© Nederlands Fotomuseum, Rotterdam / Brabant-Collectie, Tilburg University)
Over mij

- Brabant-Collectie
- De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg
maandag 14 april 2025
Kruiswegstaties van Charles Eyck, gefotografeerd door Martien Coppens
© Nederlands Fotomuseum, Rotterdam / Brabant-Collectie, Tilburg University)
maandag 24 maart 2025
Wandelen door de Brabant-Collectie: Van Megen naar Reek
We gaan verder waar we de vorige keer gestopt zijn: knooppunt 53 op de Maasdijk in Megen. Vrijwel meteen lopen we het poldergebied in. Omkijkend kunnen we nog een laatste blik werpen op de fraaie vestingstad.
Zicht op Megen vanaf de Rulstraat (juni 2024). © Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University |
Iets verderop staat op een zandrug van de Maas de Sint-Laurentiuskerk, waarvan de oudste delen stammen uit de 13e eeuw.
![]() |
Kerk te Dieden. Foto. Maker onbekend. Datering: 1925-1940. Formaat: 17 x 12 cm. Vindplaats: D 41 / 411.11 Nede (1) |
Sint-Laurentiuskerk in Dieden (juni 2024). © Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University |
Na Dieden gaat de route door de uiterwaarden van de Maas. Hier wordt in het kader van het project Meanderende Maas gewerkt aan het versterken van de dijk van Ravenstein tot de sluis bij Lith. De Maas wordt aan Gelderse en Brabantse zijde meer ruimte gegeven en het gebied wordt mooier en economisch sterker gemaakt, aldus het projectplan. Soms is de wandelroute hier afgesloten (bijvoorbeeld vanwege stieren in de wei) en bij hoge waterstanden kan het pad niet of moeilijk begaanbaar zijn. Is dat het geval, blijf dan doorlopen op de Maasdijk tot Ravenstein. Je passeert dan de dorpjes Demen en Neerlangel. In laatstgenoemde plaats staat de Sint-Jan de Doperkerk.
![]() |
Sint-Jan de Doperkerk, Neerlangel. Aquarel. Maker: R.A.A. van Claarenbeek. Datering: 1869. Formaat: 32,8 x 19,6 cm. Vindplaats: N 18 / 411.11 Joha (1) |
We bereiken Ravenstein, in 1360 gesticht door Walraven van Valkenburg, leenman van de hertog van Brabant. Hij liet een kasteel bouwen aan de oever van de Maas om tol te kunnen heffen op langsvarende schepen. In 1818 is het kasteel gesloopt. De oorspronkelijke binnenplaats is nu een klein stadsparkje. De Kasteelse Poort waar we onderdoor lopen, verbond ooit de voorburcht van het kasteel met de stad. Onderstaande prent uit de Brabant-Collectie geeft een impressie van hoe het kasteel eruit heeft gezien.
![]() |
Prospectus Castelli Ravestyn. Ets van Hendrik Causé naar een tekening van Jacques van Croes. Datering: 17e eeuw. Formaat: 16,9 x 28,8 cm. Vindplaats: R 22 / 820.11 (1) |
![]() |
Ravensteyn 1628. Aquarel. Maker onbekend. Datering: 1628. Formaat: 47,8 x 61,2 cm. Vindplaats: R 22 / 020 (5) |
Zicht op het oude Raadhuis van Ravenstein (juni 2024) © Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University |
![]() |
Markt, Ravenstein. Prentbriefkaart. Maker en datering onbekend. Formaat: 9 x 14 cm. Vindplaats: pbk-R 22 / 121 Mark (1) |
![]() |
De torens van de H. Lucia Kerk te Ravenstein. Maker: Martien F.J. Coppens. Datering: vóór 1952. Formaat: 10,5 x 15 cm. Vindplaats: pbk-R 22 / 411.11 Luci (1) |
Gedenkteken vliegveld Keent (juni 2024). © Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University |
Overigens had de normalisatie van de Maas voor Keent nogal wat gevolgen. Het dorp maakte eerst deel uit van Balgoij in Gelderland, maar door de bochtafsnijding kwam het in provincie Noord-Brabant te liggen. Onderstaande manuscriptkaart van R.A.A. van Claarenbeek, de tekenende burgemeester die we al eerder tegenkwamen, toont het gebied waar we doorheen wandelen van vóór de afsnijding van de Maasarm.
Knooppunt 45 is het eindpunt van vandaag. De volgende keer lopen we de laatste etappe van het Zuiderwaterlinie Wandelpad naar Grave.
- W. Boeijen: "Het vergeten vliegveld Keent/Airstrip B82 Grave". Schaijk: St. Het Boekenfonds van de Heemkundekring Schaijk-Reek, 1994. Vindplaats: BRA N3 BOEI 1994
- C. Boerboom e.a.: Neerlangel vertelt: van 1900 tot heden. Neerlangel: St. Neerlangel Historie en Toekomst, 2005. Vindplaats: BRA Y3 BOER 2005
- M. van den Broek: Dieden-Oijen: Gelders of Brabants? In: Tussen Maas & Erfdijk: periodiek Heemkundekring Land van Ravenstein, 2024, nr. 33, pag. 18-19. Vindplaats: T 10996
- T. Caspers: Buitengewoon: de tauros. In: Brabeau, 2021, nr. 4, pag. 84-89. Vindplaats: T 10855
- T. van der Loop e.a.: Keent: omarmd door water. Ravenstein: Buurtvereniging Keent, 2015. Vindplaats: BRA Y3 LOOP 2015
- J. Peters: Sint-Jan de Doper Neerlangel: ervaar de inspirerende eenvoud van "de kleine Sint-Jan". Nijmegen: Thoben Offset, 2008. Vindplaats: BRA J3 PETE 2008
- J. Verhoeckx: St. Lucia kerk te Ravenstein. S.l.: s.n., ca. 1980. Vindplaats: CBM B 42022
- J. Vlemmix: De geschiedenis van het Land van Ravenstein. Ravenstein: Rotaryclub Schaijk-Land van Ravenstein, 2011. Vindplaats: BRA Y VLEM 2011
- W. Wijnakker: Ravenstein, Huisseling, Koolwijk, Herpen, Overlangel, Keent, Neerloon, Deursen, Dennenburg, Dieden, Demen, Neerlangel. Ravenstein: Gemeente Ravenstein, 2002. Vindplaats: BRA Y WIJN 2002
maandag 24 februari 2025
Inkijkje in de Brabant-Collectie
Als eerste vertelde afdelingshoofd Pia van Kroonenburgh over de geschiedenis en achtergronden van de Brabant-Collectie en, zoals we vroeger heetten, het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. Behalve over de aantallen handschriften, oude drukken, nieuwe boeken, prenten, tekeningen, tijdschriftabonnementen, foto’s en prentbriefkaarten, werd ook verteld over hoe de collectie wordt ontsloten en zichtbaar gemaakt en hoe iedereen de collectie kan raadplegen. Ook werden drie tentoonstellingen gememoreerd die op korte termijn geopend gaan worden en in nauwe samenwerking met de Brabant-Collectie tot stand zijn gekomen.
maandag 3 februari 2025
Wandelen door de Brabant-Collectie: Van Lith naar Megen
Lithse Dijk 50 (april 2024). © Jolanda van den Akker Brabant-Collectie, Tilburg University |
![]() |
Portret van Hendrik Wiegersma. Foto. Maker en datering onbekend. Formaat: 13,5 x 8,8 cm. Vindplaats: P / W 62 (3) |
![]() |
Omslag 1e druk: Antoon Coolen: Dorp aan de rivier Rotterdam: Nijgh & Van Ditmar, 1934. Vindplaats: CBM 459 A 28 |
![]() |
Stuw aan de Maas bij Lith, N.B. Foto. Maker: Jan van Giersbergen. Datering: 1950-1970. Formaat: 13,1 x 17,9 cm. Vindplaats: Giersb_NB_34. © Brabant-Collectie, Tilburg University |
Sluizencomplex Lith (april 2024). © Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University |
Water, onze onstuimige vriend van Jan de Vries (april 2024) © Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University |
![]() |
't Kasteel Oyen. Ets. Maker: Hendrik Speelman. Datering: 1750-1792. Formaat: 8,1 x 11 cm. Vindplaat: O 50 / 820.11 (2) |
![]() |
Kasteel van Oijen (april 2024). © Jolanda van den Akker Brabant-Collectie, Tilburg University |
![]() |
Gevangentoren te Megen. Foto. Maker onbekend. Datering: 1902. Formaat: 9 x 14,5 cm. Vindplaats: M 41.1 / 111 Geva (1) |
Verder lezen:
- A. Coolen: Dorp aan de rivier. Rotterdam: Nijgh & Van Ditmar, 1934. Vindplaats: CBM 459 A 28
- J. Cunen: Het kasteel van Oijen. Oss: M.W. van Loosbroek, 1939. Vindplaats: BRA Y OSSE 7
- H. van Liebergen: De Molenhof - Megen: de ontwikkeling van 'n kleine Brabantse stad: 1950-1968-2023. 's-Hertogenbosch: Harry van Liebergen, 2023. Vindplaats: BRA Y3 LIEB 2023
- G. Ulijn: De geschiedenis van het graafschap Megen. Zaltbommel: Avanti, 1984. Vindplaats: BRA Y ULIJ 1984
- G. Ulijn: Lith in oude ansichten, deel 1. Zaltbommel: Europese Bibliotheek, 1971. Vindplaats: BRA Z6 ANSI LITH/1
- G. Ulijn: Lith in oude ansichten, deel 2. Zaltbommel: Europese Bibliotheek, 1980. Vindplaats: BRA Z6 ANSI LITH/2
- Het kasteel Oijen. S.l.: s.n., 19xx. Vindplaats: TRE C 0265
woensdag 22 januari 2025
Sport in de Kempen en de Peel
De aanleiding voor dit bescheiden beeldverhaal vormt het honderdste geboortejaar van Gaston Remery (1924-2014). Zijn wieg stond in Asten. Als fotograaf legde hij Zuidoost-Brabant vast. Het vak leerde hij van buurman Sjef Simons en vanaf 1949 ging hij aan de slag. Hij werkte een aantal jaren bij Schulte en bij Princes te Helmond, maar ook in Breda en Boxmeer. Remery besloot voor zichzelf te beginnen en vestigde zich in 1957 als eerste fotograaf in Eersel. Hij legde zich vooral toe op pasfoto’s, portretten en reportages (bruidsparen, communicantjes, religieuze plechtigheden en bedrijfsfotografie). Van 1959 tot aan zijn pensioen in 1989 runde hij samen met zijn vrouw Corry Bekx de fotozaak aan de Dijk.
Op pad voor fotoreportages
De eerste tien jaar vervaardigde hij ook nieuwsfoto’s. In opdracht van de kranten Oost-Brabant en Eindhovens Dagblad trok hij op de fiets, en later op de brommer, met zijn Rolleiflex door de Kempen en de Peel om uiteenlopende gebeurtenissen vast te leggen.
Vervolgens snelde hij zich naar zijn doka in verband met de deadline. De afdrukken gaf hij mee aan een BBA-chauffeur, die ze aan iemand van de krant op station Eindhoven afleverde.
Zijn sportfoto’s zijn nauwelijks bekend. Eind jaren vijftig, begin jaren zestig maakte Remery opnamen van kringsportdagen van de Noordbrabantse Christelijke Boerenbond (NCB) en de Katholieke Plattelands Jongeren (KPJ), ontstaan uit de Rooms Katholieke Jonge Boerenstand (RKJB) en de Boerinnen Jeugd Bond (BJB), in Kempische dorpen en in Sint Anthonis en Uden, gelegen aan de Peelrand. Een vast onderdeel was het groepsturnen, zoals gymnastiek met knots, hoepel en bal. Het vormen van menselijke piramides was de meest spectaculaire activiteit. Ook touwtrekken, hardlopen, hoogspringen en voetballen vonden plaats.
![]() |
Gymnastiek: menselijke piramide. Sportdag Bergeijk, 1959. (Foto: Gaston Remery. Brabant-Collectie, Tilburg University) |
![]() |
Biljardwedstrijd. Eersel, 1963. (Foto: Gaston Remery. Brabant-Collectie, Tilburg University) |
maandag 13 januari 2025
Ik zal morgen eens naar Van Piere gaan
![]() |
Rechtestraat. Eindhoven. Prentbriefkaart. Links in beeld Boekhandel M.F. van Piere. Maker onbekend. Datering: 1920-1923. Uitgever: Gebr. Rieter. Formaat: 9 x 14 cm. Vindplaats: pbk-E 21 / 121 Rech (1) |
27 mei 1848 moet een heuglijke dag geweest zijn voor kamerbehanger Martinus Franciscus van Piere en Catharina van den Broek, dochter van een winkelier. Niet alleen trouwen ze op die dag, ze openen ook hun kleine winkel met kantoorartikelen en boeken in hartje Eindhoven. Van Piere is een ondernemend man; in de daaropvolgende jaren opent hij tevens een drukkerij en start een uitgeverij die onder andere de Meierijsche Courant uitbrengt. In 1856 betrekt hij een pand op de hoek Rechtestraat – Kerkstraat: hier zal de winkel gaan floreren en uitgroeien tot een boekhandel van formaat en aanzien.
![]() |
Portret van M.F. van Piere in: Antoon Coolen: Van en over en rond de honderdjarige. Pag. 6. Eindhoven: Van Piere, 1948. Vindplaats: CBM B 20963 |
![]() |
Omslag van: Antoon Coolen: Van en over en rond een honderdjarige. Eindhoven: Van Piere, 1948. Vindplaats: CBM B 20963 |
In 1954 kan het nieuwe pand betrokken worden, zo is te lezen in 125 jaar VAN PIEREmenten om de cultuur en om de krenten, 1848-1973 van F.J.M. van Puijenbroek: “Na een geslaagde, goed voorbereide verhuizing, een nachtelijke oversteek van ruim 90.000 boeken, luidde op 11 november 1954 de triomfantelijke aankondiging: “Nu IS er een boekhandel gebouwd”. Onder overweldigende belangstelling vond dezelfde dag de opening plaats. Het gebouw, naar ontwerp van architekt C.H. de Bever, met uiteraard vele ideeën van de eigenaar, bevatte een verkoopruimte van 250 m2, waarin de boeken overzichtelijk in rubrieken gerangschikt stonden gesorteerd.” (pag. 63). Sociaal-historicus Van Puijenbroek werd “bereid [gevonden] de aktiviteiten van M.F. van Piere in het kader te plaatsen van de dynamische ontwikkeling van onze stad en in de belichting van de veranderende betekenis van het boek sinds 1848.” (pag. 5), aldus toenmalig directeur J.W.M. Kessels. In dit boekwerk geen literaire volzinnen, maar eerder 125 jaar bedrijfsgeschiedenis in het licht van maatschappelijke ontwikkelingen in de periode 1848-1973.
Van Puijenbroek besluit zijn boek met de zin: “Wel áán de kerk, niet ín de kerk is daarbij een zakelijke gedragslijn geweest, door de openheid waarvan steeds meer mensen naar oud-Eindhovense zede zijn gaan zeggen: „’k zal morgen ’s naar Van Piere gaan”. (pag. 71). En dat sluit mooi aan bij de oproep die neerlandicus en heemkundige Hein Mandos april 1973 deed in het Mededelingen- en Contactblad van de Heemkundige studiekring “Kempenland” te Eindhoven: “Naar Van Piere gaan? Vele jaren geleden kreeg ik van de heer Kakebeke, destijds chef bij Boekhandel van Piere, een merkwaardig gegeven voor mijn verzameling van Brabantse spreekwoorden. Het luidde: Ik zal morgen is naar van Piere gaan. Dat zou in Eindhoven spreekwoordelijk zijn (geweest), zoals hem verzekerd was. Maar de betekenis ervan was hem niet duidelijk geworden. Moet het zo iets betekenen als een morgen-wandeling gaan maken? Wie kan hier uitkomst bieden? Dan gaarne een berichtje naar ondergetekende. Drs. H. Mandos.”
Mandos kreeg welgeteld één reactie op zijn vraag, en wel van Jan Kessels, de directeur van de boekwinkel. In nr. 14 van Mededelingen Kempenland schrijft hij: “Volgens de Heer J. Kessels kan de zin ervan niet veel meer geweest zijn dan: algemene informatie inwinnen bij moeilijkheden, waar men zo direct geen weg mee wist. En dat sloeg aanvankelijk niet zozeer op boeken als wel op zaken van farmaceutische aard, want het assortiment in allerlei zaken bij de firma was zo’n 125 jaar geleden heel wat uitgebreider dan nu. Hij [lees: J. Kessels] schrijft: In mijn jonge tijd moesten wij zondagsmorgens tussen 10 en 12 uur open zijn, omdat de dorpelingen naar de stad kwamen om Urbanuspillen te halen. Want voelde men zich niet zo goed, zodat men behoefte kreeg aan deze medicamenten, dan werd daarover gesproken. En degene die al gebruiker was, gaf als advies: bij van Piere aan de kerk kun je die dingen krijgen, waarop het antwoord geweest moet zijn: “Dan zal ik morgen ’s naar van Piere gaan.” (pag. 7-8). Mandos trekt hierop de conclusie: “Met de verdwijning van de Urbanuspillen uit de zaak sleet de uitdrukking natuurlijk af: ze werd zinloos.” (pag. 8). De Urbanuspil kende een grote populariteit in de 19e eeuw en werd door velen gezien als een soort wondermiddel.
Ik zal morgen eens naar Van Piere gaan is tevens de titel van het in 2024 verschenen boek van Thom Aussems. Op verzoek van directeur Jan Verhagen schreef hij dit boek over 175 jaar Van Piere. Verhagen zegt in het voorwoord dat het geen omvangrijk boekwerk hoefde te worden, maar meer een ode aan de geschiedenis van de boekhandel en Eindhoven. En daarin is Aussems goed geslaagd. Het boek is verdeeld in vier perioden, die alle beginnen met een schets van de context: wat gebeurt er in Eindhoven, wat zijn de maatschappelijke ontwikkelingen en hoe ziet het culturele landschap eruit? Vervolgens bespreekt Aussems de belangrijkste gebeurtenissen uit de geschiedenis van Van Piere.
![]() |
Omslag van: Thom Aussems: Ik zal morgen eens naar Van Piere gaan; 175 jaar geworteld in Eindhoven. Eindhoven: Lecturis, 2024. Vindplaats: BRA R3 AUSS 2024 |
- Thom Aussems: Ik zal morgen eens naar Van Piere gaan: 175 jaar geworteld in Eindhoven. Eindhoven: Lecturis, 2024. Vindplaats: BRA R3 AUSS 2024
- Antoon Coolen: Van en over en rond de honderdjarige. Eindhoven: Van Piere, 1948. Vindplaats: CBM B 20963
- H. Mandos: Wat betekent: Naar Van Piere gaan? In: Mededelingen Kempenland, 1973, nr. 14, pag. 7-8. Vindplaats: T 07410
- F.J.M. van Puijenbroek: 125 jaar VAN PIEREmenten om de cultuur en om de krenten, 1848-1973. Eindhoven: Van Piere. Vindplaats: CBM 323 E 08