Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

maandag 23 december 2019

Drukproeven van ordonnanties over de Bergse jacht

Onder de oude gedrukte werken die de Brabant-Collectie beheert, bevinden zich ook ca. 200 plano's: bedrukte vellen ongevouwen papier, vaak bedoeld voor openbare aankondigingen door de stadsautoriteiten. Drukwerk dat in boekvorm verscheen, bestaat uit de bedrukte vellen papier die, al naar gelang het formaat van het boek, een aantal keren gevouwen werden alvorens ze konden worden ingebonden. Plano drukwerk heeft een zekere zeldzaamheid, aangezien de in de stad opgehangen aankondigen na verloop van tijd weer werden verwijderd en daarna weggegooid. Een van de plano's in de Brabant-Collectie is een ordonnantie van Bergen op Zoom over de jacht. Deze verordening verscheen in 1657 in Den Haag bij drukker Jan Veely (†1688), die werkzaam was in de Gortstraat (de huidige Pieterstraat), in opdracht van Elisabeth zu Zollern, de toenmalige markgravin van Bergen op Zoom: Maria Elisabeth van den Bergh (1613-1671). De achternaam 'zu Zollern' was het gevolg van haar huwelijk met Eitel Frederik van Hohenzollern-Hechingen (1601-1661). Het Markiezaat van Bergen op Zoom heeft bestaan van 1533 tot 1795 en besloeg een gebied van ruim 600 km², met de Schelde als westelijke grens, de Baronie van Breda als de oostelijke grens, het markgraafschap Antwerpen als grens in het zuiden en de stad Steenbergen als grens in het noorden.

Het Markiezaat van Bergen op Zoom (Atlas van Blaeu, dl. 3,1664)
Vindplaats: TF PRE 02
Toestemming voor de publicatie kwam van de Raad van State die zetelde in een vleugel van het Binnenhof in Den Haag. Dat een ordonnantie voor het Markiezaat van Bergen op Zoom 80 km noordelijker in Den Haag werd gedrukt, is dus niet zo vreemd. Dat markiezin Elisabeth het nodig achtte de regels voor de jacht in haar Markiezaat duidelijk onder de aandacht van haar onderdanen te brengen, kwam omdat er de laatste tijd tijdens de jacht 'veele ende menighvuldige ongeregeltheden' hadden plaats gevonden.

Ordonnantie op de jacht (detail), Den Haag 1657
Vindplaats: KOD 030 A  273
Daar moest, vond de markiezin, met 49 artikelen paal en perk aan worden gesteld. Het betrof de jacht op 'grof wildt, hasen, conijnen, vesanen [i.e. fazanten], patrisen, corhoenderen of ander loopent of vliegent wilt', en als de jacht werd uitgevoerd met honden of haviken of andersoortige jachtvogels. De hoogte van de boetes voor overtreders logen er niet om: niet alleen tien gouden realen per overtreding, maar bovendien tien gouden realen voor elk gevangen of geschoten stuk grof wild. Voor gevangen of geschoten vogels moest de onverlaat vijf gouden realen ophoesten. De boetes moeten een forse financiële aderlating zijn geweest voor elke overtreder van de jachtregels en men zou dus licht denken dat de bewoners van het Markiezaat van Bergen op Zoom het wel uit hun hoofd zouden laten nog illegaal op jacht te gaan. Maar 83 jaar later voelde de toenmalige markiezin zich genoodzaakt de jachtartikelen toch maar weer duidelijk onder de aandacht van haar onderdanen te brengen. En zo verscheen in 1720 een van 50 artikelen voorziene plano uit de drukkerij van Paulus (1664-1748) en diens zoon Isaac Scheltus (1691-1749). Beiden 'landsdrukker' voor het Hof van Holland en aangesteld door de Staten-Generaal. Zij vormden eigenlijk de in 1795 gevestigde Landsdrukkerij, maar die droeg tot die tijd de naam van het lid van de familie Scheltus met toevoeging van de functie: 'ordinaris 's landts drukker'. De drukkerij was gevestigd aan de zuidzijde van het Binnenhof.

Ordonnantie op de jacht (detail), Den Haag 1720
Vindplaats: KOD 030 A 262
Markiezin van Bergen op Zoom was toentertijd Maria Henriette de La Tour d'Auvergne (1708-1728), die in 1720 twaalf was en dus nog te jong, waardoor de verordening ondertekend is door haar beide voogden Henri-Oswald de La Tour d'Auvergne (1671-1747) en Frederic Constantin de La Tour d'Auvergne-Bouillon (1682-1732). De ordonnantie werd gepubliceerd met toestemming van de Raad van Brabant, in de periode van 1591 tot 1795 het hoogste rechtscollege voor Noord-Brabant, zetelend in Den Haag.
In de Short-title Catalogue of the Netherlands (STCN) komen deze ordonnantiën slechts één keer voor, namelijk de onderhavige exemplaren uit de Brabant-Collectie. Dat beide edities van deze plano's bewaard zijn gebleven, is al tamelijk bijzonder. Maar dat van beide ordonnantiën ook de drukproeven bewaard zijn gebleven én ook nog in de Brabant-Collectie, mag wel heel uitzonderlijk genoemd worden. Drukproeven zijn immers materiaal dat na de correcties sowieso weggegooid wordt. Dat ze gelukkig bewaard zijn gebleven en in zeer goede staat verkeren, is uiterst belangrijk voor de geschiedenis van de boekdrukkunst. Hoe zagen drukproeven er uit, vóór 1800? Welke correctietekens gebruikte men? Komen de aangeven correcties overeen met het gecorrigeerde drukwerk? Maar het roept ook de vraag op, bijvoorbeeld, waarom deze drukproeven niet zijn weggegooid - na de correctie hadden ze immers geen nut meer - en waarom ze bij de gecorrigeerde versie bewaard zijn gebleven en hoe ze in Brabant terecht zijn gekomen? De drukproeven zouden toch, logischerwijs, in de drukkerij in Den Haag moeten zijn gebleven. Of werd de drukproef naar Bergen op Zoom gebracht om ter plekke door de autoriteiten zelf gecorrigeerd te worden? Maar de drukproeven zouden ook in dat geval weer naar Den Haag zijn teruggebracht, anders kon de drukker de correcties immers niet doorvoeren. Overigens zou correctie in Bergen op Zoom wel kunnen verklaren waarom de fout in de achternaam Schelus (in plaats van Scheltus) niet is gecorrigeerd in de drukproef maar wel in de gecorrigeerde versie. Voor Bergen op Zoom was het natuurlijk belangrijker dat de artikelen juridisch gezien foutloos waren, de naam van de drukker was in dat opzicht van weinig of geen belang. Behalve de fout in de achternaam, was op de drukproef overigens ook het foutieve jaar van uitgave ongecorrigeerd: 1620 in plaats van 1720. In de uiteindelijke versie is het jaartal wel gecorrigeerd.

Proefdruk van de editie 1620 [= 1720]
Vindplaats: KOD 030 A 262
Gecorrigeerde druk van de editie 1720. Let op de E met dezelfde beschadiging.
Vindplaats: KOD 030 A 259
Interessant is ook de manier waarop de correcties op de drukproeven zijn aangegeven.

Correctie op de drukproef van 1657
Vindplaats: KOD 030 A 272
Correctie op de drukproef van 1720
Vindplaats: KOD 030 A 259
Ook leuk om te vergelijken: de verschillen in de tekst van de artikelen tussen 1657 en 1720.
In 1657 is sprake van 49 artikelen, in 1720 zijn het er 50. In 1720 is namelijk een extra artikel (art. 47) opgenomen over de 'warande' of 'wildbanen' van leenheren en vazallen. Verder is de nummering van de artikelen in 1657 in de moderne romein gezet, terwijl de nummering in 1720 gezet is in de ouderwetse Gotische cijfers. Verder zijn, in enkele voorbeelden, de volgende verschillen te zien:
Spelling: veir (1657) / veer (1720), art. 3, Conijnen (1657) / Konynen (1720), art. 14, Placcate (1657) / Placate (1720), art. 41, moghen (1657) / mogen (1720), art. 12.
Hoofdlettergebruik midden in de zin: Jagen (1657) / jagen (1720) art.2, sneeuw (1657) / Sneeuw (1720), art. 11.
Kommagebruik: Eerst, dat een ygelick (1657) / Eerst dat een yegelijck (1720), art. 1, Geauthoriseerde, ende Pachters (1657) / Geauthoriseerde en Pachters (1720), art. 41.
Formuleringen: vanden eersten Maert tot den eersten of twintigsten der Oogstmaent (1657) / van den 15. Januarii tot den eersten September (1720), art. 24.
Tenslotte: de vier ordonnantiën meten ca. 95 x 53 cm. Dat is veel te groot voor één plano vel, en dat komt omdat de drukker de tekst op twee plano's van elk 53 x 43 cm (zogeheten ‘medium’ formaat) heeft gedrukt, waarna hij ze aan elkaar heeft geplakt. We weten daardoor dat de firma Scheltus beschikte over vellen papier van ca. 53 x ca. 43 cm. Een niet afgesneden foliant (1x gevouwen, in-2), bijvoorbeeld een forse Bijbel, zou dan bladzijden hebben van 43 x 26 cm.

Al met al, in vele facetten, een buitengewoon belangrijk stukje uitzonderlijk en zeldzaam drukwerk in de Brabant-Collectie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten