Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

donderdag 22 juni 2023

Commissaris van de Koning op bezoek bij Brabant-Collectie

Donderdagochtend 15 juni jl. vereerde de commissaris van de Koning in Noord-Brabant, mr. Ina Adema, de Brabant-Collectie met een bezoek. De collectie is eigendom van de provincie en wordt beheerd in de Universiteitsbibliotheek van Tilburg. Mevrouw Adema werd ontvangen door onder anderen de rector van de Universiteit, Wim van de Donk, en de directeur van Library and IT Services, Corné van Nispen.

Medewerkers van de Brabant-Collectie gaven uitleg over de werkzaamheden die nodig zijn voor het beheer en de ontsluiting van de collectie en vertelden hoe deze rijke en veelzijdige verzameling wordt ingezet voor allerlei maatschappelijke, economische en wetenschappelijke doelen. Tenslotte werd een selectie uit de collectie getoond door de conservator.

Mevrouw Adema was erg onder de indruk van de diversiteit van de collectie en schatte deze van grote waarde voor Brabant en de Brabanders. Ze gaf aan dat ze nu begreep uit welke bron de schrijvers van vele historische artikelen putten en ook dat het belangrijk is dat mensen bewust zijn van hun geschiedenis. En niet alleen de huidige generatie, maar ook de toekomstige generaties. Haar bezoek sloot ze af met de woorden “wat een fantastische collectie en het is duidelijk dat die met heel veel passie en kunde beheerd en ontsloten wordt”.
© Corine Bon / Brabant-Collectie, Tilburg University
© Corine Bon / Brabant-Collectie, Tilburg University

maandag 19 juni 2023

Genealogie: de voortdurende, veelzijdige belangstelling voor personen en families van weleer

 
De biografie als literair genre heeft de interesse van veel lezers. We vinden het interessant om te lezen over hoe iemand leefde, voor welke vragen of problemen men zich gesteld zag en hoe deze al dan niet werden opgelost. Er verschenen (en verschijnen) talloze biografieën; over kunstenaars, historische figuren en auteurs.

Deze zelfde kwesties speelden vanzelfsprekend ook een rol voor de ‘gewone’, anonieme burger en zijn familie. Ook die geschiedenissen zijn in het verleden – al dan niet door de betrokkende zelf – opgetekend. En ze vormen een aanleiding voor onderzoek. Dit gebeurt tot op de dag van vandaag, vanuit de nieuwsgierigheid naar de eigen of andermans familiegeschiedenis. In tijdschriften, jaarboeken en in heuse biografieën worden levensbeschrijvingen opgetekend en krijgt de lezer zicht op het reilen en zeilen van (mensen uit) voorbije generaties. GEN. Magazine voor familiegeschiedenis is zo’n tijdschrift. Het komt vier keer per jaar uit en is een uitgave van het Centraal Bureau voor Genealogie, tegenwoordig CBG/Centrum voor familiegeschiedenis geheten. Omdat het een landelijk tijdschrift is, komen niet alleen Brabantse voorbeelden voorbij. Het maartnummer van 2023 mag daarom wel wat extra aandacht krijgen. Drie substantiële artikelen zijn – naast enkele korte berichten – direct aan Brabant te linken. We laten de artikelen hier kort de revue passeren.

De eerste bijdrage (auteur: Jacqueline Verkleij) gaat over de achttiende-eeuwse Maria van Antwerpen (1719-1781); een boeiende persoon, gezien vanuit onze tijd, waarin vaak over ‘gender’ en ‘identiteit’ wordt geschreven en gesproken. Maria staat bekend als een vrouw die als soldaat heeft gevochten in het Staatse leger, maar ook is veroordeeld voor travestie. De verhoren die zij voor de rechtbank heeft ondergaan, zijn in juridische archieven bewaard gebleven en verder is een deel van haar levensverhaal (met de nodige literaire vrijheden) opgetekend in De Bredasche Heldinne, of merkwaardige levens-gevallen van Maria van Antwerpen uit 1751. De auteur van dat boek is Franciscus Lievens Kersteman die Maria leerde kennen toen hij zelf vanwege oplichting van een juwelier in de Bredase gevangenis zat. En er is nog een ‘vermaekelyk liedeken van een manhaftig vrouwpersoon’ gemaakt, waarin het leven van Maria centraal staat. In haar verklaringen voor de rechtbank (1769) gaf ze nadrukkelijk aan ‘in de natuur een manspersoon, maar uiterlijk een vrouwspersoon’ te zijn. In het in de (autobiografische) ik-vorm geschreven De Bredasche Heldinne staat het nodige over haar diensttijd, waarin zij de naam Jan van Ant voerde. Er volgden twee huwelijken met vrouwen (de eerste keer als Jan, de tweede keer als Machiel), én evenzovele ontmaskeringen met daaropvolgende verbanningen. De wieg van Maria van Antwerpen stond in Breda, een deel van haar leven (van dienstmeid tot soldaat) speelde zich af in die stad en daar werd ze uiteindelijk ook begraven. Het kleurrijke verhaal dat in De Bredasche Heldinne uit de doeken wordt gedaan, sluit aan bij de traditie van de travestieromans die in de loop van de achttiende eeuw populair werden, en bij het populaire genre van de criminele biografie: de levensbeschrijving van beruchte misdadigers. Maar bovenal zijn het de biografische aspecten die het tot een bijzonder boek maken.

Het tweede Brabantse artikel is van de hand van Willem van den Elzen die onderzoek heeft gedaan naar de geschiedenis van misdaad en criminaliteit in Oss. In de rechtbankverslagen stuitte hij meer dan eens op de familienaam De Bie. In de periode van ongeveer 1850-1940 zijn leden van deze beruchte familie met enige regelmaat betrokken bij diefstallen, belastingontduiking, mishandeling en zelfs doodslag en moord. Als in de tweede helft van de negentiende eeuw meer aandacht komt voor handhaving en rechtspraak wordt er vanzelfsprekend meer opgetekend. Deze bronnen, samen met andere genealogische archieven, zorgen voor een beter zicht op een familiegeschiedenis in Oss. De sociale context waarbinnen dit gebeurde (armoe > diefstal > criminaliteit > misdaad) komt in het artikel aan bod, evenals de ‘gemakkelijke’ beschuldigingen aan het adres van de familie van een bij tijd en wijle corrupte overheid.

Genealogisch spoorzoeken aan de hand van foto’s is de kern van de bijdrage van Peter Eyckerman over een carte de visite van H.J. Tollens. Deze fotograaf was actief in Dordrecht, Roermond en Eindhoven. Van de ooit gemaakte carte de visite-foto’s is bij het overgrote deel niet te zeggen wie er is afgebeeld. De portretfoto was tenslotte niet meer alleen voor de allerrijksten weggelegd. Met een paar aanknopingspunten kan toch onderzoek gedaan worden naar de herkomst en de geportretteerden. Kleding, meubilair en de achtergrond kunnen, als je over meer foto’s uit hetzelfde atelier beschikt, van dienst zijn bij de datering. Ook de informatie over de fotograaf op de foto kan ons meer vertellen. En bestaat er een vermoeden van de geportretteerde dan heb je met genealogische data wellicht de sleutel in handen. Of als er een andere foto van de geportretteerde is overgeleverd. Maar dan moeten wel alle puzzelstukjes passen….

Drie artikelen met een totaal verschillende invalshoek; goed geschreven en prettig leesbaar. Zit er iets overeenkomstigs in? Ja! Brabant.

Vindplaats: T 09700