Wapen van Soerendonk. Gekleurde penseeltekening. Maker en datering onbekend. Formaat: 31,5 x 42,5 cm. Vindplaats: ML / 513 (144) |
We verlaten het dorp en lopen verder in westelijke richting naar natuurgebied Soerendonks Goor. In 1957 werd dit gebied ondanks hevig protest ontgonnen, maar dat draaide uit op een mislukking. Twintig jaar later werd de ingreep alweer teruggedraaid en inmiddels is er ruimte gemaakt voor de ‘natte natuur’. We lopen langs een grote waterplas genaamd Het Goor. Oktober 2020 startte Staatsbosbeheer hier met werkzaamheden om de waterkwaliteit te verbeteren en de 25 jaar oude vogelkijkhut Hou ut Moi te vervangen. Een jaar later waren de werkzaamheden afgerond en werd de nieuwe hut opgeleverd. Een mooie plek dus voor de vogelliefhebbers onder ons om deze plas, een belangrijke pleisterplaats voor trekvogels, af te turen.
Noud Aartsen maakte in 1992 onderstaande foto van het gebied waar we zijn.
Groote Heide. Foto. Maker: Noud Aartsen. Datering: 1992. Formaat: 20,2 x 25,2 cm. Vindplaats: NA/BL/23/006 © Noud Aartsen / Brabant-Collectie, Tilburg University |
We gaan verder en lopen een paar kilometer langs de grens met België tot we uitkomen bij de Sint-Benedictusabdij van Achel oftewel: Onze-Lieve-Vrouw-van-La-Trappe-van-de-Heilige-Benedictus. Meer bekend is de benaming Achelse Kluis, die verwijst naar de periode 1686-1798 toen hier een gemeenschap van kluizenaars gevestigd was.
St. Benedictus Abdij Achel - Gastenhuis. Prentbriefkaart. Maker, datering, uitgever: onbekend. Formaat: 15 x 10 cm Vindplaats: pbk-A 18 / 441.12 Trap (1) |
De grens Nederland-België bij de Achelse Kluis (augustus 2021) © Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University |
Titelpagina van: Eene retraite bij de paters Trappisten te Achel van Louis Philippona. Vindplaats: CBM B 47954 |
Al in 1850 begonnen de broeders met het brouwen van Trappist Achel. Tussen de Eerste Wereldoorlog en 1998 lag de productie stil. In dat jaar wordt het brouwen nieuw leven ingeblazen. Wel onder het toeziend oog van de monniken van Westmalle, aangezien sinds eind 2020 er geen paters meer in de abdij wonen. Maar dat doet niets af aan de kwaliteit van het bier en zo blijft de Achelse Kluis met haar brasserie en abdijwinkel een prima pauzeplek.
Voordat we verder wandelen gaan we nog even terug in de tijd. Op de toegangsweg naar de abdij staat sinds 2015 een reconstructie van de Dodendraad, exact op de plaats waar deze was gesitueerd tijdens de Eerste Wereldoorlog. Voor deze reconstructie is gebruik gemaakt van een historische foto die zich in het archief van de Achelse Kluis bevindt.
Reconstructie van de Dodendraad bij de Achelse Kluis (augustus 2021) © Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University |
Bij de Achelse Kluis loopt de grens dwars door de abdij, en dat is een ongunstige positie voor de abdijbroeders tijdens de Eerste Wereldoorlog. De meesten van hen vluchten naar Valkenswaard en reizen van daaruit door naar ordegenoten in Tegelen en Diepenveen. Twee monniken en vijf lekenbroeders blijven achter. Intussen hebben de Duitsers de abdij bezet. Zij deinzen er niet voor terug een deel van de abdijmuur af te breken en de Dodendraad dwars door de kloostertuin te leggen. De kosten hiervoor worden bij de broeders neergelegd. In 1917 komen de broeders uit Diepenveen noodgedwongen weer naar Achel terug. De broeders die in Tegelen verblijven, kunnen pas aan het einde van de oorlog terugkeren.
De Dodendraad heeft naar schatting honderden mensenlevens gekost, maar kon niet verhinderen dat duizenden mensen toch de grens over kwamen. Wil je meer lezen over de Dodendraad, klik dan hier om onze collectie te raadplegen.
We laten de Achelse Kluis achter ons en lopen in noordelijke richting, langs het Leenderbos, en komen uit bij het vijvercomplex langs de Tongelreep.
Vijvers nabij de Tongelreep (augustus 2021) © Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University |
Met de opkomst van de sportvisserij wordt na de Tweede Wereldoorlog in de vijvers pootvis gekweekt, die vervolgens wordt uitgezet bij hengelsportclubs. De exploitatie van de vijvers komt in 1957 in handen van de Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij. Zij is in 1952 bij wet opgericht als kennis- en adviescentrum voor zoetwatervisserij en visstandbeheer. Om de visproductie te verhogen bemest de OVB de vijvers met afval van een slachthuis en een lijmfabriek. Dat afval wordt aangevoerd vanuit Valkenswaard en Eindhoven en ter plekke bij de visvijvers verwerkt tot visvoer. In 2004 stopt men op last van de overheid met de viskwekerij: dankzij de OVB is de visstand op orde en de verkoop van kweekvis wordt verder overgelaten aan commerciële kwekers. Het gebied met de visvijvers is momenteel grotendeels een voor het publiek niet-toegankelijk vogelreservaat onder beheer van Brabants Landschap. Interessante filmbeelden zijn te zien bij twee afleveringen van de tv-serie De Wandeling: een aflevering uit 1998 en eentje uit 2003.
Onze route loopt een stukje zuidelijker. Hier is in 1933, in het kader van de werkverschaffing, De Oase aangelegd: het eerste openluchtzwembad van Valkenswaard. Voor foto's hiervan kun je terecht op de beeldbank van Heemkundekring Weerderheem. Zo’n veertig jaar na de opening moest het zwembad sluiten, omdat waterkwaliteit en hygiëne niet aan de regels voldeden. Het bad werd gesloopt en omgezet in een hengelvijvercomplex. Verder liggen hier ook enkele voormalige viskweekvijvers die in 1970 zijn aangelegd ter uitbreiding van het bovengenoemde vijvergebied. Momenteel maakt het onderdeel uit van de herinrichting beekdal Tongelreep.
Na het passeren van Bruggerhuizen en het Brugven lopen we een stukje over de voormalige spoorlijn Hasselt-Valkenswaard-Eindhoven; het zogenaamde ‘Bels Lijntje’. Hier hebben we de vorige etappe al uitgebreid bij stil gestaan, maar de volgende anekdote is het vermelden waard. Elisabeth (‘Betje’) Heesterbeek en haar man Cornelis (‘Nellis’) wonen vanaf hun huwelijk in 1896 in spoorwegwachtershuisje nr. 30 aan de Parallelweg West 49 in Valkenswaard. Beiden werken bij de spoorwegen. Nellis houdt zich onder andere bezig met onderhoud van de spoorlijnen. Betje is in dienst als “wachteres”. Op het spoortraject bij De Sil en Zeelberg zijn op dat moment bedienbare spoorbomen in gebruik die op ongeveer 300 meter van elkaar verwijderd liggen. De taak van Betje is om met een toeter een signaal voor de machinist te geven zodra alles veilig is. Ze loopt dus continu heen en weer tussen de twee spoorwegovergangen. In de tussentijd krijgt Betje maar liefst 18 kinderen, waarvan 6 tweelingen, en bereikt de respectabele leeftijd van 87 jaar. Op de beeldbank van Heemkundekring Weerderheem staat een afbeelding van het spoorwachtershuisje nr. 30.
En zo komen we aan bij het eindpunt van de wandeling van vandaag, de Venbergse Watermolen. De volgende keer lopen we verder naar Luyksgestel.
Bronnen:
- J. van Appeldorn (juni 2014): Van Bels-lijntje naar... Miljoenenlijntje. In: 't Periodiekske; themanummer. Pag. 1-32. Vindplaats: T 07919
- J. van Appeldorn: De natuur in Valkenswaard en de invloed van de mens op het landschap. Vianen: Optima; Valkenswaard; Heemkundekring Weerderheem, juli 2016. Vindplaats: BRA Y3 APPE 21
- C.M. Bungenberg de Jong: Geschiedenis en ontwikkeling van het viskweekbedrijf "Valkenswaard". Utrecht: Vereniging ter Verbetering van de Binnenvisserij, 1964. Vindplaats: CBM 966 B 29
- Multapatior: Multapatior's strijd tegen misbruik van sterken drank en openbare dronkenschap. Amsterdam: Jan D. Brouwer, 1875. Online resource
- L. Philoppona: Eene retraite bij de pater Trappisten te Achel. Arnhem: Witz, 1863. Vindplaats: CBM B 47954
- H. van Royen (2019): In ballingschap tijdens de Groote Oorlog: Belgische Trappisten in Nederland. In: De Kovel: monastiek tijdschrift voor Vlaanderen en Nederland. Jaargang 12, nr. 57, pag. 74-77. Vindplaats: T 10961
Geen opmerkingen:
Een reactie posten