Dit bijzondere schilderij is gesigneerd door A.J. Derkinderen (1859-1925). De van oorsprong Bossche schilder, tekenaar, glazenier en ontwerper van boekversieringen is een vertegenwoordiger van het symbolisme in Nederland. Zijn werk wordt gekenmerkt door stilering en verheven thematiek en is gebaseerd op middeleeuwse kunst. Bekendheid geniet hij vooral door zijn monumentale kunst, waarbij o.a. de twee wandschilderingen in het stadhuis te ’s-Hertogenbosch, die hij tussen 1891-1893 en 1892-1896 maakte, het vermelden waard zijn. In 1907 vertrok hij naar Amsterdam, waar hij tot zijn dood de functie als directeur van de Rijksacademie bekleedde.
Ballade van Ridder Robbert van Heesewic A.J. Derkinderen, 1881 aquarel en inkt Vindplaats: H 41.2 / ballade (1) |
Hoe graaf Galo om ridder Robberts dochter kwam en Hoe dese het vol spijt aan sach. (grootste deel links) Hoe Vrouwe Kunegonde een Bode sond tot heur broeder (deel linksboven) en hoe de bode door ridder Robbert verslagen werd (rechtsboven). Hoe ridder Robbert ter helle voer (rechtsonder) en er op die plaats een swarte Poel overbleef (in het midden achter het banier).
Een andere link tussen kasteel Heeswijk en de Brabant-Collectie is dat daar nu in de Ridderzaal ons topstuk, de Roman-Visscherkaart, te bewonderen valt.
Literatuur:
- Heijmann, H. Th; Norbertijnen van Berne-Heeswijk.; e.a., Berneboek, Berne-Heeswijk, : verleden en heden, Utrecht : Lumax, [1934], p. 151-153 (Vindplaats: CBM 096 D 23)
- Kleijntjens, J.e.a., Uit droom- en fantasiewereld II, Brabantsche sagen, Leiden : H.J. Dieben, [1926], p. 21-27 (Vindplaats: CBM 385 A 43)
- Trappeniers, M. e.a., Antoon Derkinderen, 1859-1925, 's-Hertogenbosch : Noordbrabants museum, 1980. p. 97-100 (Vindplaats: BRA J3 TRAP 1980)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten