Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

maandag 29 april 2019

Willem II en Ajax, maar dan een eeuw geleden

Op 5 mei 2019 staan de voetbalclubs Willem II en Ajax tegenover elkaar in de finale van de KNVB-beker. Van de ene club, Willem II, is het verrassend dat ze tot deze finale zijn doorgedrongen, Ajax heeft een andere staat van dienst; het staat al decennia lang aan de top. Toch was er een periode dat ook Willem II (opgericht in 1896) langdurig een geduchte tegenstander was en samen met Ajax tot de top van Nederland behoorde. Dat was onder andere het geval rond en tijdens de Eerste Wereldoorlog. Juist over deze periode is een publicatie verschenen: Kampioenen ’14-’18. Voetbal in neutraal Nederland (uitgever Just Publishers). Want Nederland was weliswaar neutraal in de periode 1914-1918, maar dat betekende niet dat alles gewoon zijn gang ging, ook niet op het terrein van de sport. In de publicatie gaan vier clubspecialisten (A. Slotboom, R. Rossmeisl, H. Starink en M. Pot) in op het kampioenschap van hun club. Naast Ajax (1918) en Willem II (1916) zijn dat Sparta (1915) en Go Ahead Eagles (1917).
In het begin van de twintigste eeuw was er nog lang geen sprake van betaald voetbal in Nederland. Het ging er heel anders aan toe, zo kunnen we in de verschillende hoofdstukken lezen. Het voetballand was aanvankelijk verdeeld in twee, later drie en nog later vier regio’s en daarin werden competities afgewerkt. Vanaf 1913 is er naast een Eerste Klasse Oost en West sprake van een Eerste Klasse Zuid en neemt de kampioen van ook die regio deel aan de strijd om de landstitel. De winnaars van iedere regio kwamen in een hele competitie tegen elkaar uit om het algeheel kampioenschap te bestrijden. Maar tijdens de Eerste Wereldoorlog was er meer aan de hand.

Doordat Nederland gemobiliseerd was en spelers hun militaire plicht vervulden, konden clubs vaak niet hun sterkste teams opstellen. Om een hiaat op te vullen kon Willem II tijdelijk een beroep doen op Karel Hollander, speler van Go Ahead Eagles maar gelegerd in Breda. Na het verdwijnen van de acute oorlogsdreiging eind 1914 werden op regionaal niveau noodcompetities georganiseerd. Deze verliepen echter tamelijk chaotisch vanwege de onzekere situatie (wat te denken van het vervoer naar een uitwedstrijd) en de heersende staat van beleg. Na een brief van de Belgische voetbalbond was het Nederlandse clubs niet langer toegestaan Belgische voetballers die als vluchteling het Belgische grondgebied hadden verlaten in de Nederlandse competitie op te stellen. Met uitzondering dan weer van die voetballers die in het Nederlandse leger actief waren. Het binnenhalen van het kampioenschap van de Eerste Klasse Zuid in 1916 door Willem II werd vertraagd doordat een wedstrijd tegen NAC moest worden overgespeeld omdat een speler onrechtmatig (vanwege mobilisatieregels) was opgesteld.

Onze aandacht gaat in deze publicatie vooral uit naar Willem II uit Tilburg. De bijdrage van Roger Rosmeisl biedt voor de in voetbal geïnteresseerden veel wetenswaardigheden over de club (en het voetbal in het algemeen) aan het begin van de twintigste eeuw. Bijvoorbeeld hoe Willem II toch aan die rood-wit-blauwe shirts komt. Zoons van de Tilburgse textielfamilie Van den Bergh weten bij de voetbalclub Prinses Wilhelmina in Enschede, waar zij studeren, een restpartij rood-wit-blauwe shirts op de kop te tikken. The rest is history. De strijd om het landskampioenschap wordt in 1916 door Willem II aangebonden met Sparta en Go Ahead Eagles. Op 1 jun 1916 is de beslissende wedstrijd bij en tegen Go Ahead Eagles; Willem II moet winnen. Om het thuisfront in Tilburg te informeren over de stand en uitslag (0-1) worden postduiven (!) ingezet.



Een interessante bijdrage handelt over Pius Arts (1881-1955), een zeer veelzijdig man die veel heeft betekend voor Willem II. Hij was behalve advocaat ook speler-voorzitter van Willem II. En als bestuurslid van de NVB (Nederlandse Voetbal Bond) pleit hij in 1917 succesvol voor toelating van Ajax tot het hoogste niveau. Een jaar later wordt Ajax, met de befaamde Jack Reynolds als trainer, kampioen … in Tilburg. Ze verslaan daar Willem II. Arts was over een lange periode voorzitter van de club: van 1901 tot 1919. Hij is vernoemd naar paus Pius IX, om wiens soevereiniteit door zouaven werd gestreden. Van 1922 tot 1952 bekleedde Arts diverse politieke functies en in 1921 was hij medeoprichter van het Tilburgse Sportpark aan de Goirleseweg, de voorloper van huidige Koning Willem II stadion.

Dat het voetbal in oorlogstijd bijzondere, vandaag de dag onbekende aspecten kende wordt ook nog geïllustreerd door de volgende dichtregels, geschreven direct na het behalen van de landstitel in juni 1916:


(…)
‘Laat Verdun, Verdun maar blijven;
Laat ze vechten op zee…
’t Kan ons allemaal niet bommen…
Kampioen is Willem II !’


De quote ‘Voetbal is oorlog’ is dan nog lang niet uitgevonden.


Vindplaats: NGE H3 SLOT 2018

donderdag 18 april 2019

Expositie en boekpresentatie Anton Schellens in Kasteel Geldrop

Stichting C.R. Hermans organiseert in samenwerking met de Brabant-Collectie van Tilburg University van 10 mei tot en met 30 juni 2019 een expositie over Anton Schellens, zijn fotografie en schilderijen in Kasteel Geldrop. De officiële opening vindt plaats op 9 mei om 15.00 uur en wordt verricht door oud-premier Mr. Dries van Agt.
Tegelijk verschijnt ook de publicatie Anton Schellens (1887-1954). Fotograaf van het ongerepte Brabantse plattelandsleven bij Uitgeverij Vantilt in Nijmegen. Historicus Cor van der Heijden deed jarenlang onderzoek naar de persoon en het werk van Anton Schellens. Hierbij werden niet alleen de originele glasplaten, maar ook veel van Schellens naar internationale fototentoonstellingen ingezonden afdrukken teruggevonden. Voor het eerst zullen deze foto’s te zien zijn, evenals diverse van de kunstwerken uit de collectie van Schellens.

© Anton Schellens | Stichting C.R. Hermans / Erven Schellens 
Pittoresk
Vooral tussen 1910 en 1925 maakte hij, geïnspireerd door kunstschilders uit de Haagse School en hun navolgers, in de omgeving van Eindhoven een uitgebreide collectie foto’s. Wat Jongkind, Mauve, Willem Maris en Breitner met palet en penseel maakten, probeerde Schellens met zijn hobby, fotografie. Met zorg koos hij in zijn Eindhovense omgeving taferelen van het pure, onbedorven en pittoreske plattelandsleven, met eenvoudige optrekjes waar keuterboeren, thuiswerkende ambachtslieden en oude vrouwen hun dagen sleten zoals generaties voor hen dat deden.
Schellens ensceneerde met de grootst mogelijke zorg het interieur en stelde zijn camera zodanig op dat de afbeelding er zo pittoresk mogelijk uitzag (waarbij hij een fascinatie had voor binnenvallend licht). Hij zag er niet tegenop om de inrichting van de woonkamer af en toe volledig te veranderen of experimenteerde met (al dan niet met door hemzelf meegebrachte) voorwerpen als dit de sfeer ten goede kwam. En niet onbelangrijk: hij instrueerde en positioneerde zijn ‘modellen’ op een vergelijkbare manier zoals de door hem zo bewonderde kunstschilders dat deden.

© Anton Schellens | Stichting C.R. Hermans / Erven Schellens 
Internationale erkenning
Het maken van de foto was voor Schellens nog maar het halve werk. Het minstens zo belangrijke deel volgde thuis, in de donkere kamer. Met het ontwikkelen en afdrukken van de foto was het scheppingsproces nog niet beëindigd. Schellens bekwaamde zich in allerlei procedés die hem uittilden boven het niveau van een ‘kiekjesmaker’. Zijn pigmogravures (waarbij op een afgedrukte foto met verfkwast extra accenten werden gezet of onderdelen vervaagd) vielen bij fototentoonstellingen in binnen- en buitenland met grote regelmaat in de prijzen en werden in de vakbladen met lof overladen. Een flink aantal van zijn opnamen werd in de Nederlandse fotovaktijdschriften en in prestigieuze internationale jaarboeken gepubliceerd. In tegenstelling tot andere fotografen wiens werk uit hun beginperiode sterke gelijkenis met dat van Anton Schellens vertoont (zoals Henri Berssenbrugge en Martien Coppens), toonde de Eindhovense fabrikant annex amateurfotograaf geen belangstelling voor meer experimentele richtingen in de fotografie. Maar zijn in een beperkte tijdspanne tot stand gekomen oeuvre is belangwekkend genoeg om aan de vergetelheid te ontrukken.

© Anton Schellens | Stichting C.R. Hermans / Erven Schellens

maandag 15 april 2019

Tijdschrift: Van Vehchele tot Veghel

'Van Vehchele tot Veghel' is het periodiek van Heemkundekring Vehchele dat vier keer per jaar verschijnt met artikelen over heemkundige en historische onderwerpen die betrekking hebben op Veghel en de kernen Eerde, Mariaheide en Zijtaart. De kring wil belangstelling wekken voor heemkunde en de kennis daarover bevorderen, met name met betrekking tot de hiervoor genoemde plaatsen. Dit gebeurt onder andere door het publiceren van onderzoeksresultaten over heemkundige onderwerpen in haar periodiek 'Van Vehchele tot Veghel' en andere media.
Vehchele is de oudst bekende schrijfwijze van de plaats die in 1225 is aangetroffen op een lijst van goederen en rechten van de abdij van Berne. Op 1 januari 2017 werd Veghel, samen met Schijndel en Sint-Oedenrode, samengevoegd tot de nieuwe gemeente Meierijstad. De hoofdplaats hiervan is Veghel. Hieraan voorafgaand was de gemeente in 1994 samengevoegd met de gemeente Erp, met behoud van de naam Veghel. Heemkundekring Vehchele werd opgericht op 23 april 1981. Het eerste tijdschriftnummer verscheen op 21 juni van dat jaar. Tot 2014 verscheen het tijdschrift in zwart-wit op A5-formaat, maar vanaf 2015 wordt het in kleur uitgegeven op A4.
Gerard Wonders publiceerde van 1981-1989 in het tijdschrift meer dan 36 artikelen, waarvan 13 over molens. Jan Pos en Ria Vreeswijk schrijven namens de Werkgroep Dialect en Folklore in het blad. Vanaf 2010 is Martien van Asseldonk de grootste leverancier van bijdragen die vooral gaan over de geschiedenis van Veghel.
In het maart-nummer van 2019 staat een artikel van de hand van Piet van Asseldonk en Henk van der Voort over Piet van Melis (*1934) die aan de wieg stond en directeur was van Het Pieter Brueghel Instituut, een educatief streekcentrum voor kunst en cultuur. Ook staat hierin een artikel over de belangrijke rol die Veghel vroeger speelde in de kalverhandel, geschreven door Rolf Vonk en Henk van der Voort.
Klik hier voor een uitgebreide inhoudsopgave van alle kronieken van 1981-2017.


'Van Vehchele tot Veghel'  is aanwezig en raadpleegbaar op niveau 0 van de universiteitsbibliotheek.
Vindplaats: T 07416