Een belangrijk deel van Saris’ boek gaat over de rol van Van Tienhoven tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij rekent af met het te rooskleurige beeld van de manier waarop natuurbeschermers in ons land reageerden op de Duitse bezetters. Saris raadpleegde diverse bronnen, archieven en briefwisselingen. Tijdens zijn zoektocht kwam pijnlijke informatie naar boven. Saris benoemt de natuurbescherming in Nederland in die tijd als een soort eenmansbedrijf van Pieter van Tienhoven: hij was namelijk niet alleen betrokken bij Natuurmonumenten, maar ook bij andere (internationale) natuurbeschermingsorganisaties, de Nederlandse Vogelbescherming en De Hollandsche Molen. Die organisaties bracht hij eind jaren 1930 alle onder in zijn pand aan de Amsterdamse Herengracht. Pieters houding tegenover de bezetter noemt Saris pragmatisch en tamelijk kritiekloos. Zo is er de kille opstelling van Van Tienhoven bij het opstappen van Henri Polak, een Joods medebestuurslid van Natuurmonumenten. Polak protesteerde fel tegen de toetreding van NSB-er James van Hoey Smith tot het bestuur in 1936. Polak zag dit als ‘binnenwandelend fascisme’, maar Van Tienhoven koos partij voor Van Hoey Smith en liet Polak vallen. Daarnaast had Van Tienhoven actieve samenwerking met de Duitse bezetter: hun belangen bij houtproductie en jacht kwamen overeen met zijn visie op natuurbescherming en machtspositie. In 1941 werd hij door de hoogste SS-baas in Nederland aangesteld als hoofd van de natuur- en cultuurkamer. En dan is er nog zijn dubieuze rol bij de arrestatie van Joodse onderduikers in het Korenburgerveen in 1942. In dit gebied, dat grotendeels in bezit was van Natuurmonumenten, was met medeweten van de opzichter een barak gebouwd voor onderduikers. Twee andere opzichters van Natuurmonumenten ontdekten deze barak en deden aangifte, waarna de 21 Joodse onderduikers werden opgepakt en afgevoerd. Van Tienhoven legde de schuld bij de ‘onoplettende’ opzichter die had meegewerkt aan het onderduiken; deze man pleegde later zelfmoord.
Natuurmonumenten beschouwt Pieter van Tienhoven, samen met Jac. P. Thijsse, als een van haar belangrijkste grondleggers. Met name zijn financiële expertise en netwerk worden als cruciaal gezien voor de aankoop en bescherming van natuurgebieden.
Ook in Oisterwijk en omgeving wordt Pieter van Tienhoven geëerd. Zo werd de laan van Klein Speijck naar Groot Speijck in 1927 de Van Tienhovenlaan genoemd. Uit waardering voor zijn inzet voor het behoud van de bossen en vennen schonk het gemeentebestuur Oisterwijk in 1935 Van Tienhoven op zijn 60e verjaardag een stenen zitbank bij het Van Esschenven. Dit was een van zijn favoriete plekken in het gebied; hier was hij vaak te vinden met zijn hond Mona.
![]() |
Hoekje van Tienhovenlaan, Oisterwijk. Foto. Maker: Foto Atelier Schreurs. Datering: 1912-1932. Formaat: 16 x 23 cm. Vindplaats: O 18.2 / 920 (1) |
Het is niet verwonderlijk dat het boek van Saris bij verschijnen nogal wat te weeg bracht, zeker bij vereniging Natuurmonumenten. Zij gaf aan door het boek meer besef en kennis te hebben gekregen van de historie van de natuurbescherming in Nederland. Maar ook dat het tegelijk vragen oproept en dat zij daarom een onderzoeksopdracht heeft uitgezet bij het NIOD naar Natuurmonumenten en vooral de rol van Pieter van Tienhoven gedurende de oorlogsjaren. Medio oktober 2025 moet een vooronderzoek afgerond zijn, aldus een online bron. Dit moet een inventarisatie van bronnenmateriaal opleveren, de (on)mogelijkheden van een vervolgonderzoek in kaart brengen en onderzoeksvragen formuleren.
Bronnen en verder lezen:
- F. Bosscher e.a.: Piet van Tienhoven, 1875-1953: een biografische schets. 's-Graveland: Natuurmonumenten, 2015. Vindplaats: BRA W3 BOSS 2015
- F. Saris: Rentmeester van nature: Pieter G. van Tienhoven 1875-1953. Gorredijk: Noordboek, 2024. Vindplaats: NGE A7 SARI 2024
- J. van der Straaten e.a.: Kampina: geschiedenis en bescherming van een natuurmonument. Woudrichem: Pictures Publishers, 2024. Vindplaats: BRA W KAMP 2024
Geen opmerkingen:
Een reactie posten