Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

donderdag 26 juli 2012

Waterhoen

Waterhoen in:
C. Nozeman, M. Houttuyn, C. Sepp, J.C. Sepp:
Nederlandsche vogelen volgens hunne huishouding, aert en eigenschappen beschreeven
KOD 041 G 01
Fulica, Chloropus, of Waterhoentje

De wetenschappenlijke naam van de waterhoen, Gallinula chloropus, betekent 'groenpotig kipje'. Nozeman schrijft:
"Daer de andere gewoone en zwarte Meyrkoeten zeer overvloedig, en meestal zwemmende, in onze ruigbewosschen molenboezems en in de poelen en plassen ontmoet worden, treft men deeze tegenwoordige soort, dewelke om de koleur van haere Pooten den bynaem heeft van Groenpoot, zoo gemeenzaem niet, en zeer zelden, zwemmende aen in 't wyde van die wateren. Zy wordt doorgaends ontmoet, voorttreedende over, of zittende op de biezen en liezen of op het meyrblad in de streeken, welker kanten met dat ruigt dikwils zeer digt bezoomd liggen. Hier, en in het riet, aest deeze vogel."
Zijn voedsel bestaat uit waterplanten, grassen, insecten en kikkervisjes. Zwemmen doet hij dus niet graag. Nozeman schrijft:
"De Voeten van dit pluimgedierte zyn veel meer ingericht, om over watergroeiselen te loopen, dan wel om te zwemmen."

Identificatie van deze ralachtige is niet moeilijk, aldus Nozeman:
"Al had deeze soort geen ander Kenmerk, het roode Eelt of Wasch, welk zy op haer voorhoofd en een gedeelte der bovennebbe draegt, zou genoeg zyn, om haer zeer duidelyk te ondscheiden en tot het Gezin der Koeten thuis te brengen." Een ander opvallend kenmerk is de omhooggerichte staart tijdens het zwemmen en lopen. Hierdoor worden de witte onderstaartdekveren zichtbaar. Deze zogenaamde signaalveren helpen de jonge waterhoentjes hun ouders te volgen.

Vindplaats: KOD 041 G 01

Geen opmerkingen:

Een reactie posten