Zondagmiddag 13 december is de tentoonstelling Weemoed en Werkelijkheid in Het Groene Woud bescheiden en coronaproof geopend in Pennings Foundation te Eindhoven. Na het openingswoord door gastvrouw Petra Cardinaal vertelde Thijs Caspers (historisch ecoloog en redacteur Brabants Landschap) bevlogen over het ontstaan van Het Groene Woud. Na het officiële gedeelte konden de genodigden de expositie bekijken en napraten.
Over mij

- Brabant-Collectie
- De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg
dinsdag 22 december 2020
Opening expositie Het Groene Woud
maandag 21 december 2020
Meer te weten komen over Oosterhout? Een heerlijkheid…
![]() |
H. Reynier Brouerius: Het Huijs van Strijen in Oosterhout Pentekening. Vindplaats: O 31 / 820.11 Strij (10) |
In onze zoekmachine BCfinder is ook veel te vinden voor Oosterhout. Bijna duizend boeken en (tijdschrift)artikelen en ruim tweehonderd topografische afbeeldingen komen tevoorschijn wanneer je de plaatsnaam Oosterhout als zoekterm invoert. Grasduinen of onderzoek doen in deze bronnen, digitaal of – als het straks weer kan – ter plekke, moet voor de mensen die ‘het heem’ aan het hart gaat een HEERLIJKHEID zijn.
woensdag 16 december 2020
Onnozele Kinderdag
In 2020 initieerde het Verbond Volkscultuur in de Lage landen (VVLL) het project bedelzingen. De Brabant-Collectie participeert hieraan. Het zal in 2022 resulteren in een publicatie. Wist u dat er bij het feest van Onnozele Kinderen ook door de kinderen langs de deuren werd gegaan en gezongen om een gift?
Net zoals Sint-Maarten (11 november) en Driekoningen (6 januari) is deze dag een kinderfeestdag geworden. Op 28 december mocht de jeugd, als volwassenen gekleed, de ‘baas’ in huis zijn. Zij bepaalden wat er gegeten werd en ook de leraar was in dienst van de kinderen. Van dit bedelfeest in Midden-Brabant is bekend dat de kinderen verkleed als volwassen (als vader of moeder, als frater of zuster) zingend van deur tot deur trokken met onder andere het liedje 'Koosje, Koosje' om geld en snoepgoed op te halen. Daarnaast werden er ook driekoningen- en nieuwjaarsliedjes gezongen.
Helaas is de viering van Onnozele Kinderendag in Noord-Brabant in de vergetelheid geraakt. Alleen in Valkenswaard is deze traditie nog springlevend. Sinds 1988 strooien de jarigen op 28 december vanaf de toren van de Sint-Nicolaaskerk snoepgoed voor de kinderen. Met paraplu en/of valhelm ter bescherming gaan de kinderen het snoep opvangen. Enkelen houden zelfs de paraplu of helm omgekeerd om zoveel mogelijk buit te maken.
maandag 23 november 2020
De Vierschaer van de HKV van Wouw
![]() |
Binnenwerk nr. 1 De Vierschaer met uitleg van 'vignet' |
Op de website van de Brabant-Collectie zijn momenteel ruim 500 artikelen die in De Vierschaer zijn verschenen met trefwoorden ontsloten. Voor de Wouw-liefhebbers zijn er in de databank van de Brabant-Collectie ook bijna honderd lokale topografische afbeeldingen te vinden: historische foto’s van bijvoorbeeld de Sint-Lambertuskerk, en zeventiende- en achttiende-eeuwse prenten en tekeningen van Wouw.
maandag 9 november 2020
Randverschijnselen
Vindplaats: BRA J3 KEMP 2020
donderdag 29 oktober 2020
Weemoed en werkelijkheid in Het Groene Woud
In het kader van de Landschapstriënnale organiseert de Brabant-Collectie (Tilburg University) samen met Pennings Foundation en Brabants Landschap een fototentoonstelling over Het Groene Woud. De Landschapstriënnale, gericht op heden, verleden en toekomst van het Nederlandse landschap, kiest iedere keer een ander gebied om de aandacht op te vestigen. In 2021 wordt de focus gericht op het Van Gogh Nationaal Park. Het Groene Woud, het gebied tussen de stedendriehoek Tilburg, Den Bosch en Eindhoven, maakt hiervan onderdeel uit. Hierbinnen liggen onder andere de natuurgebieden het Bossche Broek, de Kampina, de Oisterwijkse Bossen en Vennen, de Loonse en Drunense Duinen, de Mortelen en de Scheeken.
Poëtische, nostalgische beeldenSchuldig
Beleving
De expositie laat ook zien hoe hedendaagse beeldend kunstenaars de natuur beleven. Marc Mulders (1958) heeft zijn atelier op Landgoed Baest, omringd door bloemenweiden, waar hij de idylle fotografeert. Hij werpt zich echter ook op als milieuactivist, omdat de rust en de idylle worden verstoord door vliegtuigen die af- en aanvliegen van Vliegveld Eindhoven.
De expositie ‘Weemoed en Werkelijkheid in Het Groene Woud’ is te zien t/m 8 mei 2021 bij Pennings Foundation, Geldropseweg 63 in Eindhoven. Open: wo t/m za van 12.00 tot 17.00 uur. www.penningsfoundation.com
maandag 26 oktober 2020
Velduil
![]() |
Velduil in: C. Nozeman, M. Houttuyn, C. Sepp, J.C. Sepp: Nederlandsche vogelen volgens hunne huishouding, aert en eigenschappen beschreeven KOD 041 G 01 |
Strix, Ulula of Uil
maandag 5 oktober 2020
Pestvogel
![]() |
Pestvogel in: C. Nozeman, M. Houttuyn, C. Sepp, J.C.Sepp: Nederlandsche vogelen volgens hunne huishouding, aert en eigenschappen beschreeven KOD 041 I 01 |
Ampelis Garrulus: Beemer, Zydestaart, Pestvogel
De herfst is voor menig vogelliefhebber een van de hoogtepunten van het jaar. Miljoenen trekvogels vliegen over ons land, op weg naar warmere oorden. De piek ligt in oktober. Zeldzame soorten kunnen zo maar opduiken, zangvogels vormen massale groepen. En als je dan heel veel geluk hebt, kun je zo maar oog in oog komen te staan met de kleurrijke pestvogel. Deze vogel bewoont de taiga's van Noord-Rusland en de Scandinavische bossen. In Nederland zie je hem dan ook uitsluitend in de wintermaanden, met name in november en december, en dan voornamelijk in het noorden van ons land. Heel soms is er sprake van een zogenaamd invasiejaar, als er in het hoge noorden te weinig bessen zijn om te eten. Dan kunnen ze zo maar met duizenden tegelijk aankomen. Je bent dan met recht een geluksvogel als je ze ziet zitten in bijvoorbeeld een meidoorn of andere vruchtdragende struik.
De pestvogel werd in de middeleeuwen beschouwd als voorbode van de naderende pest, mede ingegeven door zijn soms invasieachtige komst. De pest oftewel "zwarte dood" bezorgde deze vogel ook de volksnaam Zwarte Mantel. Bekijk voor een uitgebreidere uitleg van deze en andere vogelnamen vooral eens de online Etymologiebank.
De pestvogel is opgenomen in deel 3 van de kloeke boekreeks Nederlandsche vogelen en hier lezen we: "Wy schroomen niet, deezen sierlyken Vogel, die in 't voorleeden Jaar in zulk een menigte hier te Lande gevangen werdt, en waar van men ook de Eyeren heeft bekomen, in dit Nederlandsche Vogelen-Werk te plaatzen. Immers, hoewel zyn Vaderland eigentlyk Boheme schynt te zyn, wordt hy ook in Engeland, ja zelfs in Sweeden, alwaar hy in de Bosschen huisvest, en tegen de Winter aankomt, gevonden; verhuizende in de Zomer, of nestelende, in de Noordelyke Landen, zo Linnaeus verhaalt."
Ook de naamgeving komt aan bod. "Niet minder verschil is 'er onder de Autheuren ten opzigt der zo oude als hedendaagsche benaamingen van deezen Vogel. Dat Aldrovandus hem met den Griekschen naam Ampelis, van het eeten der Druiven, die hy boven andere Bessen en Vrugten bemint, afleidelyk, bedoeld hebbe, is zeker. Hy noemt denzelven in 't Latyn, Garrulus Bohemicus, en hadt deezen verwonderlyken Vogel, toen die in zeker Jaar menigvuldig in Italie was komen overvliegen, en als een voorteken van Pest aangemerkt werdt, omstandig beschreeven. Uit dit denkbeeld, hoe ongegrond ook, zal buiten twyfel de thans heerschende benaaming, van Pestvogel, gesprooten zyn, en mogelyk bekragtigd door de roode Pyltjes der Wieken, of den vuurigen glans zyner Oogen; weshalven men hem Incendiaria Avis getyteld vindt en Microphoenix, of kleine Purpervogel."
Dat de pestvogel indertijd zowel levend als geserveerd op het bord gewaardeerd werd, blijkt uit het slot van het betoog: "By gelegenheid, dat, in de voorleeden Herfst van 't Jaar 1788, een menigte van deeze Pestvogels hier te Lande is overgekomen, heeft men dezelven nader leeren kennen... Zy zyn of in Lyster-Strikken, of met Slagnetten onder de Vinken gevangen, en sommigen eenigen tyd leevendig gebleeven... Zy worden dus zeer gemeenzaam, en neemen het Aas uit de hand aan, dat zy onderling elkander mededeelen. Jammer is 't, dat men by deeze gelegenheid niet meer moeite aangewend heeft, om ze in 't leven te houden. 't Geluid, dat zy maaken, zweemt naar Ziziri, met zekere klapachtigheid, gelyk de Gaaijen. Geplukt en gebraden zyn zy niet minder smaakelyk dan de Lysters en Vinken."
Vindplaats: KOD 041 I 01
maandag 14 september 2020
Het schetsboek van Deurne
Afgelopen mei verscheen Het Schetsboek van Deurne, een lijvig boekwerk met schetsen van Deurne getekend door Henry van den Berkmortel. Van den Berkmortel tekent al heel zijn leven en geschiedenis is zijn passie. In 2019 maakte hij elke dag een schets van een plek, gebouw of gebeurtenis in de gemeente Deurne. Deze schetsten waren op social media een grote hit en daarom besloot hij ze te bundelen tot een boek. Van den Berkmortel trekt er elke dag op uit om herkenbare plekken uit de hele gemeente vast te leggen in aquarel. Ter plekke maakt hij meestal een schets in een klein boekje en thuis werkt hij het dan verder uit. Daarna plaatst hij de schetsen op zijn Facebook-pagina met verhalen gebaseerd op historische feiten of eigen ervaring. Voor historische informatie raadpleegt hij vaak de website DeurneWiki.
Vindplaats: TRE 090 F10
maandag 31 augustus 2020
(Bio)grafische bijzonderheden: Hultman en de Physionotrace
Een postuum (fictief) portret van Hultman hangt in de zaal van Gedeputeerde Staten van het Provinciehuis in ’s-Hertogenbosch. Een eigentijds portret treffen we aan op de titelpagina van de publicatie van de toespraak van Ganderheyden. Deze pagina is, net als een geïsoleerd portret van Hultman, opgenomen in de Topografisch Historische Atlas van de Brabant-Collectie die via BCFinder te raadplegen is (vindplaatsen: P / H 91 (2) en P / H 91 (1)). Voor deze portretten is een bijzondere grafische techniek gebruikt waar de rest van dit blog over gaat: de physionotrace (= gelaatstekenaar). Hoe gaat deze techniek in zijn werk en waar komt ze vandaan?
![]() |
Titelpagina van de redevoering ter nagedachtenis van C.G. Hultman. Bij de opmaak van de titelpagina was geen rekening gehouden met de buitenrand van de koperplaat. Vindplaats: P / H 91 (2) |
![]() |
De detaillering van dit tweede portret van Hultman is ten opzichte van het eerste anders uitgewerkt. Vindplaats: P / H 91 (1) |
Eeuwenlang is een geschilderd portret voor de bovenklasse een belangrijk middel geweest om zich te onderscheiden van de rest van de bevolking. De betaalbaarheid van een goed gelijkend portret komt echter in de loop van de achttiende eeuw onder druk te staan en men – ook de bourgeoisie – gaat op zoek naar goedkopere mogelijkheden. Het gegraveerde portret wordt voor veel meer mensen bereikbaar. Maar ook binnen dit genre wordt gezocht naar met name tijdbesparende methodes. De physionotrace is zo’n oplossing. Met een mechanisch hulpmiddel, de ‘profielmachine’, wordt het portret van het model – altijd en profil – overgezet op een etsplaat. De afstand van het model tot het apparaat en de positie van de stift bepalen de schaal van het uiteindelijke beeld. Als het profiel met behulp van de etstechniek eenmaal op de koperplaat staat, kunnen details als ogen, kleding etc. worden aangebracht. Ook wordt de achtergrond bewerkt, waardoor de physionotrace in eerste instantie meer de indruk van een gewassen pentekening krijgt. Het grote voordeel van deze techniek is dat één keer model zitten voldoende was.
De gedachte achter de physionotrace en de totstandkoming ervan zijn uitgedacht door Gilles-Louis Chrétien (1754-1811) in 1787. Hij was aanvankelijk muzikant in de kapel van de koning in Versailles, maar legde zich later toe op de grafische kunst. Hij werkte vanuit Parijs, wat ook staat vermeld in het randschrift van het portret van jonkheer Mr. F.X. Verheijen: ‘Dess. et. gr. p. Chretien inv. du Physionotrace rue St. honoré en face de l'Oratoire No. 152’.
![]() |
Jonkheer Mr. F.X. Verheijen liet zich op jonge leeftijd (ca. 30 jaar) in de techniek van physionotrace vastleggen. Vindplaats: P / V 39.5 (1) |
Dit portret (vindplaats: P / V 39.5 (1)) is in de Brabant-Collectie aanwezig omdat Verheijen (1779-1851) van 1814 tot aan zijn dood griffier was van Provinciale Staten van Noord-Brabant. In het randschrift maakt Chrétien nadrukkelijk reclame voor zichzelf als bedenker van de physionotrace; hij noemt zelfs de straat waar je zijn zaak kunt vinden. Opvallend genoeg blijft de plaatsnaam (Parijs) achterwege. Na enkele jaren samengewerkt te hebben met Edmonde Quenedey (1756-1830) gaan beiden voor zichzelf verder. Na de dood van Gilles-Louis Chrétien wordt diens zaak voortgezet door (Etienne?) Bouchardy (werkzaam van 1808-1840). En het is Bouchardy die we in het randschrift van het portret van Hultman aantreffen.
Het is aanlokkelijk te bedenken dat Hultman en Verheijen, die in dezelfde periode actief waren voor de Provincie Noord-Brabant, met elkaar gesproken hebben over die in Frankrijk in zwang zijnde manier van portretteren. Want de techniek van de physionotrace heeft in de eerste decennia van de negentiende eeuw behoorlijk wat aanhang gekend, ook in Nederland. Het betekende voor velen toch de relatief eenvoudige en goedkopere mogelijkheid tot het verkrijgen van een eigen portret. Vanaf ongeveer 1830 werd de physionotrace ingehaald door de lithografie en niet veel later door de fotografie, een nog meer gemechaniseerde mogelijkheid om je portret vast te laten leggen.
Bronnen:
- Gisèle Freund, Photography & Society (Boston, 1980)
- N.G. van Huffel, ‘De physionotrace’, in: Oude Kunst, 5 (1920) p. 216-218. Vindplaats: T 07977
maandag 17 augustus 2020
Hop
![]() |
Hop in: C. Nozeman, M. Houttuyn, C. Sepp, J.C. Sepp: Nederlandsche vogelen volgens hunne huishouding, aert en eigenschappen beschreeven KOD 041 H 01 |
maandag 20 juli 2020
Kleine geschiedenissen van Dussen. Deel 3

maandag 6 juli 2020
Tijdschriften en corona
Ook inhoudelijk zijn er in de voorbije periode (al) artikelen verschenen waarin referenties aan corona voorkomen. Een artikel over de Tweede Wereldoorlog en de oorlogsslachtoffers van Hooge en Lage Zwaluwe wordt, met name vanwege de vergelijkbare gevolgen voor onze vrijheid van bewegen, gekoppeld aan corona (De Bùrt, jrg. 34, nr. 101, p. 7: Voorwoord).
Twee in het oog springende artikelen ter afsluiting. In het Vlaamse tijdschrift voor heraldiek Heraldicum Disputationes (jrg. 25, nr. 2, p. 45-50) treffen we een beeldend overzicht aan van coronaverwijzingen in, al dan niet ludiek bedoelde, heraldische toepassingen.
Vanwege corona zijn onze boeken en tijdschriften in de universiteitsbibliotheek onder strikte voorwaarden toegankelijk. Zodra de openstelling wordt verruimd, kunt u dit lezen op de websites van Brabant-Collectie en Tilburg University
Vindplaatsen: De Bùrt: T 07854 / Van Wirskaante: T 08913 / Corsief: T 10958 / Geografie: T 08947 / Archievenblad: T 09800 / Heraldicum Disputationes: T 11009 / Devotionalia: T 07406
donderdag 25 juni 2020
Brabants indrukwekkendste oorlogsfoto’s bij NM Kamp Vught
Eindhoven, september 1944 © A. van Beurden, fotoalbum Wick Bannenberg Brabant-Collectie, Tilburg University |
![]() |
© Jan van de Ven |
![]() |
© Jan van de Ven |
maandag 22 juni 2020
Koekoek
![]() |
Koekoek in: C. Nozeman, M. Houttuyn, C. Sepp, J.C. Sepp: Nederlandsche vogelen volgens hunne huishouding, aert en eigenschappen beschreeven KOD 041 H 01 |