Staartmees in: C. Nozeman, M. Houttuyn, C. Sepp, J.C. Sepp: Nederlandsche vogelen volgens hunne huishouding, aert en eigenschappen beschreeven KOD 041 G 01 |
De staartmees is de enige Nederlandse vogel met een staart langer dan de rest van het lichaam: het vogeltje meet 13-15 cm, met een staartlengte van 7-9 cm. Voor velen heeft dit pluizenbolletje-met-staart een enorme aantrekkingskracht, zo ook voor Hans Dorrestijn. In zijn boek 'Dorrestijns vogelgids', maar ook tijdens een lezing in 2011 zegt hij: "De Staartmees is mijn favoriete vogel. Als ik ooit terugkom op aarde, laat het dan zijn in de vorm van een Staartmees. Anders hoeft het voor mij niet."
Ook Nozeman is gecharmeerd van deze vogel:
"Onder de fraeisten van ons Vaderlandsch klein gevogelte verdienen zeer zeker de Staert-Meezen geteld te worden. Haere koleuren zyn wel zoo verscheiden en afsteekende niet als die der anderen van haer Gezin; maer haere ongemeen lange en zonderlinge Staerten, en het schakeersel haerer pluimaedje, maeken haer echter zeer bevallig; en de levendigheid en gaeuwheid die haer eigen zyn in 't opspooren van haer aes en in alle haere overige beweeging bekooren haeren aendachtigen beschouwer."
Het zijn zeer sociale vogels, die met name buiten het broedseizoen in kleine groepen leven. Ze delen zelfs voedsel met elkaar, in tegenstelling tot andere mezensoorten die elkaars concurrenten zijn. Dit voedsel bestaat uit insecten, rupsen en in de wintermaanden zaden.
Nozeman spreekt over "het zeer zonderlinge Nest, welk zy maeken, van die dikte en uitgestrektheid is, dat het gemaklyker dan veele anderen in het oog kan loopen, daer het meermaelen, niet in boom holligheden en gaten, gelyk dat der andere Meezen altoos, maer (gelyk het hier afgetekende) in 't openbaer, tusschen de takken der Kersen- Appel- en Peeren-boomen van onze boomgaerden aengelegd wordt."
Evenals bij de pimpelmees roemt Nozeman de staartmees als belangrijke insectenverdelger. Niettemin schuwt hij het vangen van deze vogel niet:
"Men kan de Staert-Meezen eenigen langeren tyd dan de Pimpels in 't leeven houden, met kaes: Van deeze heb ik verscheiden boerenjongens zig in hunne slagkooijen zien bedienen om hen te vangen: In Kenmerland, staet my nog te vooren, noemde men hen, waarschynlyk daer van daen, Korsjes kaes."
De afbeelding die in "Nederlandsche vogelen" staat heeft overigens veel weg van de witkopstaartmees, een ondersoort van de Nederlandse staartmees die te herkennen is aan de opvallend witte kop. Witkopstaartmezen worden soms in het najaar in ons land gezien, maar doorgaans in kleine aantallen. Ze hebben hun leefgebied in Scandinaviƫ en Oost-Europa. Determinatie van deze ondersoort in een groep staartmezen kan lastig zijn, zoals in een artikel van Dutch Birding is te lezen. Om het ingewikkelde verhaal compleet te maken: veel meldingen van witkopstaartmezen betreffen witkoppige staartmezen...
Vindplaats: KOD 041 G 01
Geen opmerkingen:
Een reactie posten