Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

maandag 26 oktober 2020

Velduil

Velduil in:
C. Nozeman, M. Houttuyn, C. Sepp, J.C. Sepp:
Nederlandsche vogelen volgens hunne huishouding, aert en eigenschappen beschreeven
KOD 041 G 01

 Strix, Ulula of Uil

Een aantal afbeeldingen in de boekenreeks Nederlandsche vogelen van Cornelis Nozeman e.a. roept vragen op over welke vogel er nu precies is afgebeeld. Het zijn ontegenzeglijk prachtige afbeeldingen die we hier zien, echter voldoen ze niet aan de maatstaven van hedendaagse vogelgidsen met hun zeer nauwkeurige weergaven van soorten en ondersoorten. Neem bijvoorbeeld de vogel die in dit blogbericht centraal staat: de Velduil. In de facsimile-uitgave uit 2014 van Uitgeverij Lannoo en de Koninklijke Bibliotheek lezen we hier meer over in de inleiding van M. van Delft, E. van Gelder en A.J.P. Raat. Zij schrijven: "De belangrijkste oorzaak van de problemen bij de identificatie is dat de vogels vaak zijn getekend naar opgezette exemplaren. De houding en de lichaamsverhoudingen van de vogels zijn vaak niet natuurlijk weergegeven. Ook de kleuring en tekening van verenkleed, staart, kop en borst leveren soms moeilijkheden op voor de herkenning. Verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke exemplaren, het zomer- en winterkleed en juveniele en volwassen vogels waren destijds ook nog onvoldoende bekend. De volgende voorbeelden illustreren dit probleem. De Velduilen op platen 34 en 35 hebben uiterlijke kenmerken van Bosuilen. De kleine kop, de staart en de witte vlekken op de vleugels wijzen er echter op dat Velduilen zijn afgebeeld. Ook het nest past bij de Velduil, want de Bosuil broedt niet op de grond."

Naast een uitgebreide beschrijving van het uiterlijk van de Velduil, lezen we in de paragraaf Aentekeningen van Nozeman het volgende: "Deeze Uilen sleepen in 't laest van Mey een weinig zagt stroo by een tusschen 't gras in 't veld, en broeden in 't begin van Juny. De man verpoost het wyf. Hun broed is gemeenlyk van 5 Eijeren, die in het gehele wit zyn. In zoogezegde Muizenjaeren verneemt men deeze Velduilen by uitstekendheid. Zy leeven van ratten, veldmuizen, kikvorschen, en allerley gevogelte welk zy Overvallen kunnen. Geen kat muist beter dan zy; waer toe hun snel gezicht by avond en nacht, wanneer zy hun aes zoeken, hen wonderlyk dienstig is. Zy gaen, even als de Katten, in 't veld te loeren zitten, en zelden loopt een rat of muis van hunne klaeuwen vry. Ik heb 'er by sommige boeren aengetroffen, die zeer tam over huis liepen, en hun voor muizenvangers dienden."
De vergelijking die Nozeman hier maakt met een kat zien we ook terug in de benaming Katuil voor deze vogelsoort. Zijn felgele ogen en het blazen als een kat dragen hier aan bij. Een volksnaam die op Ameland wordt gebruikt is Katteuul.
Nozeman besluit zijn vertoog als volgt: "Over dag zyn zy zeer weinig in beweeging, zittende of aen de slootkanten of op de knotstooven der willigen. Zy blyven 's winters over, houdende zig in dat saizoen op hooge landen en aen de Dyken. Onder 't vliegen maeken zy somtyds een diep en zuchtend geluid."

In de jaren 70 van de vorige eeuw werden in Nederland nog circa 130-185 broedparen geteld. Meer recent schommelt dat getal rond de 20, waarvan het merendeel zich op de Waddeneilanden en in Noord-Groningen bevindt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Velduil op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels staat, met als droevige status 'ernstig bedreigd'.

Vindplaats: KOD 041 G 01

Geen opmerkingen:

Een reactie posten