Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

maandag 18 april 2016

Tijdschrift: Het Hagelkruis

Het Hagelkruis is het informatie- en contactblad van Heemkundekring Barthold van Heessel uit Aarle-Rixtel. Dit dorp is een voormalige heerlijkheid en valt onder gemeente Laarbeek. De heemkundekring, opgericht in 1952, zet zich in voor het bevorderen van de bewustwording rondom het behoud en de versterking van het historisch erfgoed. Hiertoe organiseert men lezingen, exposities, wandelingen en excursies en verzamelt en beheert men documentatiemateriaal etc. De kring draagt de naam van Berthold van Heessel, de erfsecretaris van Peelland in de 17e eeuw.
Vanaf de eerste jaargang (1984) verscheen het blad in A5-formaat, maar in 2014 stapte men over naar A4, kreeg het blad een kleurenomslag en werden bij de artikelen kleurenfoto's geplaatst. Het Hagelkruis verschijnt 3 tot 4 keer per jaar.

De naam van het tijdschrift refereert naar het mogelijk oudst bewaard gebleven hagelkruis van Nederland, dat te vinden is in de velden net buiten Aarle-Rixtel. Een hagelkruis is een wegkruis dat geplaatst werd op een kruispunt van wegen om boze geesten af te weren. Het christendom probeerde deze zogenaamde heidense angsten in te kapselen door op die plaatsen hagelkruisen te zetten. Naast bescherming tegen boze invloeden, boden zij bescherming tegen onweer en hagelschade.
Dergelijke kruisen moeten op vele plaatsen in Nederland gestaan hebben. Hier en daar zijn ze nog terug te vinden, al zijn het vaak exemplaren die in de loop der tijd vervangen zijn door een nieuwe. Het 14e eeuwse hardstenen kruis uit Aarle-Riztel is wel een origineel exemplaar. Rond 1910 heeft men er ter bescherming een hek omheen geplaatst.

In het tijdschrift staan artikelen over geschiedenis en heemkunde van Aarle-Rixtel. In nummer 4 van 2012 werd uitgebreid aandacht besteed aan het 60-jarig bestaan van de heemkundekring. Henk van Beek, oud raadslid van voormalige gemeente Aarle-Rixtel, publiceert regelmatig in Het Hagelkruis. Naast liedschrijver is hij de ontwerper van de Laarbeekse vlag en bestuurslid van de heemkundekring.

Het tijdschrift is vanaf jaargang 1 (1984) aanwezig bij de Brabant-Collectie.
Vindplaats: T 07474

donderdag 7 april 2016

Bossche boekbanden op de Jeroen Bosch expositie

De Brabant-Collectie heeft een bruikleen verstrekt aan de expositie Jheronimus Bosch: Visioenen van een genie in het Noordbrabants Museum te ’s-Hertogenbosch. Het betreft een uiterst fraaie boekband vervaardigd in de Bossche boekbinderij van de Broeders van het Gemene Leven in de Hinterhamerstraat.
Op deze tentoonstelling zijn maar liefst twee boekbanden van de Broeders van het Gemene Leven te ’s-Hertogenbosch te zien: objectnummer 18 met paneelstempel Christus als Man der Smarten, afkomstig uit de Brabant-Collectie, en objectnummer 95 met paneelstempel van de heilige Hiëronymus van de Universiteitsbibliotheek Nijmegen.

De Fraters of Broeders van het Gemene Leven waren actief binnen diverse onderdelen van het Bossche boekbedrijf. Zij werden ook de ‘broeders van de penne’ genoemd. Ze leverden papier en perkament aan het Bossche stadsbestuur, kopieerden, schreven en verluchtten handschriften. Daarnaast verrichtten ze bindwerkzaamheden voor hun eigen bibliotheek en in opdracht voor diverse kloosters in de omgeving. Vanaf 1525 was het fraterhuis ook actief als drukkerij en verkocht het boeken van andere drukkers uit de stad. De fraters vervaardigden onder andere handschriften voor het Tertiarissenklooster Bloemenkamp achter de Tolburg.
De Brabant-Collectie bezit tenminste zes banden uit de boekbinderij van de Broeders van het Gemene Leven (ook Domus Fratrum Sancti Gregorii genaamd). Beide genoemde banden met paneelstempels zijn aanwezig in de collectie. Echter, de een is meer afgesleten dan de ander.

Op onderstaande band staat een gedetailleerde religieuze voorstelling: Christus is afgebeeld als Man van Smarten. Met gekruiste armen staat hij in een graftombe, omringd door de Arma Christi oftewel lijdenswerktuigen: dwarshout van het Kruis, Kruisopschrift (midden), ladder, speer, hysopstengel met spons, trektang, twee balsemvaten (links), geselkolom met gesel en roede, balsemvat, dobbelsteen (rechts), drie spijkers. De afbeelding is gevat in een venster en voorzien van de spreukband: O vos omnes qui transitis per viam attendite et videte si est dolor similis sicut dolor meus. Naast de paneelstempeling zijn de platten ook versierd met blindstempels: een bloeiende roos met 6 blaadjes in een cirkel en een vierbladige bloem in een ruit. Drie vrijwel identieke banden zijn aanwezig bij de Brabant-Collectie: KHS 9, KHS 14 en KHS 16.
Boekband met paneelstempeling: op voorplat Man der Smarten, 
Broeders van het Gemene Leven, ’s-Hertogenbosch, circa 1500
Papier in kalfsleren band

Handschrift
Jacobus van Gruitrode, Meditatie-en gebedenboek,
Tertiarissenklooster Bloemenkamp: 's-Hertogenbosch, circa 1500 
Vindplaats: KHS 9
Onderstaande boekband is erg afgesleten en gerestaureerd. Met behulp van strijklicht of door het maken van wrijfsels is de voorstelling van de paneelstempel beter te bekijken.
Op het achterplat is de kerkvader Hiëronymus te zien. Hij is gehuld in een lange mantel met kardinaalshoed. In zijn rechterhand heeft hij een opengeslagen boek en in zijn linkerhand een kruisstaf. Een leeuw ligt aan zijn voeten. De voorstelling wordt getoond in een venster. Aan weerszijden staat een monogram DF: Domus Fratrum. Hij wordt omgeven door de tekst: Salve pater flos doctorum. Salve flos decusq[ue] morum inclite Iheronime respice finem.
Zowel Gregorius als Hiëronymus waren destijds de patroonheiligen van de huizen van de Broeders van het Gemene Leven.
Boekband met paneelstempeling: op achterplat patroonheilige Hiëronymus
Broeders van het Gemene Leven, ’s-Hertogenbosch, circa 1516 
Papier in kalfsleren band

Handschrift
Passieverhaal en sacramentsgebeden in het Middelnederlands
Tertiarissenklooster Bloemenkamp: 's-Hertogenbosch,
Vindplaats: KHS 21
Op het voorplat bevindt zich een afbeelding van ‘Onze Lieve Vrouw in de Zon’ oftewel de Onbevlekte Ontvangenis. De blindstempels tonen een gekroond, klimmend leeuwtje in ruit, Franse lelie in ruit met geparelde rand en bladornament in ruit. 
Het op de tentoonstelling getoonde exemplaar is echter niet afkomstig uit Brabant, maar uit het Redemptoristenklooster te Wittem. De band bevindt zich nu in de Universiteitsbibliotheek Nijmegen.

woensdag 6 april 2016

Bossche drukkers ten tijde van Jeroen Bosch

De late 15de eeuw was een periode van welvaart voor ’s-Hertogenbosch. In deze tijd floreerden de kunsten. Jeroen Bosch (ca. 1450-1516) schilderde zijn meesterwerken, de St. Jan werd gebouwd en ook vele boeken werden geschreven, gekopieerd of gedrukt. Van de schilder is niet bekend of hij een eigen bibliotheek bezat, maar hij heeft ongetwijfeld kennis gehad van en inspiratie gehaald uit de vele boekwerken die in deze periode in zijn stad gedrukt werden.

De circa 2.000 zogeheten Brabantse drukken in onze verzameling zijn een aanleiding om de drukkers uit de tijd van Bosch onder de loep te nemen. Deze in Brabant gedrukte werken van voor 1 januari 1851 vormen een speerpunt waarop actief verzameld wordt.
Er zijn twee Bossche drukkers die we in verband kunnen brengen met Jeroen Bosch: Gerard Leempt en Laurens Hayen.

Gerard Leempt
Gerard Leempt (Nijmegen, ca. 1450-ca.1489) was de eerste boekdrukker in de Noordelijke Nederlanden. Hij was werkzaam in Utrecht en Nijmegen. Vanaf 1484 is hij de eerste boekdrukker in ’s-Hertogenbosch. Leempt had zijn drukkerij en boekhandel in de Kerkstraat. Aannemelijk is dat hij een goede bekende van Jeroen Bosch wasDe Brabant-Collectie bezit helaas geen door Leempt gedrukte werken. Wel aanwezig in de collectie Theologie van Tilburg University is deze incunabel uit 1474, behorend tot zijn Utrechtse periode: Soliloquium animae van Thomas à Kempis (foliant, 38 bladen). Een incunabel oftewel wiegendruk is een boek of geschrift dat gezet is met losse letters en gedrukt is vóór 1 januari 1501.
Thomas à Kempis, Soliloquium animae,
Utrecht: Nicolaus Ketelaer en Gherardus de Leempt, 1474
Vindplaats: KTFK INC 4.
De lijst van Bossche incunabelen van zijn pers blijft steken op 13 of 14 in totaal. Van bijna de helft van de titels is maar één exemplaar bekend. Het oudste Bossche incunabel met de titel Boeck van Tondalus vysioen is in 1484 gedrukt bij Leempt. Hiervan is het enig bekende exemplaar verloren gegaan bij een brand in de universiteitsbibliotheek Leuven, veroorzaakt door de Duitsers in 1914. Op basis van latere beschrijvingen en een veiling weten we nog het nodige van dit incunabel. De eerste gedrukte boeken leken nog erg veel op de handschriften die als kopij werden gebruikt. Het gedrukte Leuvense exemplaar van Leempt’s Tondalus bevatte ruimtes voor het met de hand intekenen van de initialen aan het begin van ieder hoofdstuk. Dit exemplaar was dus niet afgewerkt!
De beschrijvingen in het boek van Tondalus over een Ierse ridder die een tocht maakt door hel, vagevuur en hemel, doen sterk denken aan de geschilderde wereld van Jeroen Bosch. Enkele relaties met het werk van Jeroen Bosch noemen we hier:
  • De vogel-duivel op de kakstoel op het rechter binnenluik van de Tuin der Lusten lijkt geïnspireerd te zijn op de straf voor de monniken en nonnen in het visioen, waarbij een monster beschreven wordt met een vogelbek dat de zielen opvreet en weer uitscheidt. 
  • De gehelmde (ridder)figuur op een os onderaan het rechterbinnenluik van de Hooiwagentriptiek wordt soms in verband gebracht met de passage waarin Tondalus een wilde koe over een scherpe metalen brug (als een zwaard) moet passeren, terwijl hij in de afgrond (de hel) kijkt. 
  • Er is een schilderij bekend van een navolger van Jeroen Bosch in het Museo Lázaro Galdiano in Madrid dat deze titel heeft gekregen. 
Na de dood van Leempt zet zijn vrouw Fyken de boekhandel voort, maar zij stopt met de drukkerij.

Laurens Hayen
Laurens Hayen was na Leempt de tweede boekdrukker die binnen de Bossche stadsmuren werkte. Hayen was, net als Bosch, lid van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. Hij wordt voor het eerst in 1497 vermeld als boekbinder. Zijn drukkerij richtte hij op in 1508-1509. Werkzaam als drukker was hij tot 1528. Van hem zijn ongeveer 40 verschillende boeken bekend. De Brabant-Collectie bezit vijf postincunabelen van Hayen (vier in het Latijn en een in het Nederlands). Deze boeken worden zo genoemd, omdat zij gedrukt zijn tussen 1501-1540 na de incunabelen. Dit aantal lijkt weinig, maar van veel drukwerken van zijn hand is geen of maar één exemplaar bekend. Een voorbeeld is onderstaand werk De consolatione philosophiae van Boëthius, dat Hayen in 1509 drukte. Dit boek behoort tot een van de meest gekopieerde en invloedrijke filosofische werken over het vroege middeleeuwse christendom. 
Titelpagina met houtsnede van de heilige Laurentius
Anicius Manlius Severinus Boëthius, De consolatione philosophiae,
's-Hertogenbosch: Laurens Hayen, 1509
Vindplaats: KOD 1509 ’s-Hert. 1
Mocht het door de houtsnede die Hayen als een soort drukkersmerk gebruikte niet duidelijk zijn, het colofon laat er geen twijfel over bestaan dat hij de drukker is. De vertaling luidt: 
Hier eindigt het vijfde en laatste boek van Boetius De consolatione philosophie. Gedrukt door mij Laurens Hayen in het jaar onzes heren 1509.
Colofon
Anicius Manlius Severinus Boëthius, De consolatione philosophiae,
's-Hertogenbosch: Laurens Hayen, 1509
Vindplaats: KOD 1509 ’s-Hert. 1
   
Dezelfde houtsnede als drukkersmerk zien we ook op de titelpagina van het eerder besproken leerboekje met brieven van Plinius Secundus dat ooit aan Calvijn toebehoorde. Het werkje van de humanist Johannes Picus Mirandula (1463-1494) is toegeschreven aan Hayen door deze houtsnede van Santus Lambertus aan het einde.
Johannis Picus Mirandula, Auree epistole ...,
 's-Hertogenbosch: Hayen, ca. 1515
Vindplaats: KOD 1515 ’s-Hert. 1
Op de Jeroen Bosch expositie zijn drie boekjes gedrukt door Laurens Hayen te zien. Forma erectionis … 1318 … fraternitatis seu gildae beatissime virginis Marie in ecclesia Sancti Johannis met daarin pauselijke goedkeuringen voor de broederschap. Het wordt in de expositie gedateerd op 1518-1519, dus na de dood van Bosch. Rekeningen van de Bossche broederschap vormen een bron voor een mogelijke eerdere datering tussen 1506-1512. De andere twee boekjes van Hayen op de expositie zijn: Dionysius de Kartuizer, Tractaet vanden loflyken maegdhelijken leven (1510)  en Gerardus Zerbolt de Zutphania, Een devoet ende suverlyck boexken ende is ghenoemt: den boem des levens des ghecruysten jesu (ca. 1514).

Daglichtfoto’s van Arnold Verhees en Pierre Weijnen

De Brabant-Collectie heeft in 2015 op een veiling twee series daglichtfoto’s uit 1904-1905 (in het totaal 84 stuks) van de Bossche fotografen Arnold Verhees en Pierre Weijnen aangekocht. Onlangs zijn deze foto’s beschreven en gedigitaliseerd. Binnenkort zijn ze te bekijken via de databank Topografische-Historische Atlas.

A.C. Verhees (1859-1929) was tussen 1874 en 1929 werkzaam als houtgraveur en fotograaf in de Hinthamerstraat te ’s-Hertogenbosch. Vanaf 1912 produceerde hij drukblokken en stempels en verkocht hij ook fotografische artikelen. Verhees maakte in juni en juli 1904 opnamen bij Heusden en Andel van de werkzaamheden van de afdamming van de arm van de Maas in de richting van de Waal en Merwede (de afgedamde Maas genaamd). Daarnaast fotografeerde hij de openingsceremonie van de nieuw gegraven Bergsche Maas (o.a. de onthulling van gedenksteen bij Andel) op 18 augustus 1904, bijgewoond door Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik.
Het water stroomde van Maas naar Waalzijde ten gevolge van de werking van den tijd. dam bij Heusden was de stroom echter gering. Op het oogenblik van de afsluiting was slechts 10 c.M. verschil aan Maas en Waalzijde, 23 Juni  6 u. v.m.
A.C. Verhees
Foto, 1904
Maas / 1904 (38)
Pierre Weijnen (1861-1933) was vooral als portretfotograaf actief tussen 1885 en 1933. Al snel kreeg hij het predicaat hoffotograaf. Eerst werkte hij in zijn geboorteplaats Maastricht. Vanaf mei 1885 vestigde hij zich in de Kerkstraat te ’s-Hertogenbosch. Begin jaren twintig verhuisde hij vervolgens naar de Peperstraat en in 1928 naar de Brugstraat.
Weijnen documenteerde de Noordbrabantsche Nijverheidstentoonstelling in ’s-Hertogenbosch in 1905. De laatste ontwikkelingen op het gebied van nijverheid en techniek werden hier getoond. Vooral de stands van de exposanten en het bezoek van Koningin-moeder Emma aan deze tentoonstelling legde hij vast. In de Tilburgse Courant van 9 en 16 juli 1905 wordt hiervan melding gemaakt, evenals van de verwelkoming van de 5.000ste bezoeker.
Overzichtsfoto van de stands op Nijverheidstentoonstelling te ’s-Hertogenbosch
Pierre Weijnen
Foto, 1905
H 55 / 1905 (6)

Bezoek van koningin-moeder Emma aan de Nijverheidstentoonstelling te ’s-Hertogenbosch
Pierre Weijnen
Foto, 1905
H 55 / 1905 (19)

maandag 4 april 2016

Centsprenten van Lutkie en Cranenburg: een waardevolle aanwinst

Onlangs heeft de Brabant-Collectie 30 kinder- of centsprenten van uitgever C.C. Lutkie en A. Cranenburg via de veiling bij Bubb Kuyper verworven. Dit is een mooie aanvulling op de ruim 100 reeds aanwezige Bossche prenten. Alhoewel en masse geproduceerd, is slechts een fractie van dit vluchtige drukwerk bewaard gebleven. De Brabant-Collectie probeert actief de lacunes in dit fonds aan te vullen.

Lutkie en Cranenburg vestigde in 1838 een kantoorboekhandel in het overgebleven deel van het voormalige refugiehuis aan de St. Jorisstraat te ’s-Hertogenbosch. In 1848 richtten zij ook een boekdrukkerij op, later gevolgd door een steendrukkerij. Wanneer deze firma met het uitgeven van kinderprenten is begonnen, is niet precies bekend, maar mogelijk is dit kort na 1849. Men kocht toen op een veiling een groot deel van de houtblokken van de gesloten Rotterdamse drukker Wijnhoven-Hendriksen en ging hiermee prenten drukken. Van andere firma’s zijn ook blokken overgenomen en daarnaast heeft de firma prenten gekopieerd. Het product was immers niet aan de actualiteit gebonden en verkocht altijd wel.
Slechts een klein aantal prenten draagt het merkteken L&C; deze moeten dus vóór het overlijden van A. Cranenburg in 1852 gedrukt zijn. Prenten zonder merkteken zijn tot het overlijden van Christoffel Lutkie in november 1881 geproduceerd. Hoogstwaarschijnlijk zijn na die datum door de firma Lutkie en Cranenburg geen kinderprenten meer uitgegeven.
Het formaat van deze bladen is ca. 32 x 40 cm en is met houtblokken eenzijdig bedrukt. De onderschriften onder de voorstelling werden gedrukt met losse drukletters. De prenten werden gekleurd of zwart/wit verkocht.
In totaal heeft Lutkie en Cranenburg 162 centsprenten uitgegeven. Qua nummering is het een rommelig fonds. Het hoogste nummer is 119. Veelal zijn er ook herdrukken (dezelfde prenten met twee of drie nummers) uitgeven. Het gaat om 109 verschillende prenten.

Uitgesplitst naar thema’s komen in groten getale prenten met historische onderwerpen, spel en vermaak, ambachtslieden en leurders, en beeldverhalen voor.
Centsprent Och wat pret! dat zeepbel blazen 
Uitgegeven door Lutkie & Cranenburg te ’s-Hertogenbosch tussen 1848-1881: 2e reeks, no. 112 (6 hsn)
De kopers van deze kinder- of centsprenten waren vaak mensen met een kleine beurs, laaggeletterden en kinderen. Deze prent deed dienst als krant, illustratie en beeldverhaal. Het doel van de prenten was lering en vermaak.
Achterzijde van bovenstaande centsprent Och wat pret! dat zeepbel blazen
voorzien van ‘probeersels’ kinderhandschrift (in potlood)
Een willekeurige greep uit deze aanwinst:
  • Geschiedenis, vorsten en historische personen
De vlucht van Hugo de Groot uit Slot Loevenstein in een boekenkist (22 maart 1621).
Centsprent Hoe moed en trouw, gepaard aan list, / weleer De Groot te redden wist …
Uitgegeven door Lutkie & Cranenburg te ’s-Hertogenbosch tussen 1848-1881: 2e reeks, no. 67 (12 hsn); herdruk Wijnhoven-Hendriksen no. 32
  • Kinderspelen en bezigheden 
Voorbeelden zijn: leren, spelen met tol, hoepel of hond, vliegeren en het plukken van fruit. Vaak zijn zowel binnen- als buitenspelende kinderen uit de gegoede burgerij afgebeeld.
Centsprent Als gij deez’ lieve prentjes ziet / Herkent gij dan van Alphen niet …
Uitgegeven door Lutkie & Cranenburg te ’s-Hertogenbosch tussen 1848-1881: 2e reeks, no. 10 (15 hsn); vermoedelijk herdruk W. & J. Hisssink te Zutphen
  • Beeldverhalen (als voorloper van de strip)
De bruiloft van Kloris en Roosje is een klucht, geschreven door Dirck Buysero. Sinds 1707 werd dit in de schouwburg opgevoerd als nastuk bij voorstelling rond nieuwjaarsdag. De maaltijd en het zingen en dansen, inclusief komische effecten (struikelen met borden, die over de grond rollen en tijdens het dansen op de grond liggen) zijn te zien.
Centsprent Hier ziet gij Kloris met zijn Roosje / Dat lief en aardig suikerdoosje
Uitgegeven door Lutkie & Cranenburg te ’s-Hertogenbosch tussen 1848-1881: 
2e reeks, no. 36 (8 hsn)
  • Allegorieën
Verhalen over Luilekkerland gaan over een aards paradijs, waar iedereen zonder te werken allerlei begerenswaardige zaken kan verwerven, zoals onbeperkt eten en drinken. Daarnaast zijn goud, geld, kostbare kleding, eeuwige jeugd en vrije seks belangrijk. Voorbeeld: de fontein van de jeugd is verworden tot wijnfontein en het schijten van heerlijkheden en geld door ezel, hond, paard en os.
Centsprent Luilekkerland
Uitgegeven door Lutkie & Cranenburg te ’s-Hertogenbosch tussen 1848-1881: 2e reeks, no. 113 (20 hsn)

Duivelskwartier: 1595: Heksen, heren en de dood in het vuur

Afgelopen oktober verscheen een meeslepend en toegankelijk boek over de grootschalige heksenjacht in de Peelregio. Het handelt over het jaar 1595, toen heksenvervolgingen daar veelvuldig voorkwamen. De vrouwen werden gezien als handlangers van de duivel en daarom terechtgesteld. In vier maanden tijd werden 23 vrouwen op de brandstapel geëxecuteerd en nog eens 2 vonden de dood in de cel. De vervolgingen begonnen in Cranendock en via Eindhoven, Leende, Heeze, Geldrop, Mierlo, Lierop en Mierlo-Hout eindigden ze 4 maanden later in Asten en Someren.

Het boek beschrijft op basis van archiefmateriaal uit die tijd wat de aanleiding was tot deze vervolgingen. Tevens wordt ingegaan op wat zich precies heeft afgespeeld in de dorpen en hoe het kwam dat vervolgingen zich als een lopend vuur verspreidden over de Peel. Er is oog voor de onderlinge achterdocht en het gruwelijke lot van gewone mensen. Het enige bewijs voor hekserij was een bekentenis en daarvoor werden de vrouwen gemarteld totdat ze toegaven. Waargebeurde verhalen over burenruzies, heksenfeesten, toverij en manipulaties van machthebbers worden uitgebreid beschreven.

Meer boeken over heksenvervolging kunt u vinden in de rubriek G.

Signatuur: BRA G2 OTTE 2015