Neem bijvoorbeeld onderstaande foto van Jan van Giersbergen. Deze afbeelding spreekt misschien niet meteen tot de verbeelding: een woonhuis, gelegen op een hoge oever, wat kale bomen en rechts twee boten in het water.
Het is hier niet zo zeer het beeld dat intrigeert, maar het opschrift van deze foto: Hoeve ‘De Dood’- Biesbosch. Voor een ieder met een gezonde dosis nieuwsgierigheid borrelt de vraag al snel op waar die naam vandaan komt. De foto zelf geeft, afgezien van genoemde tekst op de achterzijde, geen extra aanknopingspunten. Een snelle zoekactie op internet levert als resultaat dat het hier moet gaan om polder De Dood in de Brabantse Biesbosch. Blijft natuurlijk de prangende vraag waar die naam vandaan komt.
Kijkend naar de naamgeving van polders, dan is daar soms een zekere structuur in te vinden. Zo zijn er polders die eindigen op ‘waard’, ‘hoek’, ‘zand’ of ‘plaat’. Denk in het geval van de Biesbosch bijvoorbeeld aan Noordwaard, Jannezand en Toontjesplaat. Ook plant- en diernamen worden gebruikt: Palingsloot, Steurgat. Er zijn polders die herinneren aan de voormalige eigenaren, bijvoorbeeld Corneliapolder. En sommige namen (bijvoorbeeld Moordplaat) hinten op een meer duistere periode. Zou dat gelden voor ‘onze’ polder De Dood?
Online zijn enkele naamsverklaringen te vinden. Zo is er een anekdote die vertelt over een verdrietige boer met twee rivaliserende zoons in polder Boerenverdriet. Een ruzie tussen die twee liep uit de hand; de een stak de ander in polder Moordplaat met een hooivork in zijn rug. De gewonde man kon vluchten, maar stierf in de nabijgelegen polder De Dood. Een andere verklaring is dat de naam verwijst naar een koe die in de polder dodelijk werd getroffen door de bliksem. Verder schijnt in dit gebied ooit een familie gewoond te hebben met de naam 'Dood', 'Dodde' of 'Doede'. En dan is er nog de mogelijke correlatie met een eendenkooi. Het einde van de pijp van een eendenkooi wordt namelijk ‘de dood’ genoemd (denk aan de zegswijze ‘De pijp uit gaan’). Juist in deze polder bevond zich een van de grootste eendenkooien van de Brabantse Biesbosch. Ook Thomas Westerhout ziet hier de herkomst van de benaming van griendcomplex De Dood: “Een vreemd aandoende topografische naam, waarvan vrijwel zeker is dat die is ontleend aan het kooibedrijf en wel aan de benaming van het vang- of sterfhok.” (In: De tijd kent geen genade, 2020, pag. 19).
De polder heette overigens eerst Bloemplaat, maar dat leverde soms misverstanden op, omdat er zowel onder Drimmelen als onder Dussen een polder met die naam lag. Ten tijde van de kooiers begon de naam Bloemplaat te verwateren en kwam zowel in de volksmond als op papier de naam De Dood in zwang (Westerhout, 2020, pag. 19). Frank Saris stelt dat deze naam vanaf 1806 bekend is (F. Saris e.a.: De Biesbosch etc., 2021, pag. 83).
Naast kooikers waren vanaf de 15e eeuw tot in de jaren 1950 griendwerkers actief in de Biesbosch. De wilgentenen die ze kapten, hadden diverse toepassingen: vlechtwerk, oeverbeschoeiing, bezemstelen, meubels etc. Van Giersbergen legde het zware werk aldus vast.
![]() |
Biesbos. Foto, ontwikkelgelatinezilverdruk. Maker: Jan van Giersbergen. Datering: 1950-1970. Formaat: 13,2 x 17,9 cm. Vindplaats: Giersb_NB_15. © Brabant-Collectie, Tilburg University |
Een mooi aanknopingspunt om in onze kaartencollectie op zoek te gaan naar de polder met deze intrigerende naam.
Onze oudste kaart met vermelding polder De Dood is onderstaande uit 1842. Afgebeeld zijn de Biesbosch en Het Bergse Veld, een ondiepe binnenzee met droogvallende platen, ontstaan na de Sint-Elisabethsvloed van november 1421. Vóór die tijd lag hier de Grote of Zuid-Hollandse Waard: een uitgestrekt landbouwgebied tussen Geertruidenberg en Dordrecht, omgeven door een ringdijk en aangelegd in de 13e eeuw. Door een stormvloed bezweken diverse verwaarloosde dijken en stroomde het land vol water. Dorpjes werden verzwolgen, zo’n 3.000 mensen verdronken.
Op onderstaande uitsnede van deze kaart is te zien dat er in 1842 drie polders waren met het woord dood erin: de Beneden-dood of Bloemplaat, de Boven-dood of Moordplaat en de Nieuwe dood. In de tabel rechts staat dat bekading van de eerste twee polders plaats vond in 1813, en die van de Nieuwe dood in 1830. Op de Beneden-dood zijn een huis en een eendenkooi ingetekend. En op die plek staat nog steeds een huis, in de jaren 1950-1970 gefotografeerd door Van Giersbergen.
![]() |
Uitsnede van: Nieuwe Kaart van het gedeelte der in 1421 verdronken Zuid Hollandschen Waard bekend onder den naam Van Biesbosch en Bergsche Veld |
![]() |
Uitsnede van een kaart van de Biesbosch. Lithografie. Maker onbekend. Datering: 1916. Formaat gehele kaart: 25 x 41,5 cm. Vindplaats: Provincie Noord-Brabant / West / Biesbosch / 1916 (1) |
Dankzij een eigenzinnige medewerker van Staatsbosbeheer werd de polder een natuurontwikkelingsgebied avant-la-lettre. Consulent Wil Thijsen ging na een storm in 1962 namelijk tegen de gevestigde mores in. Een groot gat was in de dijk van De Dood geslagen. Thijsen stond voor de keuze: dure herstelwerkzaamheden laten verrichten of niks doen. Hij koos expliciet voor het laatste en daarmee werd de eerste ontpoldering in Nederland een feit. Het getij kreeg vrij spel en het water kon vrij in en uit de polder stromen: De Dood was een zogenaamde rijdende polder geworden. Dit bleek een gouden zet voor de natuur, want de vogelstand kende een explosieve toename. Maar Thijsen kreeg voor zijn ‘nalatigheid’ een officiële berisping. Later kwam men tot het inzicht dat ruimte geven aan de natuur juist kan leiden tot waardevolle ontwikkelingen. Polder De Dood is mede dankzij Wil Thijsen een belangrijk natuur- c.q. vogelreservaat geworden.
![]() |
Uitsnede van: Biesbosch ANWB Waterkaart. Kleurenoffset. Uitgever: ANWB. Datering: 1977. Formaat: 60,5 x 76 cm. Vindplaats: Provincie Noord-Brabant / West / Biesbosch / 1977 (1) |
Hier en daar staan korte toelichtende tekstjes op de kaart. Zo ook bij ‘onze’ polder: De Dood Ao. 1813. Dijkbreuken dec. 1962. Sindsdien “rijdende polder”, en staatsnatuurreservaat, tezamen met de Vloedbossen, omsloten door Binnen- en Buitenkooigat, Gat v.d. Slek, en Gat v.d. Turfzak.
![]() |
Uitsnede van: De Biesbosch tussen Nieuwe Merwede, Amer en Land van Heusden en Altena |
Bronnen en verder lezen:
- K. Mennen: Natuurbeschermers: een politieke gescheidenis van de natuurbeschermingsbeweging (1930-1960). Hilversum: Verloren, 2025. Vindplaats: NGE W3 MENN 2025
- F.W. Michels e.a.: De Biesbosch. 's-Gravenhage: Mouton; Rotterdam: Waterwinningbedrijf Brabantse Biesbosch, 1974. Vindplaats: CBM B 02027
- F. Saris e.a.: De Biesbosch: na zes eeuwen, land van het (weer) levende water. Woudrichem: Pictures Publishers 2021. Vindplaats: BRA W SARI 2021
- F. Saris: Rentmeester van nature: Pieter G. van Tienhoven 1875-1953. Gorredijk: Noordboek, 2024. Vindplaats: NGE A7 SARI 2024
- T. Westerhout: De tijd kent geen genade: zes eeuwen werken en wonen in en rond de Biesbosch: bevochten water, herwonnen land en de verdwenen polders in de Zuidwaard. Werkendam: De Angelot, 2020. Vindplaats: BRA Y WEST 2020
- Online resource: West-Vlaamse Intercommunale Dienstverlenende Vereniging: Wilgenkartering in de Brabantse, Sliedrechtse en Dordtse Biesbosch 2012-2013. Uitgave april 2014. Klik hier.
- W. van Wijk: Het Biesbosch boek. Zwolle: Waanders, 2009. Vindplaats: BRA W4 WIJK 2009
- W. van Wijk: Historische atlas van de Biesbosch: zes eeuwen Biesbosch in 79 kaarten. Zwolle: WBOOKS, 2021. Vindplaats: BRA Z4 WIJK 2021
Geen opmerkingen:
Een reactie posten