Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

maandag 29 maart 2021

Winterkoning

Winterkoning in:
C. Nozeman, M. Houttuyn, C. Sepp, J.C. Sepp:
Nederlandsche vogelen volgens hunne huishouding, aert en eigenschappen beschreeven
KOD 041 H 01


Motacilla, Troglodytes; Trochlodytes, Regulus; Winterkoning

De Winterkoning is in Nederland het op een na kleinste vogeltje; alleen de Goudhaan is kleiner. In Nederlandsche Vogelen kunnen we dit ook lezen, al wordt hier een andere naam gehanteerd voor het Goudhaantje:
"Wy hebben hier ten Lande slegts één Vogeltje, welk kleiner dan dit tegenwoordig voorwerp is, t.w. het Goudsbloems- of  St. Maertens-Vogeltje; met het welk de Winterkoning meermaelen verward wordt; als zynde beiden hier en daer in het Latyn Regulus, d.i. Koningje, geheeten geworden. Het eene nogtans is van het andere zoo merkelyk verschillende, dat al wie ze beiden maer ééns, zelfs met eenige oppervlakkige opmerking, by elkanderen gezien heeft, het zeer groot onderscheid, welk 'er tusschen het eene en het andere is, niet ligtelyk vergeeten zal."
Hedendaagse vogelaars noemen bruine vogeltjes als de Winterkoning wel eens een kbv-tje: een klein bruin vogeltje. Best makkelijk zo'n verzamelterm als je in "het veld" bent en niet direct de naam weet van, uiteraard, een klein bruin vogeltje. Herken je de vogel dan als zijnde een Winterkoning, dan kun je je mede-vogelaars erop attenderen door te roepen: "Kijk, een wiko". Dat vogelaars gek zijn op afkortingen moge duidelijk zijn.

Ondanks zijn kleine formaat heeft deze algemene broed- en standvogel een luide zang, die hij laat horen terwijl zijn staartje parmantig rechtop staat. Zelfs in de winter klinkt zijn lied, wellicht dankt hij daaraan zijn naam. Maar zijn naam is ook verweven met een Griekse sage over de koningskeuze, later verworden tot een volksverhaal. De Latijnse naam Troglodytes troglodytes betekent letterlijk "holbewoner", een verwijzing naar het bolvormige nest van deze vogel. In Nederlandsche vogelen lezen we hierover het volgende:
"[...] het welk naementlyk in de muuren der land- en tuinwooningen geen gat, aen den voet of de stammen van bemoscht geboomte geene opening, tusschen de takkebosschen en heggen geene holte, onbezocht laet, zoo, om daer in zyn aes van opgeschoolene spinnen en andere Insekten zeer vlytig op te spooren, als, om tegen zynen broeityd de bekwaemst-mogelyke Nestelplaets uittezoeken.[...] Doch waer ook de Nesten aengelegd zyn, zy zyn altoos vry kort boven de aerde, en wonderlyk konstig gemaekt; zynde 'er, wanneer zy in eenige hegge zyn; altoos die oplettendheid by in acht genomen, dat ze om de takken heen hier en daer zyn vastgemaekt, om bestand te zyn tegen de rukwinden en 't heen en weer slingeren. Gants aenmerkelyk zyn die Nesten uit hoofde van hun maeksel. Nog nooit is 'er my één voorgekoomen, het welk anders dan van eene Horizontale richtinge, of het welk anders dan van het zachtste Boommosch samengesteld was. [...] Deeze broedkamer is met het allerfynste mosch, dons, of zeer zacht haeir van binnen gestoffeerd, beide tot beveiliging der zeer dungeschaelde Eijeren, en tot warmte van de even tedere jongen, die waerlyk in dit nest, even als in een' pelsrok, tegen alle koude zyn beschut."

Bestand tegen lange vorstperiodes zijn Winterkoninkjes overigens allerminst. Niet verwonderlijk dat ze elkaar onder zulke omstandigheden in groten getale opzoeken in bijvoorbeeld een nestkast of een boerenschuur. Ze kruipen dan dicht tegen elkaar om de nacht door te brengen. Een groep van 10 vogels is niet ongewoon, zelfs slaapgroepen van 60 exemplaren worden genoemd.

Vindplaats: KOD 041 H 01

Geen opmerkingen:

Een reactie posten