Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

donderdag 27 juni 2024

Een boekband met devotieprentjes

In 2023 kocht de Brabant-Collectie, gehuisvest in de Tilburgse Universiteitsbibliotheek, lot 405 op veiling 28 van Zwiggelaar Auctions aan. De aankoop betrof het embleemboek Den wech des eeuwich levens van P. Antonius Sucquet, in 1623 door Hendrik Aertssens gedrukt in Antwerpen. De afbeeldingen in het boek zijn gegraveerd door Boëtius à Bolswert (ca. 1580-1633), een in het Friese Bolsward geboren graveur die werkzaam was in Antwerpen. Belangwekkend is niet alleen de inhoud van het boek, maar ook de bijzondere boekband. Ingelegd op de kartonnen platten van de eenvoudige, perkamenten spitselband, genaaid op vier platte riempjes, vinden we namelijk ook twee Antwerpse prenten terug. Het is niet ongebruikelijk dat dergelijke spitselbanden versierd werden. Meestal worden deze minder verfijnd bestempelde en gekleurde banden aangeduid met de ongelukkige term ‘boerenband’. Ook boekbanden met prenten worden hiertoe gerekend.

In de zeventiende eeuw was Antwerpen een toonaangevend centrum voor de productie van devotieprenten. De stad was het katholiek bolwerk van waaruit de jezuïeten een tegenoffensief tegen de protestante bewegingen lanceerden: de contrareformatie. Met woord en beeld trachtten ze het geloof van de katholieken te verdiepen. Miljoenen prentjes van Jezus, Maria en alle heiligen werden tussen het einde van de zestiende en het begin van de achttiende vanuit Antwerpen verspreid over heel Europa en de toenmalige kolonies.

Voorplat zogenaamde ‘Boerenband’ oftewel gedecoreerde spitselband
met gravures van M. Cabbaey en J.J. Emmerechts.
In: P. Antonius Sucquet, Den wech des eeuwich levens, T‘Antwerpen by Hendrick Aertssens, 1623.
(Perkament en papier. Brabant-Collectie, Tilburg University. Vindplaats: KOD 024 D 07)
Op het voorplat is een prent aangebracht, waarop de apostel Petrus te zien is, zoals valt af te leiden uit de vermelding “S Petrvs” op de banderol en uit zijn attribuut, de sleutel van de hemelpoort. Rechtsonder staat de signatuur van de Antwerpse graveur, Michiel Cabbaey (1660-1722). De gravure is ingekleurd met behulp van sjablonen, die massaproductie van gekleurde prenten vereenvoudigden. Tot slot is de prent verder versierd met een decoratieve bloemenrand. Zulke randversieringen kwamen vanaf de zeventiende eeuw steeds vaker voor en werden veelvuldig vervaardigd door ‘verluchters’.

Achterplat zogenaamde ‘Boerenband’ oftewel gedecoreerde spitselband
met gravures van M. Cabbaey en J.J. Emmerechts.
In: P. Antonius Sucquet, Den wech des eeuwich levens, T‘Antwerpen by Hendrick Aertssens, 1623.
(Perkament en papier. Brabant-Collectie, Tilburg University. Vindplaats: KOD 024 D 07)
Op het achterplat zien we een minder vredelievend tafereel: twee personen staan op het punt onthoofd te worden. Het betreft hier de heilige Dimfna van Geel en de priester Gerebern, die na de weigering van Dimfna om met haar heidense, Ierse koningsvader te huwen, samen naar de omgeving van Geel vluchtten, maar daar gevonden en onthoofd werden. Ook deze prent is met behulp van sjablonen ingekleurd, maar is niet gesigneerd. Omdat de prent ook voorkomt in de omvangrijke prentencollectie van het Ruusbroecgenootschap (Universiteit Antwerpen) weten we dat de gravure op deze boekband niet compleet is. Hieronder stond oorspronkelijk nog een zesregelig berijmd gebed, voorafgegaan door de naam van de heilige en gevolgd door die van de vervaardiger. Deze prent is van de hand van Jacobus Josephus Emmerechts (1719-1765), werkzaam te Antwerpen.

Beide gravures op de band zijn aanzienlijk jonger dan het boek. Als we de periode waarin Jacobus Emmerechts werkzaam was in aanmerking nemen, kan deze versiering van de band pas ten vroegste rond het midden van de achttiende eeuw hebben plaatsgevonden. Dat betekent dat het boek ruim een eeuw na het verschijnen nog steeds relevant moet zijn geweest voor de toenmalige bezitter, die vermoedelijk woonachtig was in de huidige provincie Antwerpen, mogelijk zelfs in (de buurt van) Geel.

Deze bijdrage van Daniël Ermens is eerder gepubliceerd in het tijdschrift In Brabant, jg. 15, nr. 2 (juni 2024), p. 26-27. Bekijk de pdf van de rubriek Uit het archief.

donderdag 13 juni 2024

Schenking fotocollectie Martinus en Theodorus Swinkels

Al in het begin van de twintigste eeuw legde dorpsfotograaf Martinus Johannes (Tinus) Swinkels het Brabantse leven in Lieshout en omgeving op glasplaat vast. Zijn kleinkinderen hebben op zondagmiddag 26 mei jl. tijdens een feestelijke bijeenkomst, waarbij ook de achterkleinkinderen aanwezig waren, formeel zijn oeuvre van ruim 900 glasnegatieven geschonken aan de Brabant-Collectie. Het is de dertiende - ditmaal géén ongeluksgetal - collectie van een Brabantse fotograaf die is overgedragen aan de Brabant-Collectie.

Na het welkomstwoord van Corné van Nispen, directeur Library & IT Services, gaf bibliothecaris Pia van Kroonenburgh uitleg over de Brabant-Collectie en haar werkterrein. Hoe deze collectie qua onderwerpen en werkgebied aansluit bij het oeuvre van de overige Brabantse fotografen in bezit van de Brabant-Collectie, werd uiteengezet door conservator Emy Thorissen. De schenking vormt een welkome aanvulling op het vroege tijdsbeeld van de regio Zuidoost-Brabant. Fotograaf Paul Slot verduidelijkte vervolgens aan de hand van een aantal voorbeelden zijn werkwijze bij het digitaliseren van de gehavende glasnegatieven. Door contrast toe te voegen is hij in staat om het vervaagde beeld grotendeels terug te halen. Als laatste kreeg Maarten Swinkels namens de familie het woord. Hij benadrukte het belang van de inspanningen van zijn vader Theodorus voor het behoud van de glasnegatieven en het achterhalen van informatie en verhalen bij de geportretteerden en locaties. Dit is de reden waarom de familie hecht aan de aanduiding als duo-collectie. Aansluitend ondertekenden de kleinkinderen Swinkels en Corné van Nispen de schenkingsovereenkomst.

Beeldimpressie van de bijeenkomst:

Ondertekening overdrachtsdocument door de kleinkinderen Swinkels en Corné van Nispen.
© Paul Slot | Brabant-Collectie, Tilburg University

Kleindochter Nicole van den Eijnde-Swinkels. 
© Paul Slot | Brabant-Collectie, Tilburg University
Kleinzoon Maarten Swinkels. 
© Paul Slot | Brabant-Collectie, Tilburg University

Kleindochter Saskia Swinkels. 
© Paul Slot | Brabant-Collectie, Tilburg University
Een feestelijke toast.
© Paul Slot | Brabant-Collectie, Tilburg University

Door deze schenking blijft het werk van fotograaf Tinus Swinkels onder optimale omstandigheden bewaard. Na een traject van digitaliseren en beschrijven zal de collectie online toegankelijk gemaakt worden voor het publiek.

maandag 10 juni 2024

Wandelen door de Brabant-Collectie: Van Raamsdonk naar Drunen

Etappe 8 Zuiderwaterlinie Wandelpad (21,4 km)

We starten onze wandeling vandaag bij knooppunt 56 aan de rand van Raamsdonk. Hier volgen we enkele kilometers van het Halve Zolenpad, het in 2004 geopende fietspad dat in een rechte lijn oostwaarts loopt tot aan Drunen. De naam verwijst naar de Langstraatspoorlijn die tussen 1886 en 1972 personen en goederen vervoerde van Lage Zwaluwe via Waalwijk naar ’s-Hertogenbosch. Dit traject werd in de volksmond het Halvezolenlijntje genoemd, een benaming die te koppelen is aan de bloeiende schoenenindustrie in deze streek. Op deze lijn trof men vaak handelsreizigers aan met hun onbruikbare monsters uit de fabriek, de zogenaamde ‘halve zolen’. In de ogen van sommigen verwijst het woord naar het feit dat de aanvankelijk beoogde spoorverdubbeling er nooit van is gekomen. Volgens anderen hangt de negatieve kwalificatie van ‘halve zool’ samen met de lage snelheid die de treinen op dit traject hadden…
Hoe dan ook, dat het tempo van leven indertijd (wat) lager lag dan nu moge duidelijk zijn. Hiervan getuigt ook onderstaande foto, die laat zien dat er genoeg tijd was op een halteplaats om het spoorwegpersoneel van een kopje koffie te voorzien.
Spoorweg 's-Hertogenbosch - Langstraat. Foto. Maker: Fotopersbureau Het Zuiden.
Datering: 16 oktober 1956. Formaat: 8,5 x 13,5 cm. Vindplaats: ML / 631.4 (4)
Daar waar de Langstraatspoorlijn een weg kruiste, lag een wachtpost. In totaal waren dat er 41. Iedere wachtpost werd bewoond door spoorwegpersoneel dat de taak had het traject te bewaken en te waarschuwen als er een trein aankwam. Een klein stukje terug op ons wandelpad, op de kruising Parallelweg – Stationstraat, staat Wachtpost 18. De post fungeerde vanaf het begin (november 1886) ook als stopplaats, omdat deze in het hart van Raamsdonk lag. In 1890 werd aan het woonhuis een wachtkamer met kaartjesloket gebouwd. In 1907 werd de stopplaats opgewaardeerd tot halte. Na de opheffing van het personenvervoer in 1950 werd de halte in 1972 ook gesloten voor goederenvervoer. Hierna kwam het gebouw in particuliere handen.
Wil je meer lezen over deze voormalige spoorlijn dan is het rijk geïllustreerde boek Het Halvezolenlijntje zeker een aanrader.
Voormalig station Raamsdonk. Reproductie van een prentbriefkaart. Maker,
uitgever en datering onbekend. Formaat: 11 x 15 cm. Vindplaats: R 11 / 352.11 (1)
Aangekomen bij knooppunt 72 aan de zuidwestkant van Waspik lopen we langs de plek waar van 1700 tot 1851 een houten standerdmolen stond. De resterende kruisplaten dateren uit 1841.
Onderste balken (kruisplaten) van de standerdmolen bij Waspik (september 2023).
© Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University
Na Waspik verlaten we kort het Halve Zolenpad voor een ommetje langs twee waterplassen van natuurgebied De Vest. Hier lag vroeger een retranchement. Op onderstaande uitsneden van twee van onze historische kaarten, beide daterend uit de periode 1778-1779, staat dit verdedigingswerk ingetekend. Op de eerste uitsnede staat rechts de naam Wasbbeek, een oude benaming voor Waspik. Onder die naam is het retranchement ingetekend.
Uitsnede van: Kaart van het land van Heusden en Altenaa etc. Manuscriptkaart; pen, gekleurd.
Maker: D.G.B. van Dalhoff. Datering: 1778-1779. Formaat gehele kaart: 47,5 x 63,5 cm.
Vindplaats: Generaliteitsland Brabant / Oost / Land van Heusden en Altena / 1779 (1)

Uitsnede van: Caart figuratief van het Terrein en Limmiten tusschen 's-Hertogenbosch
en Geertruidenberg
. Manuscriptkaart; pen, gekleurd. Maker: J.H.A. Camp. Datering: 1779.
Formaat gehele kaart: 38,5 x 90,5 cm. Vindplaats: Generaliteitsland Brabant / Oost / Langstraat / XVIII d (2)
Retranchement De Vest is in 1701, ten tijde van de Spaanse Successieoorlog, ontworpen door Menno van Coehoorn. Het was een zigzag aangelegde aarden wal met lunetten, redoutes en een gracht, bedoeld om te voorkomen dat vijandelijke Franse troepen Geertruidenberg zouden bereiken. Waspik en omgeving, gelegen op een zandrug, konden namelijk niet onder water gezet worden en zonder het retranchement zou er een gat in de Zuiderwaterlinie komen. Geleidelijk aan raakte het bouwwerk verwaarloosd en in 1724 was er weinig meer van over. Zo’n 20 jaar later, met wederom oprukkende Franse legers, werd het retranchement nieuw leven ingeblazen. Tijdens de Belgische Opstand in 1832 deed het voor het laatst dienst als verdedigingswerk.
Aan het einde van het rondje om de waterplassen lopen we langs het kunstwerk Ode aan de Zandrug (Sannah Belzer), waarin de kronkelende hoogtelijnen van een historisch kaart terug komen.

Weer op het Halve Zolenpad aangekomen slaan we bij knooppunt 77 linksaf en bereiken het Zuiderafwateringskanaal.
Zuiderafwateringskanaal (september 2023).
© Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University
Via een graspad volgen we, met enkele onderbrekingen, dit kanaal een heel eind verder oostwaarts. En dat is absoluut geen straf, want we bevinden ons nu in het Natura 2000-gebied genaamd de Westelijke Langstraat. Het gebied strekt zich uit van Waspik tot Waalwijk en bestaat uit verschillende natuurterreinen. Zoals de Dulver, waar we door een elzenbroekbos lopen en een eendenkooi uit 1820 passeren.

We verlaten kort de natuur en lopen Capelle binnen via de Hoofdstraat, met op nr. 70 een voormalige leerlooierij en op 68 een fraai herenhuis uit de 19e eeuw. Rechts afslaand naar de Schoolstraat lopen we langs een vaart. Tot de 17e eeuw vormde deze vaart, evenals de haven van Capelle, een belangrijke schakel in de doorvoer van turf naar de grote steden. We vervolgen onze route over het graspad langs het Zuiderafwateringskanaal waar we kunnen genieten van de rust en weidse uitzichten. We passeren zes waterpartijen, de zogenaamde petgaten, die overbleven na de turfwinning. We zijn in natuurgebied De Dullaert waar de liefhebber nog een klein uitstapje kan maken naar een nabijgelegen vogelkijkhut. Dit gebied, dat ook behoort tot de eerder genoemde Westelijke Langstraat, is als laatste ontgonnen. Tot omstreeks 1925 was het een nat gebied waar arme boeren op kleine schaal kavels ontgonnen. In het kader van de werkverschaffing is het moeras in de jaren 1930 droog gemaakt. Een relict uit die tijd is onderstaand pomphuisje.
Oud pomphuisje in De Dullaert (september 2023).
© Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University
De laatste kilometers naar Waalwijk hebben ook een hoge natuurwaarde, maar bedenk vooraf dat het hier erg nat kan zijn en dat de markering soms lastig te vinden is. Dit is het slagenlandschap Labbegat (een andere naam voor petgat). In de middeleeuwen was het een moerassig en geïsoleerd gebied, totdat de graaf van Holland in 1422 opdracht gaf voor het aanleggen van een dijk. Hier vormden zich de eerste nederzettingen van de Langstraat. Door turfwinning ontstonden haaks op de dijk smalle percelen, gescheiden door sloten die zorgden voor de afvoer van het grondwater. Na de turfwinning werd het gebied gebruikt voor weide- en hooiland. Nu ligt er de nadruk op natuurbehoud.
Wil je verder lezen of beeldmateriaal bekijken over de Langstraat, raadpleeg dan onze collectie via BCfinder.

We lopen Waalwijk in en passeren onderweg enkele mooie voorbeelden van kerkelijke architectuur. Zoals allereerst de Kerk aan de Haven en iets verderop de Sint-Jan de Doperkerk met zijn karakteristieke koperen koepels. Laatstgenoemde kerk met vroegchristelijke en Byzantijnse kenmerken, gewijd in 1925, is ontworpen door architect H.W. Valk. Tot de religieuze kunstvoorwerpen van deze kerk behoort de kruiswegstatie door Charles Eyck, bestaande uit 14 terracotta tegelreliëfs. Deze objecten zijn gefotografeerd door Martien Coppens en de vintage prints kun je op onze beeldbank tot in detail inzoomen en bewonderen. Iets verder op onze route, langs de Winterdijk, staat de Oude Toren. Dit is een overblijfsel van de in 1911 gesloopte parochiekerk van Baardwijk. De toren kon gered worden van de slopershamer, werd gerestaureerd en kreeg de status van rijksmonument. De voormalige kerk staat op onderstaande uitsnede van een kaart uit onze collectie, evenals de Baardwijkse Overlaat waar we nu naar toe lopen.
Uitsnede van: Caart figuratief van het Terrein en Limitten tusschen 's-Hertogenbosch
en Geertruidenberg
. Manuscriptkaart; pen, gekleurd. Maker: J.H.A. Camp. Datering: 1779.
Formaat gehele kaart: 38,5 x 90,5 cm. Vindplaats: Generaliteitsland Brabant / Oost / Langstraat / XVIII d (2)
Een overlaat zorgt voor de afvoer van water bij hoge waterstanden. Deze bij Baardwijk, gerealiseerd in 1766, had niet alleen als functie het opvangen van Maaswater bij overstromingen. Een heel stelsel van dijken en een ingenieus inundatieplan moesten vanaf 1794 ook jarenlang vijandelijke legers tegen houden. Nu heeft het strijdtoneel plaats gemaakt voor een fraai bos- en waterrijk gebied.

En zo bereiken we knooppunt 39 aan de zuidrand van Drunen, het eindpunt van vandaag. De volgende keer lopen we via Heusden naar Vlijmen.

Bronnen:
  • Gemeente Waalwijk. Bureau Communicatie: Van spoorlijn naar halvezolenpark. Waalwijk: Gemeente Waalwijk, 2007. Vindplaats: CBM 967 F 66
  • J. Heijenbrok: Het Halvezolenlijntje. De Langstraatspoorlijn van Lage Zwaluwe naar 's-Hertogenbosch 1866-2011. Utrecht: Matrijs, 2011. Vindplaats: BRA V3 HEIJ 2011
  • W. Knoop: Capelle 750 jaar. Sprang-Capelle: Vereniging voor Heemkunde Sprang-Capelle e.o., 2007. Vindplaats: BRA Y KNOO 2007
  • N. Mathlener: De Vest, Waspiks bolwerk terug in het landschap. In: Op 't goede spoor, 2009, nr. 33, pag. 3-7. Vindplaats: T 09686
  • M. van Prooijen: Het natuurgebied de Dulver: de Eendenkooi. In: Bruggeske, 1988, nr. 1, pag. 35-58. Vindplaats: T 08314
  • M. van Prooijen: De Eendenkooi in "De Dulver". In: Bruggeske, 1993, nr. 1, pag. 85-102. Vindplaats: T 08314
  • W. Sars: Plan De Vest. In: Op 't goede spoor, 2006, nr. 29, pag. 76-80. Vindplaats: T 09686
  • A. Spee e.a.: Kleine monumenten: Geertruidenberg, Raamsdonkveer, Raamsdonk. Geertruidenberg: Oudheidkundige Kring 'Geertruydenberghe', 2013. Vindplaats: BRA J3 SPEE 2013
  • S. Vughts: De oude toren aan de Winterdijk in Baardwijk. In: De Klopkei, 1996, nr. 1, pag. 22-25. Vindplaats: T 07471