Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

woensdag 25 maart 2015

Markante koppen

De Brabant-Collectie heeft onlangs op een veiling een reeks van zes ‘Brabantse types’ aangekocht. Deze lithografieën dateren uit 1931 en zijn voorzien van een monogram (de letters R en H door elkaar heen geschreven en omcirkeld). Niemand minder dan Richard Roland Holst (Amsterdam 1868 - Bloemendaal 1938) is de vervaardiger van deze portretten. Hij was schilder, tekenaar, graficus en schrijver. Vanaf 1892 was hij dé ontwerper van monumentale kunst. Als socialistische gemeenschapskunstenaar zag hij de samensmelting van verschillende kunsten en de samenwerking tussen meerdere kunstenaars als ideaalbeeld. In zijn werk legde Roland Holst de nadruk op ambachtelijke zuiverheid en mooie vormen. Daarnaast ontwierp hij boekbandontwerpen, affiches en decors. 
Roland Holst studeerde van 1885 tot 1890 aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam. Aanvankelijk schilderde hij landschappen en figuren in de impressionistische trant, later ging zijn interesse uit naar het symbolisme. Vanaf 1918 was hij docent aan de Rijksacademie, van 1926 tot 1934 directeur. Tijdens zijn directoraat kwam het accent in de opleiding op de monumentale kunst te liggen.
Zijn bekende kunstwerken voor openbare gebouwen in Amsterdam zijn onder andere de muurschilderingen in de Beurs van Berlage en in de Burcht van Berlage (de Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond), en de glas-in-loodramen van het oude stadhuis (nu Hotel The Grand). Hij verfraaide eveneens kerken, postkantoren, stations en schoolgebouwen. 

Roland Holst trouwde in 1896 met de bekende dichteres en socialistisch politiek geëngageerde Henriette van der Schalk (1869-1952). Het echtpaar had een zomerverblijf nabij Zundert. In 1918 lieten ze door architecte Margaret Staal-Kropholler een atelier bouwen bij hun landgoed De Oude Buissche Heide. Het was een omgeving waar ze hun inspiratie vonden en ongestoord konden werken. Ze kwamen er tot rust, wandelden urenlang door de natuur en ontvingen er vrienden. In het overgeleverde gastenboek staan veel namen van kunstenaars, schrijvers en politici.

Aannemelijk is dat Roland Holst deze serie van ‘Brabantse types’ (bestaande uit: De strooper, De waard, De bulleboer, De Hengstenleider, De koddebeier en De Fuikenzetter) maakte tijdens zijn verblijf op hun landgoed. Mogelijk waren de tekeningen van deze Zundertenaren bedoeld als illustratie bij een literair werk, maar in de praktijk is dat er niet van gekomen.
In de publicatie Geteekende portretten en koppen van R.N. Roland Holst (Amsterdam / Antwerpen 1938, p.5) schrijft kunstcriticus A.M. Hammacher dat deze portretten laten zien hoe goed hij tekenen kan: “…met welke zuivere nauwkeurigheid, vastheid en grootheid van lijn. Hoe hij een gezicht een kader kan geven; hoe hij het binden kan in een grooten omtrekslijn, die het masker vastlegt zonder het aan levende spanning te doen verliezen.” Deze koppen zijn veel naturalistischer dan al het andere werk van Roland Holst. De compositie, het lijnenspel en het contrast in lichte en donkere partijen is verrassend: de kop is laag geplaatst en samenhangend met het landschap. Daardoor krijgt het gezicht een kader. Roland Holst heeft aandacht voor het menselijk wezen: zie bijv de verscheidenheid qua blik in de ogen van deze markante koppen.
De hengstenleider, 1931
R.N. Roland Holst
Lithografie, 25 x 18,5 cm.
Vindplaats: ML / 740 (1) RH

De waard, 1931
R.N. Roland Holst
Lithografie, 28 x 19,2 cm.
Vindplaats: ML / 740 (2) RH

De bulleboer, 1931
R.N. Roland Holst
Lithografie, 28 x 20,2 cm.
Vindplaats: ML / 740 (3) RH

De koddebeier, 1931
R.N. Roland Holst
Lithografie, 22,3 x 19,5 cm.
Vindplaats: ML / 740 (4) RH
De strooper, 1931
R.N. Roland Holst
Lithografie, 23 x 16,2 cm.
Vindplaats: ML / 740 (5) RH
Brabantsche fuikenzetter, 1931
R.N. Roland Holst
Lithografie, 26,5 x 17,2 cm.
Vindplaats: ML / 740 (6) RH

maandag 23 maart 2015

Aan de grote schoonmaak

"Er komt een ogenblik, dat het vuil en stof, de rook en de rommel zich zó overtuigend manifesteren in onze huizen, dat we plotseling weten zo kan het geen twee dagen langer". Zo stelt Anne H. Mulder in Schoonmaak en stofbestrijding (Amsterdam,1953). Hoog tijd voor de binnenhuisrevolutie die zich met de regelmaat van de seizoenen herhaalt: de grote schoonmaak.

In de periode half maart tot half april zette men vroeger het hele huis op zijn kop voor de voorjaarsschoonmaak. Deze megaklus behelsde meerdere dagen tot 1 à 2 weken. Mulder heeft het zelfs over een duur van zes weken. Dat dit werk seizoensgebonden was, heeft te maken met het doven van de kachels. Dit was het sein voor de vrouwen om te starten met deze vaak zware klus.

Herinneringen aan een grote schoonmaak op een Brabantse boerderij beschrijft An Vermetten-Hoevenaars in 2006 in het tijdschrift De Mulder (jrg27, 2006, nr. 100, p. 4-13). Van de zolder tot de kelder vertelt zij hoe elk vertrek werd aangepakt. De schoonmaak van de beste kamer, de zogenaamde 'goei kamer', verliep bijvoorbeeld als volgt. Men haalde alles van de muren en maakte dat schoon. Stoelen en tafels werden in de boenwas gezet. Vloerkleden en matten werden uitgeklopt. Kussens en dekens uit de bedstee werden buiten gelegd c.q. gehangen, lakens en slopen werden gewassen. Stro van kafzakken uit de bedstee werd vervangen, het houtwerk werd afgeschrobd, muren werden opnieuw gekalkt of behangen. De nette kleren werden gelucht, het servies- en glaswerk werd afgewassen en de kastwas werd gedaan. Dit betekende dat alles uit de linnenkast met de hand gewassen en gestreken werd. Maandag was overigens de vaste wasdag. Zondag werd de was vaak al met soda in de week gezet. Het wassen bestond uit opkoken, stampen en boenen op het wasbord. Daarna volgden het spoelen, wringen, drogen en op de bleek leggen.
Al met al was er dan nog maar één vertrek van de boerderij gedaan. In het najaar werd de schoonmaak vaak nog eens dunnetjes overgedaan.
Vrouw aan wastobbe
Prentbriefkaart
Uitg. N.V.Luxe papierwarenhandel v.h. Roukes & Erhart, Baarn
Vindplaats: ML / 243 (1)
Noordbrabantsch dorpsleven: vrouwen bezig op de bleek
Prentbriefkaart
Uitg. Weenenk & Snel, Den Haag, circa 1913
Vindplaats: ML / 243 (2)
 Brabants Dorpsleven: 
De leste pan is schoon en het werk an kant (citaat op achterzijde) 
Prentbriefkaart
Uitg. Rembrandt, Amsterdam
Vindplaats: ML / 241 (3)
Vooral het kloppen van de kleden was vuil en zwaar werk. Rond de eeuwwisseling meldt de rubriek "Allerlei" in De Katholieke Illustratie als richtlijn voor het behandelen van tapijten: "Tapijten blijven veel langer bruikbaar, wanneer zij behoorlijk van stof gezuiverd worden, daar de dikwijls scherpe stofdeeltjes de draden van het weefsel kunnen vernielen. Een tapijt moet ook nooit afgeborsteld worden, daar dit eveneens tot vernieling van het weefsel bijdraagt. De beste manier van schoonmaken is uitschudden en uitkloppen. Door een tapijt nu en dan even met zout water te bevochtigen, blijven de kleuren beter behouden" (jrg. 34, 1900-1901, nr. 44/45, p. 376).

Aan dit kleden kloppen kwam geleidelijk een eind door de komst van de stofzuiger rond 1930. In de dertig jaar erna werd dit apparaat gemeengoed in het Nederlandse huishouden.
Advertentie voor een Hoover
In: De Katholieke Illustratie 93 (1959) nr. 38, p. 43

Vindplaats: CBM R 01800/.. 
Met name de stofzuiger en de wasmachine hebben het werk van de huisvrouw verlicht. Deze apparaten waren er mede de oorzaak van dat huisvrouwen in de jaren '60 de grote schoonmaak minder groots aanpakten en hun werkzaamheden over een langere periode uitspreidden.
Miele wasmachine met mangel
In: De Vrouw en haar huis: geïllustreerd maandschrift 60 (1966) 6, p. 324

Vindplaats: T 07312

woensdag 18 maart 2015

Jacques Cuijpers: een veelzijdig meester

Afgelopen december verscheen een unieke 2-delige uitgave met DVD over het leven en werk van Jacques Cuijpers. Het boek is uitgebracht door de Heemkundekring Zeelst Schrijft Geschiedenis.
De uit Neeritter (Limburg) afkomstige Cuijpers was van 1883 tot 1913 hoofd van de Openbare Lagere School in Zeelst (Veldhoven). In die tijd verzamelde hij onder andere veel volksverhalen en rijmen en publiceerde hij over regionale heemkundige en taalkundige onderwerpen zoals zeden en gebruiken en dialecten. Ook zette hij zich in voor de verering van Onze Lieve Vrouwe ter Eik in Meerveldhoven en was hij een zeer goed kalligraaf.
Na jarenlang onderzoek hebben Frank van der Maden en Piet Vermeulen de grote hoeveelheid werk van Cuijpers verzameld en gebundeld tot één boekwerk. Hierin zijn behalve de in het verleden verschenen publicaties ook nog niet eerder gepubliceerd materiaal, oorspronkelijke handschriften en schitterende kalligrafische werken opgenomen. 


Meer boeken over volkskunde kunt u vinden in de rubriek G.

Vindplaats:
BRA A7 MADE 2014/1 en /2
BRA A7 MADE 2014 dvd

maandag 16 maart 2015

‘Van heidegrond tot Vluchtoord Uden’: in tien weken tijd heeft Uden een Belgisch dorp

Vorige maand was het 100 jaar geleden dat de gemeente Uden ongeveer 11.000 Belgische vluchtelingen gastvrij een woon- en leefplek bood op VluchtoordNaar aanleiding hiervan heeft de Udense burgemeester Henk Hellegers een rijk geïllustreerd boek geschreven. Een werkgroep van Heemkundekring Uden verzamelde aan de hand van persberichten en artikelen uit de Udensche Courant de informatie over de voorgeschiedenis van het Vluchtoord en de jaren 1914-1915.
Het boek besteedt onder andere aandacht aan Uden en de ‘Groote Oorlog’, de bouw van het Vluchtoord, de komst en de opvang van de vluchtelingen en het leven in het Belgisch Dorp. Hoe de Udenaren zelf het dorp hebben ervaren loopt als een rode draad door het boek.

Meer boeken over Uden en het vluchtoord Uden kunt u vinden in de rubrieken N3 en Y.

Vindplaats: BRA N3 HELL 2015

vrijdag 13 maart 2015

Encyclopédie van Diderot en d'Alembert (1751-1772)

Hoe divers de verzameling van de Brabant-Collectie is, blijkt uit de huidige mini-expositie waarin wij aandacht schenken aan het maken van materialen en de daarbij behorende ambachtelijke vaardigheden. Een hoofdrol is daarbij weggelegd voor de befaamde Encyclopédie, ou Dictionnaire raisonné des sciences, des arts et des métiers (Encyclopedie of beargumenteerd woordenboek van de wetenschappen, kunsten en beroepen) onder redactie van Denis Diderot (1713-1784) en Jean le Rond d' Alembert (1717-1783). Andere schrijvers waren onder meer Montesquieu, Voltaire en Rousseau. De delen van deze beroemde encyclopedie zijn in de jaren 1751-1772 verschenen in Parijs en waren alleen via voorintekening te verkrijgen. In totaal zijn 28 delen verschenen: 17 delen bevatten in totaal 72.000 artikelen en 11 delen zijn gevuld met gravures. In de jaren 1776-1780 volgde nog een supplement, bestaande uit 4 delen en een deel met illustraties.
Titelpagina
In: D. Diderot, J-B. le Rond d'Alembert, A.-C. Briasson (Parijs), C. Panckoucke (Parijs), M.M. Rey (Amsterdam),  Encyclopédie, ou Dictionnaire raisonné des sciences, des arts et des métiers,

A Paris: Briasson [etc.], 1751-1780
Vindplaats: TRE R 43 / 1
Onderstaande prent, die vanaf 1772 in elk deel met gravures werd toegevoegd, is een allegorische voorstelling van de Verlichting. De Encyclopédie geldt als hét werk van deze stroming. Bonaventure-Louis Prévost (1747-1804) maakte de gravure naar een tekening van Charles-Nicolas Cochin (1715-1790). Te zien zijn allerlei vrouwenfiguren met bovenaan de figuur van de Waarheid die haar licht laat schijnen. Rede en Filosofie willen haar sluier afnemen en Verbeelding reikt een bloemenguirlande aan. De andere allegorische figuren zijn representanten van de kunsten, wetenschappen en handel.
Frontispiece met allegorische voorstelling van de Verlichting
In: Encyclopédie, 1751-1780
Vindplaats: TRE R 43 / 1
De Encyclopédisten wilden in de Encyclopédie alle menselijke kennis bijeenbrengen en op die manier bijdragen aan de ontwikkeling van elk individu. Zij gingen daarbij uit van een nieuw concept van kennis. D'Alembert werkte dit in zijn Discours Préliminaire des Éditeurs in het eerste deel uit. Hij stelde daarin onder andere dat theologie ondergeschikt is aan de rede. De kerk keerde zich daarop tegen de schrijvers van de Encyclopédie. Ook de staat was het vaak niet eens met hun kritische houding ten opzichte van de samenleving, noch met hun pleidooi voor tolerantie en individuele vrijheid. Dit leidde tot censuur en in 1759 tot een tijdelijk publicatieverbod. Ondanks dit verbod werd dit grote naslagwerk zeer succesvol; het werd veel verkocht en besproken. Zo raakte haar gedachtegoed wijd verspreid. Ook nu nog is dat het geval door vertalingen en databases over de Encyclopédie op internet.
Onderstaande illustratie toont het hele systeem van menselijke kennis, ook wel De Boom van Diderot en d'Alembert genoemd.
Systeem van menselijke kennis
In: Encyclopédie, 1751-1780
Vindplaats: TRE R 43 / 1
Naast de kennis van de kunsten, wetenschap en techniek viel ook  de ambachtelijke kennis binnen de scope van de Encyclopédie, zoals te zien is in de volgende twee prenten.
Fabricage van papier, 
het werken aan de schepkuip, een pers
In: Encyclopédie1751-1780. Planches V, Papetterie pl. X
Vindplaats: TRE R 43 / Pl. 5
Het blazen van glazen, het roeren in de pot gesmolten glas,
het uitnemen van een hoeveelheid glas en het rollen, blazen en vormen hiervan
In: Encyclopédie, 1751-1780. Planches X, Verrerie pl. XIX
Vindplaats: TRE R 43 / Pl. 10
De mini-expositie is aangevuld met enkele prenten uit de reeks Volledige beschrijving van alle konsten, ambachten, handwerken, fabrieken, trafieken, derzelver werkhuizen, gereedschappen, enz.Ten deele overgenomen uit de beroemdste buitenlandsche werken: en vermeerderd met de theorie en praktijk der beste inlandsche konstenaaren en handwerkslieden (Dordrecht, 1789-1820). Onderstaande prent toont de stap in de papierfabricage na het scheppen, persen en drogen, namelijk het belijmen van het papier. Daarna volgt opnieuw drogen, persen en op maat snijden.
Lijming van het papier
In: J.J.F. Lalande & P.J. Kasteleijn, Volledige beschrijving van alle konsten, ambachten, handwerken, fabrieken, trafieken, derzelver werkhuizen, gereedschappen, enz... en vermeerderd met de theorie en praktijk der beste inlandsche konstenaaren en handwerkslieden.Te Dordrecht: bij A. Blussé en zoon, 1792, Pl. XII 
Vindplaats: TRE 16 B 1/9
Onze mini-expositie is, tijdens openingstijden van de Universiteitsbibliotheek, te zien tot en met woensdag 20 mei 2015.

donderdag 5 maart 2015

Heemkundekring Tilborch op bezoek

Een delegatie van vijfentwintig leden van heemkundekring Tilborch was woensdagmiddag 4 maart te gast bij de Brabant-Collectie. 

Na de ontvangst met koffie verzorgde Pia van Kroonenburgh, bibliothecaris van de Brabant-Collectie, een presentatie over de collectie en het ontstaan ervan. Vervolgens kreeg een deel van de groep een toelichting van Jos Kuijlen over de oude drukken.


Omdat er binnen deze heemkundekring speciale interesse bestaat voor Driekoningen, werd er ook materiaal getoond uit de Brabant-Collectie over dit onderwerp. De andere helft van de groep luisterde intussen naar uitleg van Corine Bon over het zoeken in de collectie. Daarna wisselden de groepen. De deelnemers waren enthousiast en gaven aan dat voor hen een drempel was weggenomen. 

Heeft u ook interesse om als groep een bezoek aan de Brabant-Collectie te brengen? Kijk dan hier voor meer informatie.