Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

maandag 15 februari 2021

IJsvogel

 

IJsvogel in:
C. Nozeman, M. Houttuyn, C. Sepp, J.C. Sepp:
Nederlandsche vogelen volgens hunne huishouding, aert en eigenschappen beschreeven
KOD 041 I 01 

Alcedo Ispida. Ysvogel

Zijn naam doet anders vermoeden, maar als er iets is dat de ijsvogel niet kan verdragen dan is het ijs en bittere kou. Tijdens strenge winters sterven deze prachtige vogels in groten getale. Zodra open water is dichtgevroren, wordt het moeilijk voor de ijsvogel om op kleine vissen te jagen. Tot voor kort ging het erg goed met de ijsvogel in Nederland, dankzij de zachte winters. Maar de periode met strenge vorst die we nu hebben gehad, is een beproeving voor deze vogel.

We komen de ijsvogel tegen in deel III van de boekenreeks Nederlandsche vogelen. Nozeman is inmiddels overleden en Martinus Houttuyn (1720-1798) heeft het project overgenomen. Dit betekent tevens een verandering in het project, aldus de schrijvers van de inleiding van de facsimile uitgave Nederlandsche vogelen, 1770-1829. Hier is te lezen (pag. 19 e.v.) dat Houttuyn, in tegenstelling tot de empirisch ingestelde Nozeman, een echte kamergeleerde was. Weliswaar had hij veel kennis van de natuur, maar die was vooral gebaseerd op literatuuronderzoek in zijn uitgebreide bibliotheek en op de studie van opgezette exemplaren in zijn kabinet of dat van vrienden. In de teksten van de delen III en IV van Nederlandsche vogelen staan dan ook weinig bijzonderheden over het gedrag of de levensloop van de vogels.

Dat de ijsvogel door de eeuwen heen als een mooie vogel wordt beschouwd blijkt ook uit het relaas van Houttuyn:
"De Ispida werdt beschreeven "als een zeer schoone kleine Vogel, van Kleur hemelsblaauw dat in 't groene speelt, in de Zonneschyn als de Saphier glinsterende, en aan de Borst als gloeijende Kolen, met tweevingerige Pooten, die scherp en krom genageld zyn; de Bek zwart en regt." Over de naamgeving is het volgende te lezen:
"De Franschen noemen hem Martin of Martinet Pescheur, 't welk zo veel wil zeggen, als Visschende Zwaluw; dewyl hy eenigzins naar een Zwaluw gelykt en zyn werk veel van het vangen van Vischjes en Water-Insekten maakt, die zyn voornaamste Voedsel zyn. 't Is mooglyk wegens de overschoone Kleuren, dat men 'er in Engeland den naam aan geeft van Kingsfisher, dat is Konings-Visscher. De benaaming van Ysvogel is daar van afkomstig, dat men hem op de binnen-Wateren meest aantreft by vriezend Weer."

Bovenstaande afbeelding van de ijsvogel uit Nederlandsche vogelen is getekend aan de hand van opgezette exemplaren van dhr. Renselaar, aldus schrijft Houttuyn. Opmerkelijk is de ijsvogel onderin de afbeelding. Houttuyn schrijft hierover:
"Het onderste Voorwerp is zekerlyk eene verbastering, gelyk men nu en dan, doch zeldzaam, ook in Lysters, Spreeuwen, Mossen en andere Vogelen, waarneemt. Het vertoont naamelyk een byna geheel witten Ysvogel. De Kleur in 't algemeen, zo van onderen als van boven, is hier graeuwachtig wit, doch met eenig helder groen, als een soort van weerschyn, op Kop, Rug en Staart, 't welk nog meer doet blyken, dat het eene verbastering zy. Ook is de Bek niet zwart, maar bleek roodachtig wit, gelykerwys de Pooten. Men ziet 'er een blyk aan van de voorgemelde Toompjes en de Buik heeft iets rosachtigs. Voor 't overige is dit by uitstek raare Voorwerp, daar ik nergens melding van vind, wat kleiner; als zynde maar ruim zes Duimen en de Bek anderhalf Duim lang."
Het betreft hier een zogenaamde leucistische vogel. Leucisme is een erfelijke kleurafwijking die bij alle dieren voorkomt. Melanine zorgt voor de kleuring van veren. Een dier met leucisme maakt wel melanine aan, maar het komt niet tot uiting in de veren door een gemis aan een bepaald eiwit. Met als gevolg kleurloze (witte) veren. Albinisme komt overigens ook voor, evenals melanisme, maar wil je daar meer over weten, lees dan vooral dit artikel.

maandag 1 februari 2021

Jaarboeken 2020: veelzijdige artikelen in een moeilijk jaar

Wie 2020 zegt, zegt corona. Het jaar dat achter ons ligt, bracht iets dat alleen de honderdjarige (of ouder!) onder ons had meegemaakt: een wereldwijde pandemie. Wat deze betekent, heeft bijna iedereen in de loop van het jaar direct of indirect ervaren. Het ongekend heftige virus greep om zich heen en maakte velen ziek, voor een behoorlijk aantal helaas met dodelijke afloop. Het maatschappelijke en sociale leven werd ontwricht en alles wat ‘normaal’ was, bleek toch niet meer zo vanzelfsprekend. En nu, bijna een jaar verder, zitten we er nog steeds middenin en lijkt het moment waarop ‘terug naar normaal’ kan worden gevierd nog ver weg. En hoe de vorm van ‘het nieuwe normaal’ eruit gaat zien, is nog allerminst duidelijk.
En toch zijn wij, mensen, erop ingesteld om veel door te laten gaan zoals het was. Zo belandden er rond de jaarwisseling vier jaarboeken 2020 op de bureaus van de Brabant-Collectie die in coronatijd zijn geschreven, samengesteld, geredigeerd (in woord en beeld), vormgegeven en geproduceerd. Opvallend genoeg komen ze allemaal uit de westelijke helft van Noord-Brabant.

Het Jaarboek van Heemkundekring De Heerlijckheid Nispen bevat vier lezenswaardige artikelen met een zeer uiteenlopende inhoud. De honderdjarige Toneelvereniging ‘Onderling Kunstgenot’ wordt aan de hand van veertien foto’s ‘in al haar theaterfacetten’ getoond en beschreven. De historische en geografische context van natuurgebied Everland en de bewoningsgeschiedenis van een aantal panden aan de Oude Turfvaartsestraat in Nispen worden uit de doeken gedaan. En verder worden twee episodes uit de bevrijding van Nispen in 1944 nader belicht. Kronieken over de gebeurtenissen in het Nispen van 1919 en 2019 completeren dit rijk geïllustreerde jaarboek.

Het jaarboek van de Heemkundekring Sprundel ‘Onder Baronie en Markiezaat’ herbergt meerdere korte en langere artikelen, ook over een breed scala aan onderwerpen. Het 35-jarig jubileum van de heemkundekring komt aan bod, net als 180 jaar geschiedenis van molen De Hoop en het 75-jarig bestaan van de scouting. Wat de vaker terugkerende mosselmaaltijd in Sprundel inhield, wordt kort uiteengezet en aan de hand van de levensbeschrijving van Leen Korst-van den Broek krijgen we een kijkje in de dorpsgeschiedenis uit vervlogen tijden. De verhalen over dopelingen uit het Sprundel van 1909 bieden fragmenten van familiegeschiedenissen. Ook in de bijdragen over Sprundelse imkers en pastoors komen deze aspecten naar voren.


In Oudenbosch is Heemkundige Kring Broeder Christofoor actief en ook van hen is het jaarboek 2020 verschenen. Er wordt teruggekeken naar het reilen en zeilen van het dorp een eeuw geleden, in 1920. De (bouw)geschiedenis van het fraaie Patershuis aan de Markt krijgt de verdiende aandacht. De geschiedenis van Oudenbossche broeders tijdens en na het bombardement van Rotterdam op 10 mei 1940 is door de details even helder als beangstigend. Van heel andere aard is de beschrijving van hoe de weddenschap van drie vrienden om met een Vliegende Hollander het traject Roosendaal-Oudenbosch af te leggen verliep. Zulk nieuws haalde destijds nog de krant! Verder laat ook de Oudenbossche kroniek van 1970 zien dat we nu echt in een andere tijd leven.


Het fraai en full colour uitgegeven 80-ste (!) jaarboek van De Ghulden Roos (Roosendaal) is ook veelzijdig van inhoud. In een artikel worden aan de hand van historisch kaartmateriaal preciezere, topografische uitspraken gedaan over het Turfhoofd. In een andere bijdrage maken archiefvermeldingen en landschapsgeschiedenis meer duidelijk over het klooster Sint-Catharinadal. Het artikel over de vele getuigenissen van veelzijdig kunstenaar Joan Collette in West-Brabantse kerken en kloosters onderstreept diens belang, ook al krijgen de gebouwen thans andere functies. Het is boeiend te lezen over de relatie tussen landbouwgrond, typologie van landbouwvoertuigen en de intensiteit van landbouwvervoer. Dit jaarboek wordt afgesloten met een artikel over fotografe Rees Diepen en de (op een na) nooit eerder gepubliceerde foto’s, aanwezig in de Brabant-Collectie, die zij tijdens het carnaval van 1967 in Roosendaal maakte van ‘Kiendermiddag’, het Stadskinderfeest. Omdat corona het carnaval van 2021 enorm in de weg zal zitten, zijn deze vrolijk stemmende zwart-witfoto’s in deze tijden een extra genot voor het oog.


Vindplaats: BRA Y NISP 2020, BRA Y ONDE 2020, BRA Y JHBC 2020, BRA Y GHUL 2020