Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

vrijdag 17 maart 2023

Zeventig jaar Efteling in beelden

Vorig jaar vierde het attractiepark uit Kaatsheuvel zijn zeventigste verjaardag. Het vormde de aanleiding voor deze bijdrage en is eerder gepubliceerd in het tijdschrift In Brabant, jg. 13, nr. 4 (december 2022), p. 32-47. Bekijk het bijzondere fotoalbum

Speeltuin Gijs, beter bekend als Holle Bolle Gijs, 1961.
© Rees Diepen. Brabant-Collectie, Tilburg University 
De redactie van het tijdschrift In Brabant wilde graag stil staan bij het 70-jarig bestaan van de Efteling en deed een oproep tot foto-inzending aan de lezers. Het was een waar feestje om uit de royale oogst, veelal nostalgische kinderfoto’s, een fotoalbum samen te stellen.

Inmiddels zijn er vier generaties opgegroeid met de Efteling in Kaatsheuvel. Wie werd er niet voor het eerst als kleuter of op schoolreis meegenomen naar het almaar uitdijende attractiepark? De eerste bezoekers kwamen terug als pubers, als ouders met kinderen en vervolgens als grootouders met de kleinkinderen. In mei 1951 opende de Efteling als natuurpark met speeltuin, zwem- en roeivijver en een theehuis. Een jaar later ging het Sprookjesbos open, het telde toen tien sprookjes. Aanvankelijk was het ingericht voor ouders met kinderen tot ongeveer twaalf jaar. In de loop van zeven decennia ontwikkelde de Efteling zich tot een themapark voor alle leeftijden met diverse achtbanen en zogeheten darkrides, waar mensen in wagentjes doorheen rijden. Het Sprookjesbos telt nu tegen de dertig sprookjes. Inmiddels zijn er ook twee hotels, een theater en twee vakantieparken. In de wachtrijen kunnen we nog steeds ons picknickmandje leegeten, maar overal is ook het typische Eftelingeten en -drinken te koop.

Hoge glijbaan, 1961.
© Rees Diepen. Brabant-Collectie, Tilburg University
We deden een oproep aan onze lezers om eigen foto’s en herinneringen aan te leveren. In de royale oogst vallen een paar dingen op: kinderherinneringen en nostalgie overheersen. Dat betekent: veel Sprookjesbos, Holle Bolle Gijs en kabouters. Op de foto’s uit de jaren vijftig en zestig zien we nog de speeltuin, vijvers en het zwembad uit 1957, die uiteindelijk uit beeld verdwijnen. We zien veel terug van de evolutie van de Efteling: nieuwe en verdwenen sprookjes, de stoomcarrousel, de technische innovaties en de veranderingen in sfeer en stijl. De Efteling bleef zich voortdurend vernieuwen.

Heksenmuts, 1961.
© Rees Diepen. Brabant-Collectie, Tilburg University
Maar in het collectieve geheugen van onze lezers aan de Efteling staan toch duidelijk het Sprookjesbos en de kenmerkende vormgeving van Anton Pieck (1895-1987) en Ton van de Ven (1944-2015) centraal. De aanstelling van Van de Ven als creatief directeur in 1974 markeerde de omslag van het park. Voortbouwend op de formule van Pieck bouwde hij de Efteling uit tot een volwaardig attractiepark. Er kwamen de eerste overdekte attracties als het Spookslot (1978), Carnaval Festival (1984), Fata Morgana (1986) en Droomvlucht (1993). In 1981 volgde de eerste achtbaan: de Python. Toch kregen we daarvan maar weinig foto’s binnen: kennelijk zijn ze lastig te fotograferen. Maar ze staan misschien ook wel minder voor wat de Efteling voor veel mensen representeert: het feest van de herkenning, gekoppeld aan steeds weer nieuwe, spannende ervaringen. Ook Anton Pieck hield het liever bij het Sprookjesbos, maar snapte dat het ‘snelle werk’ om commerciële redenen nodig was. 

Met de vernieuwing veranderden en verdwenen ook zaken: Langnek kreeg een vriendelijker hoofd en het losjes op de legende van de heilige Genoveva van Brabant gebaseerde sprookje van het bruidskleed van Genoveva verdween, omdat de duiven niet langer geverfd mochten worden. Monsieur Cannibale en enkele onderdelen van Carnaval Festival werden gaandeweg als racistische karikaturen ervaren. Het Spookslot werd in 2022 gesloten, omdat het niet meer zou voldoen. Duizenden mensen kwamen afscheid nemen en de gemeenteraad van Loon op Zand moest serieus vergaderen over het aanwijzen van het Spookslot als gemeentelijk monument. Een horrorattractie met de naam Danse Macabre komt ervoor in de plaats, waarmee, net als vaker in de Efteling, vernieuwing in een al bekend jasje wordt gegoten.

In Het Noordbrabants Museum in 's-Hertogenbosch is Efteling: de tentoonstelling t/m 21 mei 2023 te zien.

maandag 13 maart 2023

Korhoen

Koerhoen (man) in:
C. Nozeman, M. Houttuyn, C. Sepp, J.C. Sepp:
Nederlandsche vogelen volgens hunne huishouding, aert en eigenschappen beschreeven
KOD 041 H 01
Tetrao, Tetrix, Kor-berk of Moer-hoen

Bovenstaande fraaie afbeelding van een korhoen (man) staat in deel 2 van de boekenserie Nederlandsche vogelen, uitgebracht in 1789. Het leefgebied van deze vogel bevond zich toen in het oosten van het land:
“…terwyl naer de grenzen toe van ’t Munstersche en van het Graefschap Benthem, in ’t Twentsche, Drentsche, en Groningsche land, ook nu en dan in Salland, de tweede soort niet ongemeenzaem, en als een aldaer huishoudende en voortteelende Vogel, wordt aengetroffen.” Lange tijd was het korhoen te vinden op grotere heideterreinen, venen en kleinschalig akkerland, of zoals het in Nederlandsche vogelen staat: "... dat de Korhoenders de Berkenbosschen beminnen en meest ter bewooninge verkiezen; hoewel zy ook in oorden, daer die boomen niet zoo overvloedig staen, onder het kreupelhout van de wildernissen, op hooggeleegen Heijen, vooral in de naebyheid van Moeren en steekturfveenen zig ophouden: waervan daen het, denkelyk, zal gekoomen zyn, dat sommigen ook aen deeze vogelen den naem van Moer- (d.i. Moeras-) hoenderen gegeeven hebben." In de jaren 1950 kwam door ontginning en intensivering van de landbouw het leefgebied van het korhoen in het gedrang en hun aantallen slonken zienderogen. In onze tijd is een waarneming van een (wilde) korhoen een zeldzaamheid geworden en een van de weinige plekken waar dat nog kan, is op de Sallandse Heuvelrug. En dat alleen maar dankzij een meerjarig herintroductie-project van deze soort. Sinds 2012 worden jaarlijks korhoenders uit Zweden gehaald om een populatie op de Sallandse Heuvelrug in stand te houden. Maar ieder jaar legt een groot aantal van hen het loodje. Overmatige stikstofdepositie heeft als gevolg een tekort aan insecten, belangrijk voedsel voor met name de jongen van het korhoen. Het voelt dus als water naar de zee dragen en er is dan ook regelmatig kritiek op deze herintroductie. Overigens kende Noord-Brabant in de periode 2009-2010 ook een herintroductie van het korhoen, en wel op de Regte Heide. Dit liep uit of een fiasco en al snel werd het project beëindigd.

Het vrouwtje korhoen ziet er anders uit dan het mannetje: "Deze Kor-hennen verschillen anders zeer merkelyk in vederkoleursel van haere Mannen. Het roode, tepelige, veld haerer wenkbraeuwen is op geen stukken nae zo groot of kennelyk; haer staert is niet gevorkt, en haere buitenste staertpennen zyn ook niet vlak omgeboogen. Zy hebben geen' blinkende gloed op sommige haerer vederen." 
Korhoen (vrouw) in:
C. Nozeman, M. Houttuyn, C. Sepp, J.C. Sepp:
Nederlandsche vogelen volgens hunne huishouding, aert en eigenschappen beschreeven
KOD O41 H 01
Tot slot nog iets over de staart van het korhoen. Eén van de oude benamingen voor deze vogel was kasteelhoen. Blok en Ter Stege schrijven in De Nederlandse vogelnamen en hun betekenis hierover: "De uitgespreide staart die tijdens de balts een voorname rol speelt wordt hier vergeleken met de hoge achtersteven van een schip, in het Middelnederlands 'casteel' genaamd." 

Vindplaats: KOD 041 H 01