Sint Maarten als kindervriend Prentbriefkaart, ca. 1910 Collectie Tony Vaessen |
1.700 jaar geleden werd Maarten van Tours (ca. 316 - 8 november 397), veelal Sint Maarten genoemd, geboren in het huidige Hongarije. Niet alleen van steden (denk o.a. aan Utrecht en Venlo), maar ook van talrijke kerken en verenigingen is hij de beschermheilige. Als soldaat in het Romeinse leger ontmoette Maarten in Amiens een arme bedelaar. Hij schonk hem de helft van zijn mantel, een daad van naastenliefde die verworden is tot symbool van barmhartigheid en solidariteit. In 371 werd hij door de bevolking van Tours tot bisschop gekozen, alwaar hij op 11 november 397 werd begraven. Zijn naamdag wordt nog altijd gevierd, in Waalre bijvoorbeeld met het Sint Maartensvuur. Hij is de eerste heilige die niet als martelaar gestorven is, maar heilig werd verklaard vanwege zijn heldhaftige leven.
Het sprongetje van Sint Maarten naar Sint Nicolaas, aan wie we onze pakjesavond danken, is gemakkelijk te maken. Nicolaas was bisschop te Myra, een dorp in Klein-Azië, en leefde eveneens in de vierde eeuw na Christus. Ook hij werd na zijn dood heilig verklaard en stond bekend om zijn goede werk voor mensen. Hij is de hoofdpersoon in tal van legenden en zijn graf was lang een pelgrimsoord. De vermoedelijke sterfdag van Nikolaas, 6 december, is zijn naamdag geworden. De traditie om geschenken aan kinderen en armen te geven gaat terug tot de middeleeuwen. En ook nu nog vieren we, met name in Nederland en België, het Sinterklaasfeest op uitgebreide schaal. Qua voorstelling worden Sint Maarten en Sint Nicolaas veelvuldig afgebeeld als bisschop met mijter en staf; een wit koorkleed met rode mantel en/of stola.
De overeenkomsten in tradities op de naamdagen van beide heiligen zijn treffend te noemen. Vroeger hadden de kinderen op beide dagen een vrije dag. Er werd uitgebreid feest gevierd. Rond 11 november was de oogst van het land en het vee stond op stal; tijd voor een groots feestmaal en het uitdelen van geschenken aan elkaar. Rond beide dagen werden (vee)markten georganiseerd. Het feesten (zingen en dansen) vond in de negentiende eeuw vooral binnenshuis plaats. Bij Sint Maarten werd een brandende kaars op de grond geplaatst en iedereen danste er omheen en zong liedjes. Plotseling regende het strooigoed in de woonkamer: Sint Maarten trad binnen, soms gevolgd door een Zwarte Piet. De kinderen dansten voor de heilige en zeiden een gebedje op. Als beloning strooiden de bont geklede gasten appels, kastanjes en noten in het rond. Tijdens de intocht van Sinterklaas in Waalre worden nu nog steeds appels en apennootjes uitgedeeld aan de kinderen.
Maar ook de grenzen tussen Sinterklaas (inmiddels geaccepteerd door vele geloven) en Kerst vervagen. Sint Nicolaas, Nikolaus en Weihnachtsmann als giftenbrenger: de schoen heeft plaats gemaakt voor de sok.
Maar laten we nog even terugkeren naar de Goedheiligman. De uitgave Sint Nikolaas en zijn knecht (1850) van Jan Schenkman is het oudste Nederlandse kinderboek waarin alle aspecten van het kinderfeest in woord en beeld zijn gebracht. De Universiteitsbibliotheek Tilburg beschikt over een latere uitgave uit 1907, rijkelijk geïllustreerd door P. van Geldrop. Dit boek staat helemaal in het teken van Sinterklaas en geeft een samenhangend verhaal met bekende aspecten als het paard, het rijden over de daken en het geven van cadeaus weer. Zijn aankomst per stoomboot met zijn zwarte knecht zijn nieuwe elementen die Schenkman heeft toegevoegd. Vanaf de tweede helft twintigste eeuw is de discussie rondom de racistische bijklank die Zwarte Piet zou hebben steeds groter geworden.
Bent u als historische vereniging geïnteresseerd in een lezing over Sint Maarten? Neem dan contact op met de Brabant-Collectie (dhr. Tony Vaessen).
De overeenkomsten in tradities op de naamdagen van beide heiligen zijn treffend te noemen. Vroeger hadden de kinderen op beide dagen een vrije dag. Er werd uitgebreid feest gevierd. Rond 11 november was de oogst van het land en het vee stond op stal; tijd voor een groots feestmaal en het uitdelen van geschenken aan elkaar. Rond beide dagen werden (vee)markten georganiseerd. Het feesten (zingen en dansen) vond in de negentiende eeuw vooral binnenshuis plaats. Bij Sint Maarten werd een brandende kaars op de grond geplaatst en iedereen danste er omheen en zong liedjes. Plotseling regende het strooigoed in de woonkamer: Sint Maarten trad binnen, soms gevolgd door een Zwarte Piet. De kinderen dansten voor de heilige en zeiden een gebedje op. Als beloning strooiden de bont geklede gasten appels, kastanjes en noten in het rond. Tijdens de intocht van Sinterklaas in Waalre worden nu nog steeds appels en apennootjes uitgedeeld aan de kinderen.
Maar ook de grenzen tussen Sinterklaas (inmiddels geaccepteerd door vele geloven) en Kerst vervagen. Sint Nicolaas, Nikolaus en Weihnachtsmann als giftenbrenger: de schoen heeft plaats gemaakt voor de sok.
Maar laten we nog even terugkeren naar de Goedheiligman. De uitgave Sint Nikolaas en zijn knecht (1850) van Jan Schenkman is het oudste Nederlandse kinderboek waarin alle aspecten van het kinderfeest in woord en beeld zijn gebracht. De Universiteitsbibliotheek Tilburg beschikt over een latere uitgave uit 1907, rijkelijk geïllustreerd door P. van Geldrop. Dit boek staat helemaal in het teken van Sinterklaas en geeft een samenhangend verhaal met bekende aspecten als het paard, het rijden over de daken en het geven van cadeaus weer. Zijn aankomst per stoomboot met zijn zwarte knecht zijn nieuwe elementen die Schenkman heeft toegevoegd. Vanaf de tweede helft twintigste eeuw is de discussie rondom de racistische bijklank die Zwarte Piet zou hebben steeds groter geworden.
Uit: J. Schenkman, Sint Nikolaas en zijn knecht Illustrator: P. van Geldrop Amsterdam: J. Vlieger, [1907] KBSK 003 C 062 |
Omslag J. Schenkman, Sint Nikolaas en zijn knecht Illustrator: P. van Geldrop Amsterdam: J. Vlieger, [1907] KBSK 003 C 062 |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten