Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

maandag 30 januari 2023

De prijs van topsport door de ogen van zesvoudig Nederlands kampioen gewichtheffen Maurice Goosen

Onlangs verscheen een biografie over de Etten-Leurse gewichtheffer Maurice Goosen. Hij werd in 1960 geboren nadat zijn ouders in 1959 vanuit Chaam naar Etten-Leur verhuisden. Hij groeide op met verhalen die zijn vader vertelde over de Rijense gewichtheffer Jan Smeekens. Gewichtheffen bleek ook een sport voor Maurice te zijn. Hij volgde trainingen in Breda en verhuisde daarna naar Den Haag om met andere gewichtheffers te trainen. Ook ging hij vele malen naar Londen om zich te meten met gewichtsheffers aldaar. Zo ging hij steeds een stapje verder en hoger. Jarenlang trainde hij om te proberen zijn droom te verwezenlijken: deelname aan de Olympische Spelen. Hij werd zesmaal Nederlands kampioen en eind jaren 1980 door NOC*NSF genomineerd voor de Olympische Zomerspelen 1992 in Barcelona. Het boek beschrijft zijn weg daar naartoe aan de hand van zijn trainingen, blessures, problemen, prestatiedruk en alles wat erbij komt kijken. Het boek geeft een kijk in zijn leven en de offers die hij, maar ook zijn vrouw, daarvoor moesten brengen.

Vindplaats:  BRA H3 GOOS 2022

maandag 9 januari 2023

Schaarbek

Schaarbek in:
C. Nozeman, M. Houttuyn, C. Sepp, J.C. Sepp:
Nederlandsche vogelen volgens hunne huishouding, aert en eigenschappen beschreeven
    KOD 041 K 01
 
Rhijncops Nigra. De Schaarbek of Watersnijder

De hierboven afgebeelde vogel is opgenomen in het in 1829 verschenen vijfde (tevens laatste) deel van de ornithologische boekenreeks Nederlandsche vogelen. De originele samensteller hiervan, Cornelis Nozeman, was toen al overleden. En ook zijn opvolger, Martinus Houttuyn, heeft niet meer aan deel 5 mee kunnen werken. Verantwoordelijk voor dit deel waren uitgever J.C. Sepp en zoöloog C.J. Temminck (1778-1858). Temminck was oprichter en (van 1820 tot 1858) eerste directeur van het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie, de voorganger van museum Naturalis in Leiden. Hij beschikte over een grote verzameling opgezette vogels, waaronder ook deze Amerikaanse Schaarbek. Zijn verzameling vormde mede de basis voor het door hem geïnitieerde Rijksmuseum. De opzet van Nederlandsche vogelen was na het overlijden van de initiatiefnemers gewijzigd: het principe om alleen Nederlandse broedvogels te portretteren werd steeds meer losgelaten en zo werden ook doortrekkers en zeldzame dwaalgasten opgenomen. De Amerikaanse Schaarbek kun je aantreffen in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika, met name langs de kusten. In Nederlandsche vogelen staat: "Deze Vogels welke zeer veel op de Americaansche Kusten huisvesten, vertoonen zich ook, hoewel zeldzamer, in onze streken." Of er werkelijk waarnemingen van deze vogel in ons land zijn geweest, is bij ons niet bekend.
Amerikaanse Schaarbek. Costa Rica, november 2022
© Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University
De wijze waarop destijds gecollectioneerd werd, zou nu op verzet stuiten. Maar uiteraard moeten we dit zien in het licht van die tijd. Verrekijkers waren niet zo wijdverspreid als nu, laat staan dat men over een telescoop beschikte. Het systematisch waarnemen van vogels, zoals we dat nu bijvoorbeeld kennen van SOVON en op Waarneming.nl, bestond toen niet. Er was dan ook geen duidelijk beeld van welke vogels waar voorkwamen. Vogels waren onbeschermd, 'vogelvrij'. Onderzoekers als Temminck bouwden hun collecties onder andere op door jagers opdracht te geven bepaalde vogels te schieten. Deze vogels werden vervolgens opgezet, bestudeerd, beschreven en nagetekend. Hoe Temminck aan zijn Schaarbek is gekomen, is ons niet bekend, maar mogelijk zou dat uit een overzees gebied (zoals Suriname) kunnen zijn geweest.

Opvallend aan deze vogel is de snavel: het onderste gedeelte is langer dan het bovenste. Dat lijkt op het eerste oog onhandig, maar werkt in de praktijk prima om al vliegend vissen te vangen. In Nederlandsche vogelen wordt dit als volgt beschreven: "Het is onmogelijk, wanneer men de wonderbaarlijke zamenstelling van de Bek des Watersnijders beschouwd, welke Vogel op de bijzijnde Plaat levensgroot is afgebeeld, om zich alsdan een denkbeeld te vormen, van de wijze, hoe hij zich daarmede van het nodige voedsel kan voorzien - een werktuig waarvan ons het zamenstel zoo onvolkomen toeschijnt, hetzij om te vangen, te grijpen of te bijten, diend nogthans wonderbaarlijk wel aan dien Vogel, om zich het nodige te verschaffen, - De Natuur hem daargesteld hebbende, om zijn voedsel op de oppervlakte der Zeeën te zoeken, heeft hem zulk eene Schaarvormige Bek gegeven, met welke hij bekwaam is, om in eene aanhoudende vlugt, het Water maar even aanrakende, en de baren als doorsnijdende, zich van de kleine Vischjes meester te maken, welke zich altoos aan de oppervlakte eener woelende Zee ophouden, met de Onderkaak in het Water gedoken, grijpt hij de Visch, die hem tot spijze dienen kan, terwijl hij zijn vlugt voortzet." Deze manier van vis vangen is uniek binnen de meeuwenfamilie, waartoe de Schaarbek behoort.
Maar niet alleen de snavel is bijzonder. Voor zover bekend is de Schaarbek de enige vogel met een verticale spleet als pupil. Door het zwarte oog is dit  echter bijna niet te zien.

Vindplaats: KOD 041 K 01