Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

woensdag 26 juni 2013

Terugblik op boekpresentatie Verkeer en vervoer in Brabant, 1814-1940


De Franse Darracq-auto uit 1903
Foto: Joop Wever, Tilburg
De boekpresentatie Verkeer en vervoer in Brabant, 1814-1940 op vrijdag 14 juni jl. was een sfeervolle en goed bezochte happening. De opkomst (ruim 80 personen) was gevarieerd met zowel Brabantse heemkundigen als archivarissen en liefhebbers van mobiel erfgoed uit het hele land. Een Franse Darracq-auto uit 1903 stond bij de ingang van de lokatie.

Frans Kense overhandigt het eerste exemplaar aan
gedeputeerde Ruud van Heugten.
Foto: Joop Wever, Tilburg 
Na het welkomstwoord van drs. Jos Kuijlen, bibliothecaris Brabant-Collectie, gaf Sander van Bladel als bestuurslid Heemkundekring Tilburg een introductie op het boek. Dr. ing. Gijs Mom, universitair hoofddocent TUe, plaatste de Brabantse mobiliteit in een nationale en internationale context. Hij had bedenkingen bij de door Kense genoemde eerste Brabantse auto van Jos Bogaers. Frans Kense als coördinator en medeauteur overhandigde het eerste exemplaar van het boek aan gedeputeerde Ruud van Heugten, portefeuillehouder Mobiliteit en Financiën van de Provincie Noord-Brabant. Ruud van Heugten kon de vraag van de heer Mom over het waarom van de vele betonwegen in Brabant beantwoorden. De bodemgesteldheid en het voorhanden zijnde materiaal in onze provincie waren daar debet aan.

Frans Kense en Emy Thorissen met het
 schaalmodel van een zogenaamde 'Wright Flyer'.
Foto: Joop Wever, Tilburg 
Voorafgaande aan de boekaanbieding vertelde Frans over enkele unieke gebeurtenissen uit het verleden van Brabant, te beginnen met de legendarische eerste vlucht van een vliegtuig in Nederland. Meer dan 20.000 belangstellenden moesten uren wachten voordat deze eerste vlucht van enkele minuten op de hei bij Etten-Leur plaatsvond. Ook de ‘Blauwe Brabander’ die ingezet werd op een deel van de lijn van Vlissingen naar Vladivostok was een begrip, mede in Duitsland. Op waterbouwkundige gebied heeft Nederland een unieke prestatie geleverd met de bouw van de pijlers van de Moerdijk spoorbrug, een belangrijke ontsluiting van Brabant. Om de rivierbodem op 20 meter diepte te bereiken moest men eerst een zeven meter dikke kleilaag verwijderen. Rond 1870 een ongehoorde prestatie. Zo passeerden nog enkele typisch Brabantse gebeurtenissen de revue. Volgens Kense zijn in het boek nog veel zaken onvermeld moeten blijven. De Brabant-Collectie is met haar boeken en beeldmateriaal goed hierin vertegenwoordigd.

Zie ook het artikel in Brabants Dagblad van 14 juni 2013.

'Een nieu liedeken...', lang vermist, maar weer terecht

Een nieu liedeken om over handt te singhen van Brabandt, ende de ghemeynte staat in deel 2 van het Repertorium van het Nederlandse lied tot 1600 (Gent, 2001) op p. 829 vermeld als een gedrukt liedblad. Er staat bij olim "Provinciaal genootschap Noord-Brabant.[..]  Exemplaar al langere tijd vermist." Het kleine en unieke boekje is onlangs teruggevonden in het gesloten boekenmagazijn van de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg, met als vindplaatsnummer: TRE C 1956.
Graaf Hendrik van den Bergh (1573-1638).
Gravure door Paulus Pontius,
naar Anthonie van Dijck
Op basis van de inhoud kan het lied gedateerd worden omstreeks eind juli - begin augustus 1629. 's-Hertogenbosch was toen nog niet veroverd door Frederik Hendrik. Hendrik van den Bergh, een volle neef van Frederik Hendrik, was in 1629 legeraanvoerder van het Spaanse ontzettingsleger. In juni 1629 kwam hij tot vreugde van de katholieke bewoners, met 30.000 man voetvolk en 70 compagnieën ruiters voor de stad 's-Hertogenbosch, waar Frederik Hendrik zich had verschanst. Hij deed begin juli twee pogingen manschappen de stad in te brengen. Beide zonder succes. Als afleidingsmanoeuvre vertrok Van den Bergh op 17 juli naar de Veluwe, waar hij Ernesto en zijn neef Raimondo Montecúccoli zou treffen die de Spaanse legers komen versterken. Van den Bergh overwon de Spaanse troepen bij Grave en Nijmegen en trok vervolgens de Veluwe op. Daar verslaat hij drieduizend man en neemt samen met Montecúccoli op 14 augustus Amersfoort in. Bijna een maand na zijn vertrek keerde het tij toen de stad Wezel, van groot belang voor de bevoorrading van de Spaanse troepen, vrij onverwacht door de Staatsen werd ingenomen. Er restte Van den Bergh en Montecúccoli niets anders dan naar 's-Hertogenbosch terug te keren. Voor de stad vormden die dagen het breekpunt van het beleg. Het sprankje hoop, dat men geput had uit de verhalen over Van den Berghs successen op de Veluwe - zoals vermeld in Een nieu liedeken - verdween definitief met het bericht dat de stad Wezel was gevallen. Niet lang daarna viel 's-Hertogenbosch. Op 14 september 1629 werd het capitulatieverdrag getekend door Frederik Hendrik en vertegenwoordigers van de Bossche stedelijke regering. In 1632 koos Hendrik van den Bergh, door omkoping, de zijde van de stadhouder. In diens veldtocht langs de Maas speelde hij Roermond en Venlo in Staatse handen.

Een nieu liedeken is een katholieke tekst. Waarschijnlijk is het in Antwerpen gedrukt (drukplaats en drukker niet genoemd). Het boekje bestaat uit twee foliobladen (4 ongenummerd pagina's). Imprimatur ZVH (Zegher van Hontsum). 16,3 x 11,1 cm. Kartonnen omslag bekleed met rood gespikkeld marmerpapier, geplakt over kalfsleren rug. Lichtblauwe (grijsgroene) schutbladen. Schutblad tegen voorplat bevat stempel van het Provinciaal Genootschap.

Dit boekje met vindplaats TRE C 1956 is in de Raadpleegruimte van de Brabant-Collectie in te zien.

Literatuur:
Van der Aa e.a., Biograhisch Woordenboek der Nederlanden schrijft op p. 1074-1075 over Zegerus van Hontsum: Antwerpen, S. Theol. licent, kannunik der O.L.V. kerk, overleed 19 jan. 1643. Hij gaf het licht: Declaratio viridica, quod Begginae nomen, Institutum et Virginem..

Kuijer, P.Th.J., 's-Hertogenbosch stad in het hertogdom Brabant ca. 1185-1629. Zwolle / 's-Hertogenbosch, 2000, m.n. p. 620-624.

donderdag 20 juni 2013

Kerncollectie foto's Martien Coppens permanent in bruikleen (2)

Eerder in dit blog heeft u de aankondiging kunnen lezen van de ondertekening van de bruikleenovereenkomst door de erfgenamen van de bekendste Brabantse fotograaf Martien Coppens (1908-1986) en de Universiteit van Tilburg. Het beheer van de voor onbepaalde tijd in bruikleen gegeven foto’s van Martien Coppens (1632 groot formaat afdrukken) wordt blijvend toevertrouwd aan de Brabant-Collectie. Hieronder volgt een impressie in woord en beeld van deze feestelijke middag.

Jos Kuijlen, bibliothecaris Brabant-Collectie, verwelkomde de familieleden, waarna conservator Emy Thorissen een voordracht hield. Ze gaf een terugblik op de activiteiten, die de Brabant-Collectie vanaf 2007 tot nu zoal heeft ondernomen met betrekking tot de Kerncollectie Martien Coppens. Zo liet ze zien hoe restauratie, digitalisering, ontsluiting, conservering en berging van de foto’s is verlopen. Ook toonde ze opnamen van fotografen die geïnspireerd raakten door Martien Coppens, zoals Gaston Remery, Noud Aartsen en Rees Diepen. Het werk van bovengenoemde fotografen heeft de Brabant-Collectie eveneens in beheer.

Bibliothecaris Jos Kuijlen verwelkomt de familie Coppens en
 andere genodigden
© Paul Slot

Leden van de familie Coppens krijgen uitleg van conservator Emy Thorissen
© Paul Slot
Hierna droegen eerst de kinderen Coppens via ondertekening van een contract hun foto’s  over aan de Stichting Archief Martien Coppens (SAMC). Elk kind bezit 204 groot formaat foto’s. Het bestuur van deze Stichting ondertekende daarna eveneens de contracten. Eén kind ging met zijn 204 vintage prints een aparte verbintenis met de universiteit aan. Vervolgens plaatste SAMC haar handtekening onder de permanente bruikleenovereenkomst met de universiteit betreffende hun 1428 foto's.

De ondertekening van de contracten door de erfgenamen van Martien Coppens
V.l.n.r.: Guido Coppens, Mea Coppens en Ella Coppens
© Paul Slot
Na afloop van deze plechtigheid volgde een bezoek aan de geklimatiseerde depotruimte waar de foto’s onder optimale condities bewaard worden. Met een gezamenlijke borrel werd de middag feestelijk afgesloten.
 
Uitleg in de geklimatiseerde depotruimte van de Brabant-Collectie
V.l.n.r.: Ella, Guido en Gert Coppens
© Paul Slot

Toelichting op de verpakking en berging van de Coppens foto's
© Paul Slot
Afsluiting van de feestelijke middag met een borrel in de Raadpleegruimte
van de Brabant-Collectie
© Paul Slot

maandag 17 juni 2013

De Beeldenaar

De Beeldenaar  is een tweemaandelijks tijdschrift op het gebied van numismatiek en penningkunst. In het tijdschrift verschijnen regelmatig artikelen met onderwerpen die betrekking hebben op Brabant. 

Het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant, voorloper van de huidige Brabant-Collectie, bezat een van de rijkste numismatische collecties van Nederland op het gebied van met name Brabantse munten en penningen. Deze collectie met de bijbehorende referentiewerken bevindt zich tegenwoordig in het Noordbrabants Museum te ’s-Hertogenbosch. In onze huidige bibliotheek vindt u in de rubriek BRA Z2 een collectie naslagwerken over het onderwerp numismatiek. 

De beeldenaar of stempeling is de afbeelding op een munt, penning of ereteken. Het is een term in de numismatiek en de faleristiek voor dat wat op een muntplaatje is geslagen. Naast de legende is de beeldenaar vaak het belangrijkste identificatiemiddel voor een munt. De beeldenaar had vaak ook propagandistische doeleinden. Vaak stelde het een heerser of godheid voor.

In onderwerpkeuze en uitwerking richt dit blad zich op de serieuze en historisch georiënteerde lezer. Het blad is voortgekomen uit een samenwerking tussen twee afzonderlijke verenigingen: het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Munt- en Penningkunde en de Vereniging voor Penningkunst.

Dit komt ook in het periodiek tot uiting. De helft van de artikelen heeft betrekking op de penningkunst, terwijl de andere helft van de artikelen nadrukkelijker over munten en betaalmiddelen gaat. De numismatische onderwerpen variëren van de klassieke munten van de Grieken en Romeinen tot bepaalde wetenswaardigheden over de nieuwste munten. Op het terrein van munten, penningen, ridderorden en bankbiljetten geeft De Beeldenaar wetenschappelijke achtergrondverhalen en actuele uitgiften.

Vanaf jaargang 1 (1977) tot heden is het tijdschrift aanwezig in de bibliotheek. Registers van De Beeldenaar vanaf jaargang 1 in 1977 tot heden vindt u online.  

Vindplaats: T 07357

zondag 16 juni 2013

Karren: meer 'Verkeer en vervoer in Brabant, 1814-1940'

Een vervoersmiddel, waarvan vroeger veelvuldig gebruik gemaakt werd door boeren in Brabant, is de kar. Karren had je in verschillende soorten en maten. Ze werden gebruikt om goederen en/of personen te vervoeren. Dat niet alleen paarden voor de kar stonden, maar ook andere trekdieren, is minder bekend. De prentbriefkaarten die deel uitmaken van de expositie, laten u zien welke dieren dat waren.   

Kar getrokken door een ezel
Roosendaal – Eikendreef (Burgerhoutsche straat)
Prentbriefkaart
Uitg. J. van de Poll - Suykerbuyk
 
Hondenkar met dubbelspan
Met de eieren naar den Bosch
Fotograaf: Herman de Ruiter
Prentbriefkaart
Uitg. J.J.N. Loretz, Firma Wed. J. Loretz, ‘s-Bosch

Noordbrabantsch Dorpsleven: Ossenkar
Fotograaf: Herman de Ruiter
Prentbriefkaart
Uitg. J.J.N. Loretz, Firma Wed. J. Loretz, ’s-Bosch


Bergen op Zoom: Bergen op Zoomsche schapenwagen
Prentbriefkaart
Uitg. NRM [Nederlandse Rotogravure Maatschappij, Leiden]

Het Brabants Dorpsleven is een geliefd onderwerp onder prentbriefkaartenver-zamelaars. Voor meer informatie kijk dan op de website: http://www.brabantsdorpsleven.nl/.

De Brabant-Collectie heeft de expositie 'Verkeer en vervoer in Brabant, 1814-1940' ingericht. U bent van harte welkom om deze tentoonstelling in de vitrine op niveau 0 van de bibliotheek te komen bewonderen. Deze is te zien tot en met zondag 28 juli 2013.

woensdag 12 juni 2013

'Blijde Inkomste'

Na de troonswisseling op 30 april 2013 bezoeken koning Willem-Alexander en koningin Maxima vanmiddag onze provincie. Het koningspaar doet Roosendaal, Oisterwijk en 's-Hertogenbosch aan. Het eerste bezoek van een nieuwe landsheer heet van oudsher een 'Blijde Inkomste': een middeleeuwse traditie die in Brabant teruggaat tot de hertogen.

Na drieëndertig jaar is het nu de beurt aan koning Willem-Alexander om over de vaandels van de Guld te schrijden. Koningin Beatrix ging hem voor in de hoofdstad 's-Hertogenbosch (1980) evenals wijlen koningin Juliana (1949).

Koningin Beatrix tgv haar bezoek in 's-Hertogenbosch, 3 juni 1980.
Copyright: Hans Joachim Schroter.
Ditmaal gaan de koning en koningin op de Lind te Oisterwijk over de vaandels van de Brabantse gilden. Menig ophef onder de gildebroeders is hierover ontstaan, want volgens de traditie loopt alleen het staatshoofd over het gildevaandel, zelfs aan de paus is dit niet toegestaan. Dit is trouwens niet de eerste keer dat er afgeweken wordt van het protocol. Ook prins Bernhard vergezelde zijn echtgenote in 1949 bij het gouvernementshuis, thans het Noordbrabants Museum.
Koninklijk bezoek Juliana en Bernhard, 's-Hertogenbosch 6 september 1949.
Copyright: Martien Coppens / Nederlands Fotomuseum Rotterdam.
Bij het Raadhuis in Oisterwijk leggen de gilden van de Noordbrabantse Federatie van Schuttersgilden de eed van trouw af aan de koning. "Iedereen erkent dat Willem-Alexander koning is. De eed van gelofte blijft aan de koning, daar wordt niets op ingeboet".

Ondanks de commotie loopt koningin Maxima waarschijnlijk vandaag 'gewoon' naast haar echtgenoot over de vaandels van het gilde in Oisterwijk.

woensdag 5 juni 2013

Expositie 'D'n boer op' met foto's van Noud Aartsen

De Brabant-Collectie heeft circa 40 foto's van Noud Aartsen (1932-2010) in bruikleen gegeven voor de expositie 'D'n boer op'  in museum de Vier Quartieren in Oirschot. De echtgenote van de in Best geboren fotograaf heeft begin 2011 het gehele fotografische oeuvre, inclusief alle rechten, aan de Brabant-Collectie overgedragen.

Het Brabantse boerenleven, en ook dat op het Oirschotse platteland, staat centraal op de getoonde foto's. Bijzonder sfeerverhogend is dat de foto's te zien zijn in combinatie met objecten uit de collectie van museum de Vier Quartieren. In de geënsceneerde 'stijlkamers' van het museum worden foto's van Noud getoond met voorwerpen afkomstig van het erf en d'n herd, maar ook bijvoorbeeld werktuigen om de sloot schoon te maken. In de fotogallerij van het museum komen de vier seizoenen aan bod met het thema 'in het veld het jaor rond'.

Tot en met zondag 29 september 2013 kunt u in de middag (met uitzondering van maandag) tijdens openingstijden van het museum de expositie bekijken.