Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

woensdag 20 februari 2019

Communicatiepartners van de Brabant-Collectie

De Brabant-Collectie neemt deel aan een communicatieoverleg met verschillende organisaties die zich bezighouden met het erfgoed in onze provincie. Door deze bijeenkomsten kunnen we elkaar versterken en zijn communicatielijnen korter. Graag stellen wij deze organisaties aan u voor.


De Provincie Noord-Brabant - initiatiefnemer van dit overleg en eigenaar van de Brabant-Collectie - en Het Noordbrabants Museum zijn oude bekenden. Onze collectie en die van het museum hebben gemeenschappelijke roots in de verzamelingen van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant. Gezamenlijk maakten we in 2017-2018 de tentoonstelling Papieren Juweeltjes

Met Erfgoed Brabant, het provinciale kennis- en expertisecentrum voor erfgoed, werken we al langer samen op verschillende terreinen. Hetzelfde geldt voor de stichting Brabants Heem, de overkoepelende organisatie van de Brabantse heemkundekringen. Met deze stichting wordt gewerkt aan het digitaliseren van de bladen van Brabantse heemkundekringen.

Op het gebied van materieel erfgoed helpt ErfgoedLab Brabant particuliere monumenteigenaren met advies, kennisdeling en inzet van vouchers het proces naar herbestemming te versnellen. Het herbestemmen van erfgoedlocaties is ook opdracht van de Erfgoedfabriek, een langlopend investeringsprogramma van de provincie.

Versterking en verbetering van de gemeentelijke monumentenzorg is de taak van Monumentenhuis Brabant. Monumentenwacht Noord-Brabant helpt monumenteigenaren bij het onderhouden van hun pand.

De laatste partner, de Zuiderwaterlinie, bestaat uit een samenwerkingsverband dat de 11 Brabantse vestingsteden en hun ommeland, verbonden door het typisch Nederlandse verhaal van verdedigen met water onder de aandacht brengt.

Interesse in de activiteiten van een van deze partners? Bekijk hun websites voor meer informatie.

maandag 18 februari 2019

Tijdschrift: De Rosdoek

De Rosdoek is de naam van een periodiek dat vier keer per jaar verschijnt en wordt uitgegeven door de Heemkundige Studiekring 'De Acht Zaligheden'. Hierin publiceren de leden artikelen over heemkundige onderwerpen. Tevens bevat het blad korte boekbesprekingen en besprekingen van artikelen uit periodieken van zusterverenigingen. In De Rosdoek verschijnen ook artikelen over onderzoek dat door leden gedaan is. De redactie biedt hen daarbij praktische ondersteuning. Een deel van die leden werkt bovendien actief mee in commissies en studiegroepen.
De naam van het blad is ontleend aan de rosdoek die vroeger een bergplaats was onder een hoogkar: een juten zak waarin dingen vervoerd werden die men op die kar niet kwijt kon. Het blad is een soort rosdoek waarin informatie en nieuws over het werkgebied wordt verzameld.
Het werkgebied van de kring is de Acht Zaligheden, bestaande uit gemeente Eersel (kerkdorpen Duizel, Eersel, Steensel), gemeente Bergeijk (kerkdorpen Riethoven en Westerhoven), gemeente Bladel (met het kerkdorp Hoogeloon) en gemeente Veldhoven met uitzondering van kerkdorp Zeelst. De naam, een toespeling op de Bergrede, verwijst naar het -sel waarop de naam van deze acht dorpen eindigt. Ondanks dat de dorpen Duizel en Wintelre niet op -sel eindigen, worden ze historisch gezien bij de Acht Zaligheden gerekend. Zo werd Duizel van oudsher geschreven als Duisel en wordt Wintelre in de volksmond Wèntersel genoemd. De naam Acht Zaligheden zou ook ontstaan kunnen zijn tijdens de Belgische revolutie in 1830. Hollandse militairen die in de Kempen gelegerd waren, vonden deze streek maar armzalig; sarcastisch spraken zij van Zaligheden. Ook kan de term Zaligheden een verbastering zijn van het oud-Nederlandse "Sheligheden", wat verwijst naar het achtervoegsel -sel. Dat is dan weer afgeleid van het Latijnse "sele", op zijn beurt een verbastering van "sala", wat woning of hoofdverblijf betekent.
De Heemkundige Studiekring 'De Acht Zaligheden' wil de woonomgeving onderzoeken en de kennis daarover vastleggen, bewaren en verspreiden. Dit gebeurt onder andere door de publicatie van artikelen over het immaterieel (cultureel) erfgoed van de Acht Zaligheden in De Rosdoek. Deze artikelen hebben onder andere toponymie, monumenten, familiegeschiedenis en kerkgeschiedenis als onderwerp. Het oorspronkelijk werkgebied van de in 1947 gestichte studiekring was het hele gebied ten zuidwesten van Eindhoven dat bekend staat als de Kempen, ook wel aangeduid als de Streek van de Acht Zaligheden. In de loop van de tijd wilde men zich meer specialiseren en primair richten op het eigen werkgebied. Daarom zijn er in goed overleg een aantal nieuwe verenigingen en historische stichtingen ontstaan in de Kempen.

De Rosdoek is aanwezig en raadpleegbaar op niveau 0 van de universiteitsbibliotheek.
Vindplaats: T 07477

donderdag 7 februari 2019

Wetenschappelijk vlees

De anatomie van ons lichaam is al eeuwenlang onderwerp van wetenschappelijke studie, met name in de geneeskunde. In de Noordelijke Nederlanden realiseerde men zich halverwege de 16e eeuw dat kennis van de structuur van het lichaam van belang was voor het werk van chirurgijns en vroedvrouwen. Vanaf 1556 mocht het Amsterdamse chirurgijnsgilde eenmaal per jaar het lichaam van een geëxecuteerde misdadiger opensnijden met als doel het lichaam te ontleden (Grieks: aná, open, tomé, snede). De bekendste afbeelding van een dergelijke ontleding is natuurlijk Rembrandts Anatomische les van Dr. Nicolaes Tulp uit 1632. Een soortgelijke afbeelding van een chirurgisch 'theater' is de kopergravure uit Cours d'operations de chirurgie van Pierre Dionis (Brussel 1708).
P. Dionis: Cours d'operations de chirurgie
Brussel 1708
CBC TFK A 7690
Het vakgebied won snel aan status en lectors in de anatomie werden al in het vierde kwart van de 16e eeuw aangesteld. Van deze vroege Noord-Nederlandse anatomen zijn de hierboven genoemde Nicolaes Tulp (1593-1674) en Frederik Ruysch (1638-1731) ongetwijfeld de bekendste. In de 18e eeuw behoorde de Leidse hoogleraar B.S. Albinus (1697-1770) tot de top van de anatomische wetenschappers. Zijn afbeeldingen horen tot de allernauwkeurigste.
De universiteitsbibliotheek beheert een verrassende hoeveelheid belangwekkende historische geneeskundige werken, hoewel Tilburg University geen medische faculteit bezit en een dergelijke collectie hier dan ook niet in de lijn der verwachting ligt. De bekende werken van vroege anatomen als Vesalius en Ruysch ontbreken, maar de boeken van veel andere specialisten op dit geneeskundige gebied zijn wel degelijk aanwezig. Het vroegste anatomische werk in de collectie stamt uit 1656: Anatomia, ofte, Ontledinge des menschelicken lichaems van de Deense arts Thomas Bartholin (1616-1680), de ontdekker van ons lymfevatenstelsel.
Th. Bartolin
Gegraveerd titelblad; typografisch titelblad; ontleed hoofd
Tot de 18e-eeuwse topstukken behoort zonder meer Explicatio tabularum anatomicarum Barth. Eustachii (1744), het wetenschappelijk commentaar van de hierboven genoemde Bernhard Siegfried Albinus op de anatomische prenten van de 16e-eeuwse Italiaanse anatoom Bartholomeus Eustachius (†1574). Onze tuba auditiva is naar hem vernoemd: buis van Eustachius.
B.S. Albinus
Titelblad en twee keer afbeelding XXXI
De 19e eeuw is vertegenwoordigd met twee opwindend fraaie folianten: het tweedelige Magazijn van ontleedkunde (1834) en Anatomischer Atlas des menschlichen Körpers (1830-1834). Laatstgenoemd boek is van de Duitse patholoog-anatoom Moritz Ignaz Weber (1795-1875).
Magazijn van ontleedkunde
CBC TFK D 29
Voor de tentoonstelling zijn 35 ontleedkundige werken geselecteerd, uit de periode 17e eeuw tot ongeveer 1920. De grootste verrassing van de selectie is zonder enige twijfel het opmerkelijk grote aantal anatomische boeken met beweegbare afbeeldingen uit het eind van de 19e- en begin van de 20e eeuw. Tussen 1860 en 1920 was er een ware hausse van drukwerk met beweegbare illustraties. De uitgeverij van Æbele Evert Kluwer (1868-1933) in Deventer heeft verschillende titels met beweegbare illustraties uitgebracht. Op anatomisch gebied komen man, vrouw, kind, hoofd, oog maar ook dieren aan bod, zoals de koe en de honingbij. Het is bijna onmogelijk niet in superlatieven te vervallen, aangezien dit soort boeken werkelijk schitterend zijn om te bekijken. En hoewel de benaming topstuk om verschillende redenen vermeden dient te worden, behoort het boekje van Aletta Jacobs (1854-1929) over de anatomie van de vrouw tot de bijzonderste in de tentoonstelling.


Boeken met beweegbare illustraties
Te zien: in de universiteitsbibliotheek op niveau 0 (t/m donderdag 9 mei) en niveau 1 (t/m vrijdag 1 maart).