztrompettist Dizzie Gillespie, Hans Dulfer, Jules Deelder, saxofonist David Sandborn, Herman Brood en gitarist Jan Akkerman. Het boek bevat artikelen over: de geschiedenis, de eigenaren, het personeel, de bijzondere muzikale avonden, de diversiteit aan verenigingen die Wilhelmina als thuisbasis gebruiken zoals de mannen- en vrouwenkoren, de Wilhelmina fanfare, de verschillende fietsverenigingen, de biljartclub, de duikclub, de monopolyclub en natuurlijk de carnavalsvereniging. Kortom, een boek met veel verhalen, herinneringen en mooie foto’s.

Vindplaats: BRA H3 NIEU 2021