Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

maandag 28 februari 2022

Wandelen door de Brabant-Collectie: Van kerkplein Sint-Oedenrode naar Wolfswinkel

Etappe 5 Brabants Vennenpad (13.5 km)

De wandeling van vandaag start op het kerkplein van Sint-Oedenrode, bij de Sint-Martinuskerk. Op deze plek laat heer Arnold van Rode in de 12e eeuw de Sint-Odakerk bouwen, een kapittelkerk waar het gebeente van de heilige Oda door de vele bedevaartgangers kan worden vereerd. Zij is de naamgeefster van deze plaats, maar daarover straks meer. In de loop der tijd is de kerk geteisterd door oorlogs- en natuurgeweld. In 1801 stort de toren in en besluit men de kerk in zijn geheel te slopen en een nieuwe te bouwen. Alleen het hoogkoor uit 1498 wordt gespaard. In 1808 is de nieuwe kerk af. Men noemt deze niet meer naar Sint-Oda, maar naar Martinus, aangezien dit nu de enig overgebleven parochiekerk is. In 1912 vindt pastoor-deken A.J. van Erp de kerk te klein en laat onder architectuur van W.Th. van Aalst in drie jaar tijd een nieuwe kerk in neogotische stijl bouwen. Gelukkig ontloopt ook nu het originele hoogkoor de sloophamer en momenteel is het aangemerkt als rijksmonument. Het kerkhof, in zijn geheel een rijksmonument, is ook een bezoekje waard.
Calvarieberg op de begraafplaats bij de Sint-Martinuskerk, Sint-Oedenrode (januari 2022)
© Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University
In 1854 is in de lage beemden van de Dommel deze begraafplaats met hoofdpaden in de vorm van een kruis aangelegd. Het hoofdpad eindigt op de calvarieberg uit 1909: een beeldengroep op een kunstmatige heuvel die de kruisiging van Jezus Christus op de berg Golgatha voorstelt. De beelden van Hendrik van der Geld, en mogelijk ook andere beeldhouwers, zijn vervaardigd door de fabriek St. Oda van A.H. Swinkels. De zijpaden komen aan beide zijden uit op een kunstmatige heuvel. Op de linker heuvel staat een beeld van Sint-Martinus. Hier liggen 23 Gemenebest-soldaten begraven die september 1944 tijdens Operatie Market Garden overleden in het veldhospitaal. Op de rechter heuvel bevindt zich de Sint-Odakapel.
Sint-Odakapel op de begraafplaats bij de Sint-Martinuskerk (januari 2022)
© Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University
Maar eerst even een uitstapje naar de legende rondom deze heilige. Oda wordt omstreeks 680 geboren als de dochter van een Schotse koning. In de hoop te genezen van haar blindheid reist ze naar het graf van de heilige Lambertus in Luik. Haar hoop komt uit en ze besluit haar leven te wijden aan God, tegen de wil van haar vader in. Oda slaat op de vlucht en komt na vele omzwervingen uiteindelijk aan in Rode, het huidige Sint-Oedenrode. De inwoners zijn haar goedgezind en schenken haar een stuk grond met een hutje, gelegen op een heuveltje aan de Dommel. Daar komen we later tijdens onze wandeling nog langs. Oda sterft in 726 en wordt begraven in Sint-Oedenrode. De verering komt snel op gang en zoals reeds gezegd wordt er een aan haar gewijde kapittelkerk gebouwd. In 1103 wordt Oda heilig verklaard en in 1274 wordt in een oorkonde voor het eerst de naam Rode Sancte Ode gebruikt. Onderzoek in 1996 van de botresten toegeschreven aan Sint-Oda toont overigens aan dat deze onmogelijk van haar kunnen zijn; ze dateren met grote waarschijnlijkheid uit de 3e of 4e eeuw.

We gaan weer terug naar de heuvel aan het rechter pad. Deze was bij de aanleg in 1854 spitser en hoger, en bovenop stond een beeld van Sint-Oda.

Beeld van Sint-Oda op de Sint-Odaberg, begraafplaats Sint-Oedenrode.
Prentbriefkaart. Maker: Van Dijk. Datering: 1920-1930. Formaat: 13 x 8 cm
Uitgever: J. van de Wittenboer. Vindplaats: pbk-S 62.7 / 122.1 (1)
Bij het gouden priesterfeest van Van Erp in 1934 wordt de Sint-Odaberg gedeeltelijk afgegraven en verlaagd tot anderhalve meter hoogte. Met het door de parochianen ingezamelde geld laat de pastoor door architect M.J. Granpré Molière een kapel bouwen op de berg. En zo verhuist het Sint-Odabeeld naar de achterkant van de nieuwe kapel. Aan de voorzijde komt een rustaltaar voor de Oda- en sacramentsprocessies, maar dit wordt in 1966 afgebroken om plaats te maken voor het graf van mgr. W.M. Bekkers, bisschop van ’s-Hertogenbosch.
Mgr. W.M. Bekkers en zijn broers te paard voor het ouderlijk huis in Sint-Oedenrode.
Foto. Maker: Fotopersbureau Het Zuiden. Datering: 2 februari 1957. Formaat: 8 x 13 cm
Vindplaats: P / B 40.1 (2)
Bekkers wordt op 20 april 1908 geboren in Sint-Oedenrode als zoon van een landbouwer. Hij start zijn loopbaan in 1933 als kapelaan in ’s-Hertogenbosch. Daarna is hij rector van verschillende instituten en korte tijd pastoor in Tilburg. In 1957 wordt hij benoemd tot coadjutor met recht tot opvolging van de bisschop van ’s-Hertogenbosch, mgr. W. Mutsaerts. Drie jaar later volgt zijn bisschopswijding. Bekkers zorgt (mede) voor vernieuwing in de katholieke kerk en groeit uit tot een populaire en geliefde bisschop. Op 9 mei 1966 sterft hij aan de gevolgen van een hersentumor. Naar eigen wens wordt hij begraven in zijn geboorteplaats. Zijn graf wordt maandenlang druk bezocht en groeit haast uit tot een pelgrimsoord. Op het kerkplein vóór de Sint-Martinuskerk wordt op 20 april 2002 een standbeeld van Bekkers onthuld.

We vervolgen onze wandeling langs de oevers van de Dommel aan de zuidkant van Sint-Oedenrode. De Knoptoren tekent zich hier mooi af in het landschap.
St. Oedenrode, Oude Knoptoren
Prentbriefkaart. Maker en datering onbekend. Formaat: 14 x 8 cm
Uitgever: J. van de Wittenboer. Vindplaats: pbk-S 62.7 / 411.11 Nede (4)

Knoptoren, Sint-Oedenrode (november 2020)
© Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University
In 1443 wordt voor het eerst melding gemaakt van een nieuwe toren in Eerschot, gebouwd tegen de reeds bestaande stenen kerk uit circa 1400. Eerschot is momenteel een wijk in Sint-Oedenrode, maar aangenomen wordt dat in de middeleeuwen hier het oorspronkelijke dorp ligt. Deze Sint-Maartenskerk wordt in de volksmond al gauw de Knoptoren genoemd door de grote knop op de top van de toren. Eeuwenlang is het de parochiekerk voor de katholieken, tot 1648. De katholieken mogen in Staats-Brabant hun geloof niet meer openlijk belijden en de kerk komt in handen van de protestanten. Pas bij het uitroepen van de Bataafse Republiek in 1795 krijgen de katholieken officieel vrijheid van godsdienst. De Knoptoren blijft echter protestants; de katholieken krijgen de kleinere Sint-Odakerk toebedeeld. Op 9 november 1800 waait tijdens een zware storm de karakteristieke knop van de toren en stort door het kerkdak. De kerk is zo goed als verwoest en wordt in 1808 vanwege de kosten vervangen door een kleiner bouwwerk. Op de toren komt een lantaarn. Een gedeelte van de oude buitenmuren blijft staan, zodat binnen die muren een kerkhof voor de protestanten aangelegd kan worden. Sinds 2009 is de kerk in beheer bij Stichting Knoptoren, gemeente Meierijstad is de eigenaar. Aan de voet van de toren, in de voormalige kosterswoning, is heemkundige kring De Oude Vrijheid gevestigd.

We volgen de Dommel nu al enkele etappes. Tijd dus om eens stil te staan bij deze fraaie rivier. De Dommel ontspringt in België en komt bij Borkel en Schaft ons land binnen. Het is niet bekend wanneer deze naam voor het eerst gebruikt is. Wel weten we dat in geschriften uit de 8e eeuw de benaming Duthmala opduikt: mogelijk een samenstelling van dud (lisdodde, riet) en mala (dal, laagte, moeras). Deze laaglandbeek met een breed beekdal en wisselende stroomsnelheid wordt via een stelsel van sloten, greppels en beekjes gevoed door regenwater en kwel. Ooit was het een belangrijke rivier; in de Romeinse tijd is er mogelijk op gevaren, mensen kapten de oeverbossen en legden er hooilanden aan, langs de oevers werden watermolens gebouwd. Vanaf 1890 worden stukken van de Dommel recht getrokken, maar gelukkig komt men daar nu weer van terug en zorgt Waterschap De Dommel er mede voor dat de rivier haar natuurlijke karakter terugkrijgt. Waterzuiveringsinstallaties verbeteren de kwaliteit van het water, en dat is hard nodig want de Dommel is lange tijd een open riool geweest en een dumpplaats voor afval. Niet alleen huisafval, maar ook dode (huis)dieren werden in de rivier gegooid. Overigens waren ouders in Sint-Oedenrode als de dood dat hun kinderen zouden verdrinken in de Dommel. Dus maakten ze hen bang met verhalen over het “Ekkermenneke” of “Haakmenneke”. Dit griezelwezen zou in de Dommel leven en kinderen die te dicht bij de oevers staan het water in sleuren. In Boxtel noemen ze dit wezen overigens “Mènneke Haok”.


Via de Dommelbeemden komen we uit bij de Moerkuilen, een plas die is ontstaan door het afgraven van veen. Vlakbij ligt het zogenaamde Odaputje en jawel, hier duikt de ons reeds bekende Sint-Oda weer op. Nieuwsgierig geworden? Lees dan hier verder. De heilige houdt ons nog even gezelschap op ons pad. Nadat we het Vresselbos gepasseerd zijn, komen we bij de Sint-Odaberg: de plaats dus waar volgens de legende het hutje van Oda heeft gestaan. Stichting Roois Cultureel Erfgoed heeft samen met TV Meierij in het project Bankgeheimen de historische achtergrond van zeven toponiemenbanken in Sint-Oedenrode e.o. in beeld gebracht. Eén van die banken staat bij de Sint-Odaberg en daarvan is online een filmpje te bekijken. Overigens is dit een prachtig deel van de route, waar het voor Nederlandse normen hoog gelegen pad langs de meanderende Dommel voert en voor fraaie uitzichten zorgt.

Eindpunt van vandaag is Wolfswinkel. In de 14e eeuw stonden hier een slotje, een watermolen en twee boerenhoeven aan de Dommel. In die tijd is het een Brabants leengoed en in 1381 wordt het tot heerlijkheid verheven, waarna de leenman zich voortaan Heer van Wolfswinkel mag noemen. Via vererving komt het goed daarna in handen van diverse families. De watermolen wordt in 1604 een apart leengoed, los van de hoeven. In 1650 wordt bij de oorspronkelijke korenmolen een oliemolen gebouwd en later is er ook nog sprake van een volmolen. In 1794 wordt tijdens de oorlog met de Fransen de molen in de as gelegd, maar al snel wordt deze vijftig meter stroomopwaarts herbouwd. Eind 19e eeuw begint het verval. Als in 1928 de molensluis in de Dommel stort, ziet molenaar Dolf van der Hagen zich een jaar later genoodzaakt de molen van de hand te doen. Waterschap Het Stroomgebied van de Dommel neemt het stuwrecht van hem over.
Watermolen te Wolfswinkel. Foto. Maker: Martien F.J. Coppens
Datering: 1940-1944. Formaat: 12 x 16 cm
Vindplaats: S 62.7 / 842.11 Wolf (3)
In 1940 wordt de oliemolen afgebroken en in 1947 de graanmolen. Even is er sprake van dat het complex overgebracht gaat worden naar het Openluchtmuseum in Arnhem, maar dat is niet gelukt. Enkel de straatnaam Watermolenstraat en een monument in de vorm van een maalsteen herinneren nu nog aan het verleden.
Tot slot nog een kijktip: in een aflevering uit 2002 van De Wandeling loopt René Bastiaansen langs een aantal plekken die wij vandaag ook hebben bezocht.

De volgende keer lopen we verder naar de Collse watermolen.

Bronnen:
  • N. Koomans (1992): Granpré Molière, architect van de St. Odakapel. In: Heemschild. Jaargang 26, nummer 1, pag. 1-2. Vindplaats: T 07405
  • B. van Lieshout (1991): De Odakapel op het St. Martinuskerkhof. In: Heemschild. Jaargang 25, nummer 4, pag. 108-122. Vindplaats: T 07405
  • L. van Lieshout en R. de Visser: Sint-Oedenrode honderd jaar in beeld, 1914-2014. Sint-Oedenrode: Heemkundige Kring De Oude Vrijheid, 2014. Vindplaats: BRA Z6 LIES 2014
  • Stiching Roois Cultureel Erfgoed: De drijvende kracht van de Dommel: verhalen over vroeger en nu. Sint-Oedenrode: Stichting Roois Cultureel Erfgoed, 2021. Vindplaats: BRA W3 ROOI 2021

Geen opmerkingen:

Een reactie posten