Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

maandag 31 januari 2022

Wandelen door de Brabant-Collectie: Van Groot Duijfhuis naar kerkplein Sint-Oedenrode

Etappe 4 Brabants Vennenpad (13.5 km)

We beginnen vandaag meteen op een magnifieke plek, zeker als je hier in het voorjaar of de zomer bent. Gelegen op een verhoging aan de oevers van de Dommel heb je vanaf Groot Duijfhuis een prachtig uitzicht op het omringende landschap.
Groot Duijfhuis (zomer 2020)
© Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University
Onderstaande foto van Noud Aartsen toont hoe hij de omgeving zag rond 1969.
Kasteren (bij Liempde) ± 1969
Foto. Maker: Noud Aartsen. Formaat: 14.5 x 23.8 cm
Vindplaats: NA/BL/19/038
© Noud Aartsen / Brabant-Collectie, Tilburg University
De vroegste vermelding van de hoeve, aangeduid met benamingen Ten Acker, Ten Ecker, De Grote Hoeve en Die Hoeve opt Water, stamt uit de 14e eeuw. Het eigendom is dan in handen van Jan van Derentheren en zijn kinderen, die het uitgeven in erfpacht. In 1450 koopt kanunnik Ludolf van de Water de hoeve. Hij schenkt het, samen met enkele andere hoeven, in 1471 aan de kartuizers van Sint-Sophia. Zij hebben de hoeven en rechten daarop hard nodig voor de instandhouding van hun nieuw gestichte klooster in Vught. Door het verpachten ontvangen de kartuizers niet alleen geld, maar ook producten in natura die ze goed kunnen gebruiken. Overigens zijn de pachters uit die tijd allesbehalve keuterboertjes. Gezien de omvang van de hoeve gaat het hier om kapitaalkrachtige boeren. In 1523 laten de kartuizers een Heerenkamer aan de hoeve bouwen, waarschijnlijk bedoeld om er zakelijke aangelegenheden af te handelen. Twee jaar later komt er aan de andere kant van de hoeve een Vlaamse schuur te staan voor de opslag van de opbrengsten uit pachten en tienden. De datering van deze schuur is bijzonder, want voorheen werd aangenomen dat dergelijke schuren in de 17e of 18e eeuw zijn gebouwd. Dat maakt de Vlaamse schuur van Groot Duijfhuis de oudste (of in ieder geval: de oudst bekende) van zijn soort in Nederland. In het uitgebreide en fraai geïllustreerde boek Kartuizers in het land van de Dommel van Jan Sanders kun je overigens meer lezen over deze kloosterorde. In 1659 verkopen de kartuizers de hoeve aan Pieter Lus, wiens naam al opdook in aflevering 3 van deze blogreeks. Hij verbouwt de hoeve en zet er in 1661 een vrijstaande stenen duiventoren neer. De toren heeft drie verdiepingen en een schaliedak. Met rode bakstenen is het jaartal 1661 ingemetseld.
Duiventoren bij Groot Duijfhuis. Foto. Maker: onbekend
Datering: ca. 1950. Formaat: 5.5 x 5.5 cm
Vindplaats: L 54.1 / 820.11 Duif (1)
Duiventoren bij Groot Duijfhuis (zomer 2020)
© Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University
Voornaamste reden voor het bouwen van de toren is dat de duiven goed zijn voor de productie van honderden kilo’s fosfaatrijke mest per jaar. Daarnaast belanden ze ook als mals boutje op het bord van de heer. Het houden van duiven is in die tijd overigens een recht, voorbehouden aan de adel en geestelijkheid. Door de bouw van de toren komt de naam Het Groot Duijfhuis in zwang voor de hoeve.

Na de dood van Lus in 1674 zijn er diverse eigenaren die de hoeve verpachten. In 1863 wordt Groot Duijfhuis verkocht aan pachter Jan Schoenmakers en zijn vrouw Maria Bakx. Hun vijf ongetrouwde kleinkinderen boeren hier tot 1947, waarna ze verhuizen naar Liempde en de hoeve verpachten aan familie Van den Braak, een gezin met 12 kinderen. In 1976 overlijdt de laatste van de kinderen Schoenmaker en wordt notaris Piet Mertens jr. de erfgenaam. Op dat moment is Sjef van den Braak de pachter. Mertens start in 1980 met de restauratie van de boerderij en de duiventoren. Die toren is eerder overigens al eens opgeknapt. Nadat in 1890 een binnengeslopen steenmarter zich te goed doet aan de duiven, wordt de versleten marterkraag vervangen door nieuwe, schuin omlaag stekende planken om het dier te weren. Ook wordt er in dat jaar een bakhuisje met schoorsteen tegen de toren gebouwd, nog te zien op bovenstaande foto uit onze collectie. Mertens zorgt ervoor dat het oorspronkelijke uiterlijk van de duiventoren hersteld wordt. Het bakhuisje verdwijnt echter.
In 2000 koopt Brabants Landschap de hoeve Groot Duijfhuis en bepaalt hierbij dat pachter Sjef van den Braak er mag blijven wonen en boeren. Sjef is een markant man en geniet de nodige bekendheid met zijn stier Kareltje. Filmmaakster Annelies Uittenbogaard maakt een korte film over hem en René Bastiaansen klopt bij hem aan tijdens De Wandeling. Bekijk zeker deze filmbeelden online, want René laat je Groot Duijfhuis zien en vertelt eveneens over het Duits Lijntje waar we de vorige keer langs gelopen zijn. Nog een aanrader om te bekijken is de beeldbank van Erfgoedvereniging Kèk Liemt, met onder andere een foto van familie Van den Braak voor de Vlaamse schuur en Sjef met zijn stier. Tot aan zijn dood in 2009 woont Sjef in Groot Duijfhuis. In 2016 verbouwt Brabants Landschap de hoeve en maakt van het stalgedeelte een informatiepunt. Voorjaar 2021 vindt de meest recente restauratie van de toren plaats.
Voordat we verder gaan op ons wandelpad nog één aanrader: het filmpje waarin Thijs Caspers, medewerker van Brabants Landschap, gepassioneerd vertelt over zijn band met Groot Duijfhuis.

Via het in 2008 vernieuwde voetveer Sint-Janspontje steken we de Dommel over. Dit pontje vormde eeuwenlang een korte verbinding tussen Olland en Kasteren aan de ene kant en Liempde aan de andere kant. Via een bruggetje bereiken we weer de andere oever van de Dommel. In het volgende blogbericht meer over deze kronkelende rivier.
Via de zuidkant lopen we Sint-Oedenrode binnen waar we nog even stilstaan bij twee kastelen. Allereerst kasteel Henkenshage.
St. Oedenrode. Kasteel "Henkenshage"
Prentbriefkaart. Maker: Foto Atelier Schreurs. Formaat: 9 x 14 cm
Vindplaats: pbk-S 62.7 / 820.11 Henk (6)

Kasteel Henkenshage (winter 2021)
© Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University
In de 14e eeuw stond hier een versterkt herenhuis, bekend onder de namen Hanekershage, Haankenshaghe en Heenkenshage. Dit verwijst vermoedelijk naar de persoonsnaam Haencken, een verbastering voor Johannes. Van het oorspronkelijke herenhuis zijn nu alleen nog de restanten van een stuk 15e-eeuws muurwerk terug te vinden. In de loop der eeuwen kent Henkenshage tal van eigenaren. Tussen 1850 en 1860 is dat de familie De Girard de Mielet van Coehoorn. Zij verbouwen het van origine sobere gebouw, voegen een verdieping toe en geven het een kasteelachtige uitstraling door de aanbouw van hoektorens, stallen en dienstwoningen. In 1940 koopt gemeente Sint-Oedenrode het kasteel, dat in de oorlogsjaren fungeert als distributiekantoor. September 1944 is er het hoofdkantoor van de 101st Airborne Division gevestigd. Het kasteel raakt daarna in verval, dreigt zelfs gesloopt te worden. Totdat in 1958 freule Maria De Girard de Mielet van Coehoorn een aanzienlijke schenking doet en het gebouw gerestaureerd en dus gered kan worden. Momenteel doet het dienst als evenementenlocatie.

Het tweede kasteel op onze route is Dommelrode.
Westzijde van kasteel Dommelrode. Gekleurde potloodtekening
Maker: L.P.M. van Valkenburg. Formaat: 6.5 x 8.3 cm
Vindplaats: S 62.7 / 820.11 Domm (1)

Kasteel Dommelrode (winter 2021)
© Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University
Ook dit is van origine een versterkt huis, dat van de 16e tot 19e eeuw bekend staat onder de naam De Bocht. Een naam die makkelijk te verklaren is, aangezien het huis was gelegen in een bocht van de Dommel. Tussen 1603 en 1605 maakt Marcus van Gerwen er een kasteel van met een gracht. Deze gracht staat via kreekjes in verbinding met de Dommel, maar dat is momenteel niet meer het geval. Vanaf 1804 raakt de naam Dommelrode in zwang. Jonkheer J.F. de Kuijper verhuurt het kasteel in 1818 aan de zusters augustinessen, die tot dan op Henkenshage wonen waar ze een Frans meisjespensionaat hebben. Deze zusters vestigen zich in Dommelrode, gaan door met het onderwijs en vestigen er klooster Mariëndaal. Door verbouwingen wordt het een volwaardig klooster en de augustinessen verblijven er tot 1954. Gemeente Sint-Oedenrode koopt het kasteel aan, voert een restauratie door en sloopt het grootste deel van de gebouwen van de zusters. Momenteel doet het kasteel dienst als vergaderlocatie van gemeente Meierijstad.
Het kerkplein van Sint-Oedenrode is het einde van onze wandeling van vandaag. De volgende keer lopen we verder naar Wolfswinkel.

Bronnen:
  • G. van den Oetelaar: Kartuizerhoeve Het Groot Duijfhuis op Kasteren te Liempde. Liempde: Stichting Kartuizerklooster Sinte Sophia van Constantinopel, 2012. Vindplaats: CBM B 63784
  • J. Sanders: Kartuizers in het land van de Dommel. Klooster Sint-Sophia van Constantinopel bij ’s-Hertogenbosch, 1466-1641. Woudrichem: Pictures Publishers, 2012. Vindplaats: BRA L1 SAND 2012
  • W. Steenbakkers: Het steenen huijs met de gebinte, stal ende schuren: historisch onderzoek naar boerderijen in Boxtel, Lennisheuvel en Liempde. Woudrichem: Pictures Publishers, 2017. Pag. 80-101. Vindplaats: BRA J STEE 2017

maandag 17 januari 2022

De Keersopper: eenvoudig van vorm, maar daarom niet minder informatief


De Heemkundekring Bergeijk brengt vier keer per jaar het tijdschrift ‘De Keersopper’ bij haar leden. Tot en met 2021 zijn er 64 nummers verschenen. De naam van het tijdschrift wordt op de website toegelicht. Deze verwijst naar de rivier de Keerop, die ‘wordt gevoed vanuit Luyksgestel, Bergeijk, Riethoven en Westerhoven.’ Hiermee is direct het aardrijkskundig bereik van de artikelen aangegeven. Het is een uitdaging – en daarmee dus een prestatie – dat een dergelijk klein gebied erin slaagt om vier keer per jaar lezenswaardige artikelen over de eigen regio te publiceren. Op de website van de heemkundekring worden de verschenen jaargangen ook gepresenteerd en kun je de index van alle nummers (tot en met 2019) en de gedigitaliseerde artikelen (tot en met 2017) terugvinden. Deze beslaan het brede spectrum van de heemkunde: archeologie, naamkunde, historische gebeurtenissen, volkskunde, (museale) voorwerpen uit de streek etc. Op de website van Heemkundekring Bergeijk staat veel meer informatie over alle verenigingsactiviteiten.
R.C. Kerk met pastorie, Luyksgestel, N. Brabant, kanton Eindhoven etc.
Prentbriefkaart. Maker: onbekend. Uitgever: A.H. Das, Maastricht
Vindplaats: pbk-L 97.1 / 411.11 Mart (1)
Op de website van de Vereniging Documentatie Prentbriefkaarten werd deze
 prentbriefkaart in februari 2020 verkozen tot Kaart van de Maand.
In het decembernummer van 2021 staan boeiende bijdragen over onder andere een levensgrote kerststal in Bergeijk, het koeien melken en de daarbij horende intrigerende functie van schepper, de lotgevallen van een middeleeuwse kruisgroep en de herkomst van een straatnaam. Voor degenen die de geschiedenis van Bergeijk een beetje kennen, hoeft het geen verrassing te zijn dat in veel artikelen de naam van Petrus Panken opduikt. De vele geschriften van de schoolmeester en amateurarcheoloog P.N. Panken (1819-1904) over de Kempen en, meer specifiek, over de dorpen waar het in ‘De Keersopper’ ook over gaat, zijn een rijke bron als het gaat om de kennis en inzichten van zijn tijd. Zeker als het gaat om de archeologie. Hij was ook verbonden aan het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant (zie ons jubileumblog), de voorloper van de Brabant-Collectie. Zijn contact met C.R. Hermans, een van de founding fathers van het Genootschap, zorgde ervoor dat het archeologisch onderzoek in de Kempen ook provinciebreed aandacht kreeg. Een deel van de vondsten die Panken deed, kwamen via het Genootschap uiteindelijk in Het Noordbrabants Museum in ’s-Hertogenbosch terecht.
Kerk. Groet uit Bergeik, N.B.
Prentbriefkaart. Maker: onbekend. Uitgever: J.N.A. Panken, Bergeijk
Uitgever J.N.A. Panken was winkelier in Bergeijk
en een neef van schoolmeester P.N. Panken.  
Bij de Brabant-Collectie kun je in woord en beeld nog veel meer vinden over Bergeijk, Luyksgestel, Westerhoven en Riethoven. Dus kijk eens op de website BCfinder.nl of maak een afspraak voor een bezoek aan de collectie die is gehuisvest in Tilburg University.

Vindplaats: T 10704

maandag 3 januari 2022

Wandelen door de Brabant-Collectie: Van station Boxtel naar Groot Duijfhuis

Etappe 3 Brabants Vennenpad (ongeveer 11 km)

De eerste historische locatie van vandaag is kasteel Stapelen, hieronder mooi te zien op een manuscriptkaart uit 1803.

Het Dorp Boxtel met deszelfs Omtrek. Overgenomen, uit de Kaart van 
den Bodem van Elde, geteekent door H. Verhees Geadmiteert Landmeeter,
in het jaar 1803. 
Manuscriptkaart, gekleurd. Formaat: 17.2 x 22.8 cm
Vindplaats: Bataafs Brabant / Oost / Boxtel 1803 (1)
Het kasteel wordt voor het eerst genoemd in 1293. Willem I van Boxtel (1212-1290) krijgt Stapelen met bijbehorende landerijen in leen als beloning voor zijn dappere optreden in de Slag bij Woeringen. De naamsverklaring voor Stapelen loopt uiteen. Zo worden genoemd: een hertogshoeve met stallen, afgeleid van het woord stabula (stallen); een stapelplaats, oftewel een plek waar handelaren hun koopwaar opslaan en verhandelen, als afgeleide van stapulum (paal, zuil); en een hooggelegen plaats. Twee beroemdheden verblijven kortstondig op Stapelen. Willem van Oranje overnacht er in 1561 en in 1567 tijdens zijn vlucht naar Duitsland. Lodewijk XIV van Frankrijk verblijft in de zomer van 1672 tien dagen op Stapelen. Door erfopvolging is het kasteel in handen van de adellijke families Van Boxtel, Van Ranst en Van Horne, tot het in 1819 particulier bezit wordt. In 1857 wordt Jan Hendrik Mahie, gemeenteraadslid van ’s-Hertogenbosch, de nieuwe eigenaar en een jaar later begint hij met een ingrijpende renovatie. Hij laat een groot aantal kantelen toevoegen, verandert de hoofdingang en breekt de boerderij op de binnenplaats af. Na de dood van haar man blijft weduwe Mahie op het kasteel wonen. Ze wil het kasteel bij voorkeur verkopen aan mannelijke kloosterlingen en plaatst een advertentie in een Franse krant. In 1915 verkoopt ze het kasteel aan de paters assumptionisten die er tot 2018 hun Nederlandse hoofdvestiging hebben. Momenteel is het kasteel in handen van een vastgoedbeheerder.

Kasteel te Boxtel. J.F. Christ. 1846
Lithografie. Formaat: 19.3 x 27.2 cm
Vindplaats: B 79.2 / 820.11 (3) 

Kasteel Stapelen (voorjaar 2020)
© Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University
Voor meer beeldmateriaal en informatie over Stapelen zie onze website BCfinder, maar bijvoorbeeld ook de studie van Ruud van Nooijen met mooie foto's en kaarten.

Mirakel H. Bloed XIVe eeuw. Autotypie.
Formaat: 9.8 x 6.8 cm.
Vindplaats: ML / 131.33.1 Boxt (2)
Zowel kasteel Stapelen als de Sint-Petrusbasiliek die we vervolgens passeren, spelen een rol bij de Heilig Bloedprocessie van Boxtel. Rond 1380 geschiedt hier een eucharistisch wonder: gemorste miswijn op het corporale verandert in bloedvlekken. Al snel reizen bedevaartgangers naar Boxtel om de zogenoemde Heilige Bloeddoeken te vereren. In 1652 worden de relieken naar Hoogstraten overgebracht en verdwijnt de openbare processie voor een langere periode. Tot het corporale in 1924 terugkeert naar Boxtel en de Bloedprocessie op Drievuldigheidszondag (eerste zondag na Pinksteren) weer door de straten van Boxtel trekt, onder andere langs de Sint-Petrusbasiliek en de Kapel van Het Heilig Bloed op Stapelen. In 2020 en 2021 ging de processie niet door vanwege de coronacrisis. De hoop is nu gevestigd op 12 juni 2022. De route van de processie moet op dit moment nog vastgesteld worden.

We vervolgen ons pad en komen uit op de Markt. Op onderstaande prentbriefkaart van de Brabant-Collectie staat een witgepleisterd huis. Dit is het voormalige Vrouwengasthuis met in de raamboog een gevelsteen met het opschrift: ’t Gasthuys van juffrouw Magdalena van der Stappen anno 1646. Links staat een ongepleisterd huis, het voormalige Mannengasthuis.
Boxtel, Gesticht "Magdalena van der Stappen" anno 1664
Prentbriefkaart. Maker onbekend. Formaat: 8.8 x 14
Uitgave F.C. Spijkers, Boxtel. [1962]
De oudste vermelding van een Boxtels gasthuis staat in een koopakte uit 1407. In die tijd kunnen passanten en pelgrims naar het Heilig Bloed er een plaats vinden, evenals armen en zieken. In 1646 wordt, dankzij de nalatenschap van Magdalena van der Stappen, het afgebeelde Vrouwengasthuis gebouwd. Al snel daarna, in 1650, komt er links daarvan een Mannengasthuis bij. Adriaen van Berendonck en zijn vrouw leggen testamentair vast dat na hun dood hun huis deze functie krijgt. En aldus kunnen tot midden 20e eeuw ongehuwde of kinderloze Boxtelaren hier een thuis vinden. Maar ook voor gehuwden en zij die wel kinderen hebben, is hier onderdak, als hun kinderen niet in staat óf niet bereid zijn voor hun armoedige ouders te zorgen. Het Mannengasthuis is hier gevestigd tot een verhuizing in 1874. Het Vrouwengasthuis blijft tot 1967 bewoond en huisvest momenteel de VVV Boxtel en het Historisch Museum Piet Dorenbosch.

Langs de oevers van de Dommel lopen we Boxtel uit en komen bij de restanten van de voormalige spoorlijn Boxtel-Wesel, ook bekend als het Duits Lijntje. In 1873 opent de Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatschappij het eerste deel van het traject van Boxtel naar Goch. Vijf jaar later wordt het tweede deel, van Goch naar Wesel, in gebruik genomen. De spoorlijn is een belangrijke schakel in het treintraject Londen-Berlijn, en zelfs verder oostwaarts tot in Rusland. Het is een groot succes, met voorname reizigers als keizers en koningen. Maar ook voor de gewone burger biedt het mogelijkheden en de handel vaart er wel bij. Tot de Eerste Wereldoorlog roet in het eten gooit. In 1950 stopt het personenvervoer en in 2005 wordt het laatste stukje goederenvervoer op traject Boxtel-Veghel beëindigd. Momenteel wordt het Duits Lijntje nieuw leven ingeblazen met plannen voor wandel-, fiets- en ruiterpaden langs of over de spoorbaan en informatieborden die vertellen over de hoogtijdagen. Een ecologische verbindingszone wordt gerealiseerd door natuurgebieden met elkaar te verbinden langs de oost-westverbinding van dit spoor.

Kunstwerk van Huub Thorissen bij het Duits Lijntje (voorjaar 2020)
© Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University
We lopen verder door natuurgebied De Geelders, onderdeel van Nationaal Landschap Het Groene Woud. Ooit strekte zich hier een eindeloos, vochtig woud uit, maar de ontbossing begon al in de zesde eeuw. De naam Gheerlaer, voor het eerst genoemd in 1386, verwijst naar de ontginningen door Geerling van den Bosch. In 1471 komen delen van het Geelderscomplex in handen van de kartuizer monniken, maar over hen meer in aflevering 4 van deze blogreeks. Zo’n twee eeuwen later bezit Bosschenaar Pieter Lus het gebied, waarna De Geelders van de ene grootgrondbezitter op de andere overgaat, met familie Marggraff als laatste in de rij. Momenteel wordt het gebied beheerd door Stichting Marggraff, Staatsbosbeheer en Brabants Landschap en staat het bekend om zijn grote biodiversiteit. Na De Geelders is het goed toeven in café ’t Groene Woud. Leuk detail: Wachtpost 5 van het Duits Lijntje is nu onderdeel van dit café. We lopen verder via de Slophoosweg; een naam die is afgeleid van een veld genaamd “de slophoos”, wat weer een verbastering is van ‘slaaphuis’ oftewel herberg.

Groot Duijfhuis is het eindpunt van vandaag. De volgende keer lopen we verder naar St. Oedenrode.

Bronnen:
  • Pater Ferdinandus: Geschiedenis van het Kasteel Stapelen. Boxtel: P.P. Assumptionisten, 1940. Vindplaats: CBM C 01544
  • C. van den Hout: Kasteel Stapelen. Muiderberg etc.: Nederlandse Kastelenstichting etc., 1972. Vindplaats: CBM C 11414
  • R. van Nooijen: Kasteel Stapelen c.a., Boxtel; ontstaan en beknopte geschiedenis. Versie: 11 maart 2016. Online raadpleegbaar.
  • G. van den Oetelaar, J. Hendriks: De Geelders, bosgebied in Het Groene Woud. Liempde: St. Kartuizerklooster Sinte Sophia van Constantinopel, 2012. Vindplaats: CBM B 63782
  • J.J.E.M. de Visser: Boxtel: een heerlijkheid tussen twee heren: ca. 1100-1652: van hulde aan de keizer naar trouw aan de hertog. 's-Hertogenbosch: Uitgeverij Dekkers/Van Gerwen, 2013. Vindplaats: BRA Y VISS 2013
  • J.J.E.M. de Visser: Boxtel: van Brabantse Baronie naar groene gemeente. Wijchen: Drukkerij de Kleijn, 1999. Vindplaats: BRA Y VISS 1999