Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

maandag 25 augustus 2014

Heeswijkse ballade

Moord en doodslag nu eens niet op het achtuurjournaal, maar op een negentiende-eeuwse aquarel uit het bezit van de Brabant-Collectie. Op deze waterverfschildering is het verhalende dichtstuk van ridder Robbert van Heesewic, zijn dochter Kunegonde en de gruwelijke moord op haar geliefde graaf Galo te zien. 
Dit bijzondere schilderij is gesigneerd door A.J. Derkinderen (1859-1925). De van oorsprong Bossche schilder, tekenaar, glazenier en ontwerper van boekversieringen is een vertegenwoordiger van het symbolisme in Nederland. Zijn werk wordt gekenmerkt door stilering en verheven thematiek en is gebaseerd op middeleeuwse kunst. Bekendheid geniet hij vooral door zijn monumentale kunst, waarbij o.a. de twee wandschilderingen in het stadhuis te ’s-Hertogenbosch, die hij tussen 1891-1893 en 1892-1896 maakte, het vermelden waard zijn. In 1907 vertrok hij naar Amsterdam, waar hij tot zijn dood de functie als directeur van de Rijksacademie bekleedde.
Ballade van Ridder Robbert van Heesewic
 A.J. Derkinderen, 1881
aquarel en inkt  
Vindplaats: H 41.2 / ballade (1)


De legende is in vijf compartimenten in een architecturale setting weergegevenBovenaan op een lint valt de naam van Robbert van Heesewic in gotische letters te lezen. De randen van de voorstelling zijn versierd met harnassen, speren, zwaarden en ander wapentuig. Prominent in het midden staat op een wit banier in gotische letters de volgende tekst te lezen (verwijzend naar de voorstellingen met de klok mee): 


Hoe graaf Galo om ridder Robberts dochter kwam en Hoe dese het vol spijt aan sach. (grootste deel links) Hoe Vrouwe Kunegonde een Bode sond tot heur broeder (deel linksboven) en hoe de bode door ridder Robbert verslagen werd (rechtsboven). Hoe ridder Robbert ter helle voer (rechtsonder) en er op die plaats een swarte Poel overbleef (in het midden achter het banier).   

Er zijn diverse wapenschilden te zien, twee voorzien van een leeuw (de wapens van Heeswijk en Dinther) en één met een blauwe keper op een gouden veld, vergezeld van drie bomen. Dit is het wapenschild van de adellijke familie Van den Bogaerde, de laatste die kasteel Heeswijk in bezit heeft gehad. Boven het tekstdeel is de spreuk: 'Ex arbore fructus' (vrucht uit de boom) de wapenspreuk van de baronnen Van den Bogaerde te zien. Dit wijst erop dat Louis van den Bogaerde van Terbrugge (1826-1890) de opdrachtgever is geweest. Zijn vader A.J.L. baron van den Bogaerde van Terbrugge (1787-1855), die in 1834 kasteel Heeswijk kocht, was gouverneur van Noord-Brabant en tevens voorzitter van de voorloper van de Brabant-Collectie, het Provinciaal Genootschap der Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant. 
Een andere link tussen kasteel Heeswijk en de Brabant-Collectie is dat daar nu in de Ridderzaal ons topstuk, de Roman-Visscherkaart, te bewonderen valt.

Literatuur:
- Heijmann, H. Th; Norbertijnen van Berne-Heeswijk.; e.a., Berneboek, Berne-Heeswijk, : verleden en heden, Utrecht : Lumax, [1934], p. 151-153 (Vindplaats: CBM 096 D 23)
- Kleijntjens, J.e.a., Uit droom- en fantasiewereld II, Brabantsche sagen, Leiden : H.J. Dieben, [1926], p. 21-27 (Vindplaats: CBM 385 A 43)
- Trappeniers, M. e.a., Antoon Derkinderen, 1859-1925, 's-Hertogenbosch : Noordbrabants museum, 1980. p. 97-100 (Vindplaats: BRA J3 TRAP 1980)