Over mij

Mijn foto
De Brabant-Collectie is in 1837 in 's-Hertogenbosch opgericht door het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en wordt sinds 1986 beheerd door de bibliotheek van de Universiteit van Tilburg

dinsdag 17 juni 2025

Een onbekend architect, maar een aanzienlijk oeuvre

Omdat aan beroemde architecten vaak al één of meer monografieën zijn gewijd, is het interessanter om ook onbekendere bouwmeesters eens onder de loep te nemen. Want in iedere gemeente, groot of klein, staan opvallende gebouwen (woningen, maar net zo vaak kerken en gebouwen van instellingen), waarbij je je soms afvraagt wie er voor het ontwerp heeft getekend. Als je al hun namen op een rij zet, kom je tot een keur aan onbekende architecten. Het is daarom dat hier aandacht wordt besteed aan de monografie uit 2024 over architect en aannemer Jacques van Groenendael (1864-1932), van de hand van Mart J.M. Franken.


In het voorwoord verklaart Franken hoe hij tot dit onderwerp is gekomen. Veel van de informatie die in het boek is verwerkt, is bijeengebracht door Gerrit Louwe, die er vanwege een hersenbloeding zelf geen publicatie van kan maken. Wanneer je het leven van Jacques van Groenendael bestudeert, ontkom je er niet aan om de hele familie aan een nadere inspectie te onderwerpen. In het hoofdstuk waarin de levensloop wordt geschetst, worden de verschillende generaties over het voetlicht gebracht. Ook wordt hier duidelijk gemaakt dat toeschrijvingen van bepaalde bouwwerken aan ‘Van Groenendael’ soms (deels) onjuist zijn, wat mede wordt veroorzaakt door de overeenkomst van de voorletter J. (Jan, Jacques, Jean junior én Jean senior).

Jacques van Groenendael is geboren in het Limburgse Nunhem. De resultaten van zijn bouwwerkzaamheden staan verspreid over het hele land. Een groot deel van zijn carrière was hij ook actief als aannemer, onder andere bij religieuze bouwwerken van bekende architecten als Jan Stuyt, Joseph en ook Pierre Cuypers. Het kolossale grootseminarie Bovendonk in Hoeven (1903-1905, kerk 1922), een ontwerp van laatstgenoemde, is hiervan waarschijnlijk het meest in het oog springende voorbeeld. In het Bisdom Breda werd hiermee zijn naam gevestigd en dit deed hem waarschijnlijk besluiten zich in Breda te vestigen. Hier kreeg hij het grootste deel van zijn opdrachten.


Om zijn plaats binnen de Nederlandse architectuur te kunnen bepalen, is een hoofdstuk over de architectuurhistorische context aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw van belang. De neogotiek, zoals die met name tot uiting komt in de kerkenbouw, is voor Van Groenendael een belangrijk aanknopingspunt. Maar hij past ook andere stijlvormen toe, zo bewijzen een flink aantal voorbeelden die in de publicatie de revue passeren. Naast kerken komen ook ‘chalet’-villa’s, pastorieën, onderwijzerswoningen, scholen en kloosters - vooral in het bisdom Breda - aan bod. Boeiend is de uitstap naar zijn sociale woningbouwproject in de wijk Sint Anneke in Breda uit 1919. Het laatste hoofdstuk biedt een oeuvre-overzicht van 107 projecten waarbij Van Groenendael als architect betrokken was (of zijn naam genoemd is). Het boek wordt afgesloten met een degelijk personen- en plaatsnamenregister. 

Mede door het vele beeldmateriaal (bouwtekeningen, oude en nieuwe foto’s) is een heel levendig boek tot stand gekomen, waarin we een goed beeld krijgen van een architect die misschien met naam niet zo bekend is, maar wiens (ook vele Brabantse) bouwwerken tot op de dag van vandaag aansprekend en beeldbepalend zijn.

Het boek bevindt zich in de open opstelling van de Brabant-Collectie (nivo 0) en heeft de signatuur BRA J3 FRAN 2024

dinsdag 3 juni 2025

Deelname Night University 2025 ‘Het bovennatuurlijke en andere curiosa’

Donderdagavond 15 mei jl. vond Night University, het jaarlijkse campus- en wetenschapsfestival, plaats. Als thema voor de rondleiding in de Library was gekozen voor het bovennatuurlijke. De universiteitsbibliotheek en Brabant-Collectie stonden geheel in dit teken.

Night University 2025 met het Library gebouw (uiterst rechts).
(Foto: Night University, Tilburg University)

Buiten de Library, aan de voet van trap, nodigden medewerkers van Library Support in speciale outfits passanten uit deel te nemen aan een tour door het gebouw. Bezoekers werden vervolgens meegenomen door het depot van de universiteitsbibliotheek. Daar gaf Andrew Cartwright een voordracht met muziek.

Andrew Cartwright in het depot.
(Foto: Frank van Oirschot, Tilburg University)

Na deze performance kon iedereen bij de Brabant-Collectie een blik werpen op de mini-expositie Kinderboeken ‘between the Exceptional and the Everyday’. In de raadpleegruimte verwelkomde bibliothecaris Pia van Kroonenburgh de verschillende groepen met een keur aan bijzondere materialen passend bij het bovennatuurlijke.

Pia van Kroonenburgh met een groep in de raadpleegruimte,
op de voorgrond de mini-expositie met kinderboeken.
(Foto: Frank van Oirschot, Tilburg University)
Daarbij sprak het uit het Latijn vertaalde werk van de Zwitserse theoloog Ludwig Lavater (1527-1586) het publiek bijzonder aan. Hierin wordt een nuchtere analyse gegeven van het verschijnsel van spokerij en spoken. Op grond van de bijbel, kerkvaders, historieschrijvers en gegevens van tijdgenoten werd aangetoond dat ook spoken en geesten het werk van God zijn. 
Frontispiece en titelpagina.
Lavater, Ludwig, Ludovicus Lavaterus van de spooken, nagt-geesten, en andere diergelijke verschijningen : verdeelt in drie deelen, met bewijs, I. Dat ’er spooken zijn. II. Wat de spooken zijn. III. Waerom God toelaet dat sy verschijnen ,Tot Gorinchem : By Paulus Vink, 1681

Deze eigentijdse publicaties over spokerijen in Brabant gaven hierop een visuele aanvulling.

Voorbeelden van bloedwonderen en mirakelen van allerlei aard illustreerden het geheel. Zo waren er bijvoorbeeld prentjes ter herinnering aan de Bloedmirakelen van Boxtel en Boxmeer te zien. Ook prentbriefkaarten van wonderbomen in Handel en Heeze en wonderdokter Colson uit Ginneken werden getoond. De kruisboom uit Heeze zou naar verluidt verlichting kunnen bieden bij kiespijn. Heilige bomen op bedevaartvaantjes met de kapellen van O.L. Vrouw van de Heilige Eik te Oirschot en O.L. Vrouw ter Linde in Uden vulden dit aan. Ook werd er curiosa getoond aan de hand van talrijke objecten te kust en te keur qua materialiteit, een bijzonder rozenportret en de oudste Brabantse kaart.

Door de pro-Palestina demonstratie en bezetting van Dante Building eindigde het programma eerder dan verwacht. Het was een zeer geslaagde avond, waarop tien groepen met in totaal circa 100 bezoekers van 8 tot 80 jaar oud zijn rondgeleid. De reacties waren zonder uitzondering positief en enthousiast. Een initiatief dat in de toekomst zeker voor herhaling vatbaar is.

maandag 26 mei 2025

Wandelen door de Brabant-Collectie: Van Reek naar Grave

Etappe 13 Zuiderwaterlinie Wandelpad (17 km)

We starten de laatste etappe van het wandelpad bij knooppunt 45 en lopen door het buitengebied richting Escharen.
Het buitengebied tussen Reek en Escharen (augustus 2024).
© Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University
Wij blijven aan de zuidkant van dit dorp en lopen een stukje door het stroomgebied van de Graafsche Raam, een beek die het water van de Peelhorst afvoert. Een project van Waterschap Aa en Maas, afgerond begin 2024, heeft hier gezorgd voor meer ruimte voor natuur en cultuurhistorie.

De dorpen Escharen en Langenboom en de gehuchten Hooghal, Lagepoel en Hal vormden tot 1942 samen een zelfstandige gemeente. Daarna werden Escharen en Velp bij Grave gevoegd. In 2022 ging Grave op in de gemeente Land van Cuijk. Onderstaande plattegrond uit de Brabant-Collectie toont de omvang (2014 bunders) van die voormalige gemeente in het jaar 1865 en noemt het aantal inwoners, zijnde: 800.
Provincie Noordbrabant. Gemeente Escharen. Lithografie. Maker: J. Kuijper.
Datering: 1865. Formaat: 25,5 x 20,1 cm. Vindplaats: E 38.2 / 020 (1)
Nog een tip: wil je er helemaal bij horen, spreek de naam van het dorp dan uit als Esteren en nooit als Es-haren of Es-garen.

We vervolgen ons pad en maken een flinke slinger naar het westen alvorens we naar Grave gaan. In Nieuw-Velp lopen we langs Residentie Mariëndaal, een hersteloord gevestigd in een voormalig klooster. Na dit lommerrijke gedeelte begeven we ons weer door het polderlandschap, lopen noordwaarts en bereiken Oud-Velp. Bij knooppunt 72 passeren we de zogenaamde drie-eenheid: drie bouwwerken, samen goed voor 1.000 jaar aan religieuze geschiedenis. 
Beginnend met het oudste gebouw zien we de Sint-Vincentiuskerk, waarvan de historie teruggaat tot de 12e eeuw. Onderstaande prentbriefkaart van Martien Coppens dateert van vóór 1952.
Velp. Kerk met toren gedeeltelijk uit de XIIIe en XVIIe eeuw. Prentbriefkaart. Maker:
Martien F.J. Coppens. Datering: vóór 1952. Formaat: 15 x 10,5 cm. Vindplaats: pbk-V 28 / 411.11 Vinc (1)
Ga je hier op de kruising rechtsaf, en verlaat je dus even de route, dan kom je bij het refugieklooster Emmaus, daterend uit de 17e en 18e eeuw. Onderstaande prentbriefkaart is eveneens van Coppens.
Velp. Pandgang uit het Capucijnenklooster "Emmaus" XVIIe eeuw. Prentbriefkaart. Maker:
Martien F.J. Coppens. Datering: vóór 1952. Formaat: 15 x 10,5 cm. Vindplaats: pbk-V 28 / 441.21 Capu (1)
Weer terug op de route lopen we langs kasteelklooster Bronckhorst , een voormalig redemptoristinnenklooster uit de 19e en 20e eeuw.
Kasteelklooster Bronckhorst gezien vanaf het wandelpad (augustus 2024).
© Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University
Via een mooi pad langs de Hertogswetering lopen we Grave binnen, het eindpunt van onze lange wandeltocht. Omstreeks 1140 bouwde Herman II van Cuijk op een strategische plek aan de Maas een kasteel. Rondom deze burcht ontstond een nederzetting die Grave ging heten en die later uitgroeide tot een belangrijke vestingstad.
Grondtekening der Stad Graave. Ets. Maker: J. Wagenaar.
Datering: vóór 1751. Formaat: 24,7 x 27,6 cm. Vindplaats: G 67 / 020 (5)
Die strategische ligging had zeker voor de inwoners van de stad ook zijn keerzijde; geen enkele vestingstad is zo vaak veroverd en bestookt als Grave. De Brabant-Collectie heeft over dit onderwerp een aanzienlijk aantal boeken, prenten en kaarten in huis; voor een overzicht klik hier. Een voorbeeld uit onze collectie is onderstaande kaart die het beleg van de stad door de troepen van prins Maurits van Oranje in het jaar 1602 toont.
Hic est situs Oppidi Grauiae cum á Excellentia de Nassou occuparetur Anno 1602
Septembris 2.
 Gekleurde kopergravure. Maker: L. Guicciardini. Datering: 1612-1648.
Formaat: 27 x 36,4 cm. Vindplaats: G 67 / 1602 (3) (bis)
Het kasteel raakte tijdens het Beleg van 1674 door Willem III zwaar beschadigd, werd onbewoonbaar en in de daaropvolgende jaren gesloopt. Onze wandelroute gaat verder over De Kat, een historische verdedigingsheuvel en het enige zichtbare overblijfsel van het kasteel. Op de heuvel hebben we zicht op een lang L-vormig gebouw, het voormalige arsenaal.
Vestingpark De Kat in Grave (augustus 2024).
© Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University
We lopen verder en passeren de Hampoort waar momenteel het Stadsmuseum Grave is gevestigd. Het bouwwerk uit 1688 verving eerdere stadspoorten en is nu het enige overgebleven poortgebouw van Grave.
Grave Hampoort. Prentbriefkaart. Maker en datering onbekend. Uitgever: "De Bazar"
A.M. Kuerten, Grave. Formaat: 9 x 14 cm. Vindplaats: pbk-G 67 / 111 Hamp (6) 
De Hampoort in Grave (augustus 2024).
© Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University
Al snel bereiken we knooppunt 22, het officiële eindpunt van het Zuiderwaterlinie Wandelpad. Maar het loont zeker om nog enkele honderden meters aan het pad toe te voegen en door te lopen naar de Hoofdwagt. Onderstaande prent geeft een impressie van het straatbeeld rond 1730.
Markt en Hoofdwagt te Graave 1732. Stadhuis en Hoofdwagt te Graave. 1732. Gekleurde ets.
Tekenaars: C. Pronk resp. A. de Haen. Graveur: H. Spilman. Datering: omstreeks 1750.
Formaat: 28 x 20,8 cm. Vindplaats: G 67 / 121 Mark (1)  
Op nummer 2 is het Zuiderwaterlinie Bezoekerscentrum gevestigd, waar op interactieve wijze de linie wordt belicht. Tevens kun je hier een speldje ophalen als herinnering aan deze mooie wandeltocht van 290 kilometer dwars door de provincie Noord-Brabant.
Aandenken aan Zuiderwaterlinie Wandelpad (augustus 2024).
© Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University
En zo komt het tweede wandelpad uit de blogreeks Wandelen door de Brabant-Collectie ten einde. Met de zomer in aantocht is het nu tijd om zelf de wandelschoenen aan te trekken en er op uit te gaan.

Verder lezen:
  • H. Alkemade e.a.: De canon van Grave. Grave: Stichting Graeft Voort, 2012. Vindplaats: BRA Y ALKE 2012
  • J. Cuijpers en J. Knegtel: Het Rampjaar van Grave. In: Rampjaar of jubeljaar? Brabant in 1672-74. Tilburg: Zuidelijk Historisch Contact; Woudrichem: Pictures Publishers, 2022. Vindplaats: BRA T2 KNEG 2022
  • Pater Gerlach: KapucijnenKlooster Emmaus te Grave-Velp: derde eeuwfeest, 1662-1962. S.l.: s.n., 1962. Vindplaats: CBM C 03613
  • J. van Lennep en W.J. Hofdijk: Het kasteel te Grave. Leiden: Brill, ca. 1870. Vindplaats: TRE C 0250
  • C.R. Patist: Het beleg van de stad Grave in 1674. Nijmegen: U.H.N., 1977. Vindplaats: BRA N2 PATI 1977
  • M. Roel: Velp van eeuwen geleden... tot heden. S.l.: s.n., 2008. Vindplaats: BRA Y ROEL 2008
  • A. Vernooij: Verwoest kasteel van Velp werd landhuis en klooster. In: Tussen Maas & Erfdijk: periodiek Heemkundekring Land van Ravenstein, 2022, nr. 27, pag. 5. Vindplaats: T 10996.
  • J. Wijnen: Emmaus-Velp: waar kapucijnen de eeuwen overleven. ‘s-Hertogenbosch: Minderbroeders Kapucijnen, 1994. Vindplaats: CBM B 44787
  • J. Willemsen e.a.: Kroonwerk Coehoorn: een verdedigingswerk van de Brabantse vestingstad Grave in het Gelderse Nederasselt. Heumen: Erfgoedplatform Gemeente Heumen, 2020. Vindplaats: BRA N2 WILL 2020

maandag 5 mei 2025

Kinderboeken ‘between the Exceptional and the Everyday’

Van 23-25 april 2025 organiseerde Tilburg University The Child and the Book Conference, een internationale conferentie voor studenten en onderzoekers van kinder- en jeugdliteratuur. De titel van het meerdaagse congres luidde: Children Shaping The(ir) World: Between the Exceptional and the Everyday. Een keur aan sprekers uit binnen- en buitenland kwam in een groot aantal sessies bijeen om te horen van elkaars onderzoek en met elkaar van gedachte te wisselen over het bijzondere én het alledaagse in de wereld van de jeugd(boeken). Vooral uitzonderlijke kinderen halen de nieuwsmedia, is te lezen in het programma, maar we moeten niet het alledaagse uit de kindertijd vergeten. “Verder onderzoek kan zich richten op de aard van de kracht van kinderen die niet noodzakelijkerwijs de samenleving als geheel veranderen, maar wel de wereld direct om hen heen vormgeven en niet alleen hun eigen leven beïnvloeden, maar ook het leven van familieleden of vrienden op een intiemere schaal”.

Uit: A.B. van Meerten, Lees- en prenteboekje, voor kinderen van 6 tot 8 jaren 
(Amsterdam, 1834), vindplaats: KBSK 002 A 012

In 2014 verwierf Tilburg University een fraaie collectie kinderboeken uit de 18e, 19e en vroeg 20e eeuw. Deze collectie werd bijeengebracht door het echtpaar Buijnsters-Smets. Er is door hen uitvoerig over geschreven, onder andere in: Bibliografie van Nederlandse school- en kinderboeken 1700-1800 (Zwolle 1997; vindplaats: LET BO9 BUIJ 1997) en Lust en Leering, 

geschiedenis van het Nederlandse kinderboek in de negentiende eeuw

 (Zwolle 2001; vindplaats: LET O9 BUIJ 2001).


Cover van: Kinderspelen (Amsterdam, circa 1880), vindplaats: KBSK 003 B 041

Naar aanleiding van het congres wordt bij de Brabant-Collectie een kleine selectie uit de Buijnsters-Smets-collectie gepresenteerd. Het zijn voorbeelden van kinderboeken waarin hoofdpersoon én verhaal bijzonder of alledaags zijn. In het ene boek staan helden, sprookjesfiguren of historische personages centraal die de meest wonderlijke en bijzondere dingen meemaken. In andere boeken is het spelende, schoolgaande kind de hoofdfiguur. In de meer moralistische boekjes wordt de lezer geconfronteerd met voorbeelden van alledaagsheid – en dan vooral het goede daarin – die tot iets bijzonders leiden.

Uit: Kinderspelen (Amsterdam, circa 1880), vindplaats: KBSK 003 B 041

De Brabant-Collectie toont op niveau 0 van de Universiteitsbibliotheek met enige regelmaat fraaie en interessante stukken uit haar rijke verzameling. Ook verzorgen we rondleidingen voor groepen belangstellenden.

maandag 14 april 2025

Kruiswegstaties van Charles Eyck, gefotografeerd door Martien Coppens

In de Goede Week, aan de vooravond van Pasen, staat de rooms-katholieke kerk stil bij het lijden van Jezus Christus. In of buiten menig kerkgebouw zien we dit Bijbelverhaal terug in een serie van veertien kruiswegstaties. De Limburgse kunstenaar Charles Eyck (1897-1983) ontwierp in 1939-1940 staties voor de Sint-Jan de Doperkerk in Waalwijk. Eyck was een bekend kunstenaar en een van de voortrekkers van de zogenaamde Limburgse School. Hij was in vele kunstvormen actief: glas-in-loodramen, schilderijen, wandschilderingen en tegeltableaus. De staties in Waalwijk zijn uitgevoerd in hoog- en laagreliëf van gebakken chamotteklei. Vanwege verordeningen van de Duitse bezetter is het polychromeren bij drie van de veertien staties achterwege gebleven.
Statie 1, detail, Waalwijk, 1941-1943. Martien Coppens. Vindplaats: Cop / E 2
© Nederlands Fotomuseum, Rotterdam / Brabant-Collectie, Tilburg University
Op verzoek van de kunstenaar heeft fotograaf Martien Coppens (1908-1986) in 1941-1943 de staties gedetailleerd vastgelegd. Hij reisde hiervoor menigmaal naar Waalwijk. Omdat Coppens enkel gebruik wenste te maken van daglicht werd de (vanwege de oorlog) aanwezige verduistering voor de ramen op Coppens’ verzoek tijdelijk verwijderd. De waardering van Eyck voor de foto’s van Coppens komt tot uitdrukking in Eyck’s reactie, na het zien van de foto’s: “’t Is nieuw voor mij”.

Statie 5, detail, Waalwijk, 1941-1943. Martien Coppens. Vindplaats: Cop / E 16
© Nederlands Fotomuseum, Rotterdam / Brabant-Collectie, Tilburg University
Coppens had in de beginjaren van de oorlog al een aantal fotoboeken met religieuze bouw- en beeldhouwkunst uitgebracht. Het lukte hem dit keer niet om deze foto’s in boekvorm uit te geven. In zijn archief, dat aanwezig is bij de Brabant-Collectie, is echter wel een conceptversie aanwezig, getiteld De weg naar Golgotha. Coppens had het fotoboek tot in detail uitgewerkt. De uitgave is er nu toch gekomen, nagenoeg in de lay-out die Coppens voor ogen stond. Met medewerking van de erven Coppens is dit fotoboek tot stand gekomen en een selectie van de foto’s is opgenomen in een tentoonstelling.

Cover van het fotoboek bij de expositie in Waalwijk
Momenteel zijn 35 van de kruiswegfoto’s van Martien Coppens uit de Brabant-Collectie te zien in de Sint-Jan de Doperkerk in Waalwijk, in de nabijheid van de reliëfs van Charles Eyck. Hier is sprake van een bezielde ontmoeting van twee kunstenaars en twee kunstvormen.

maandag 24 maart 2025

Wandelen door de Brabant-Collectie: Van Megen naar Reek

Etappe 12 Zuiderwaterlinie Wandelpad (25 km)

We gaan verder waar we de vorige keer gestopt zijn: knooppunt 53 op de Maasdijk in Megen. Vrijwel meteen lopen we het poldergebied in. Omkijkend kunnen we nog een laatste blik werpen op de fraaie vestingstad.
Zicht op Megen vanaf de Rulstraat (juni 2024). © Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University
Bij Maasdijk nr. 81 zijn de restanten aanwezig van de slotgracht van het voormalige kasteel van Dieden, gebouwd 1369 en dertig jaar later veroverd door de hertog van Gelre. Vanaf deze strategische plek kon de doorwaadbare plaats in de Maas goed in het oog worden gehouden. Vanaf 1724 was de vooraanstaande familie Singendonck uit Nijmegen de eigenaar; zij gebruikten het kasteel als buitenhuis. In 1875 verkochten ze het aan margarinefabrikant Jurgens, maar niet veel later werd het bouwwerk gesloopt.
Iets verderop staat op een zandrug van de Maas de Sint-Laurentiuskerk, waarvan de oudste delen stammen uit de 13e eeuw.
Kerk te Dieden. Foto. Maker onbekend. Datering: 1925-1940.
Formaat: 17 x 12 cm. Vindplaats: D 41 / 411.11 Nede (1)
Sint-Laurentiuskerk in Dieden (juni 2024). © Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University 
Dieden was lang een zelfstandige heerlijkheid die deel uitmaakte van het Land van Maas en Waal, behorend bij het hertogdom Gelre. Tot 1810 was het een zelfstandige gemeente, sinds januari 2003 valt het onder Oss.

Na Dieden gaat de route door de uiterwaarden van de Maas. Hier wordt in het kader van het project Meanderende Maas gewerkt aan het versterken van de dijk van Ravenstein tot de sluis bij Lith. De Maas wordt aan Gelderse en Brabantse zijde meer ruimte gegeven en het gebied wordt mooier en economisch sterker gemaakt, aldus het projectplan. Soms is de wandelroute hier afgesloten (bijvoorbeeld vanwege stieren in de wei) en bij hoge waterstanden kan het pad niet of moeilijk begaanbaar zijn. Is dat het geval, blijf dan doorlopen op de Maasdijk tot Ravenstein. Je passeert dan de dorpjes Demen en Neerlangel. In laatstgenoemde plaats staat de Sint-Jan de Doperkerk.
Sint-Jan de Doperkerk, Neerlangel. Aquarel. Maker: R.A.A. van Claarenbeek.
Datering: 1869. Formaat: 32,8 x 19,6 cm. Vindplaats: N 18 / 411.11 Joha (1)
Reinerius Aloysius Arnoldus van Claarenbeek (1813-1896), maker van bovenstaande aquarel, was naast burgemeester van Ravenstein (1851-1896) een verdienstelijk tekenaar. Zo maakte hij een handgeschreven boek, het zogenaamde Burgemeestersboek, vol tekeningen en kaarten van stad en Land van Ravenstein. Dit boek bevindt zich in het Stadsarchief Oss. Van Claarenbeek legde de Sint-Jan de Doperkerk in 1869 vast, vlak voordat het oorspronkelijke zaalkerkje werd afgebroken. Op de fundamenten verrees de huidige neogotische kerk. De originele tufstenen toren bleef gespaard en is daarmee het oudste romaanse bouwwerk van Noord-Brabant.

We bereiken Ravenstein, in 1360 gesticht door Walraven van Valkenburg, leenman van de hertog van Brabant. Hij liet een kasteel bouwen aan de oever van de Maas om tol te kunnen heffen op langsvarende schepen. In 1818 is het kasteel gesloopt. De oorspronkelijke binnenplaats is nu een klein stadsparkje. De Kasteelse Poort waar we onderdoor lopen, verbond ooit de voorburcht van het kasteel met de stad. Onderstaande prent uit de Brabant-Collectie geeft een impressie van hoe het kasteel eruit heeft gezien.
Prospectus Castelli Ravestyn. Ets van Hendrik Causé naar een tekening van 
Jacques van Croes. Datering: 17e eeuw. Formaat: 16,9 x 28,8 cm. Vindplaats: R 22 / 820.11 (1)
Ravenstein en omgeving vormden lange tijd een zelfstandige heerlijkheid die geen deel uitmaakte van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Begin 16e eeuw werd de stad versterkt met wallen en bastions. Ruim een eeuw later, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, vonden nieuwe versterkingen plaats en kreeg Ravenstein haar grootste omvang als vestingstad. De Franse bezetting in 1794 markeerde het einde van de onafhankelijkheid.
Ravensteyn 1628. Aquarel. Maker onbekend. Datering: 1628.
Formaat: 47,8 x 61,2 cm. Vindplaats: R 22 / 020 (5)
Op het einde van de Sint-Luciastraat komen we bij een pleintje waar het voormalige Raadhuis staat. Hierin zijn nu een restaurant en het Toeristisch Informatiecentrum Ravenstein gevestigd.
Zicht op het oude Raadhuis van Ravenstein (juni 2024)
© Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University
Markt, Ravenstein. Prentbriefkaart. Maker en datering onbekend.
Formaat: 9 x 14 cm. Vindplaats: pbk-R 22 / 121 Mark (1)
Als we ons omdraaien, zien we de Sint-Luciakerk.
De torens van de H. Lucia Kerk te Ravenstein. Maker: Martien F.J. Coppens.
Datering: vóór 1952. Formaat: 10,5 x 15 cm. Vindplaats: pbk-R 22 / 411.11 Luci (1)
We lopen verder, passeren Neerloon en komen in natuurgebied Keent dat onder beheer valt van Brabants Landschap. Bij de ingang van het gebied staat een gedenkteken ter nagedachtenis aan het in 1927 aangelegde vliegveld dat een belangrijke rol speelde bij de bevrijding in 1944.
Gedenkteken vliegveld Keent (juni 2024). © Jolanda van den Akker / Brabant-Collectie, Tilburg University
Het gebied waar we doorheen lopen, is tussen 2010-2014 grootschalig heringericht. Zo is een in 1938 afgesneden en dichtgegroeide Maasarm over een lengte van 4 km uitgegraven en aan één zijde weer aan de rivier getakt. Er zijn natuurlijke oevers aangelegd en agrarische gronden zijn omgevormd naar natuur. Vrij rondlopende kuddes runderen en paarden houden het gebied open. Een heerlijk struingebied voor de natuurliefhebber dus, maar tevens een prima manier om ruimte te geven aan de rivier bij hoogwater.
Overigens had de normalisatie van de Maas voor Keent nogal wat gevolgen. Het dorp maakte eerst deel uit van Balgoij in Gelderland, maar door de bochtafsnijding kwam het in provincie Noord-Brabant te liggen. Onderstaande manuscriptkaart van R.A.A. van Claarenbeek, de tekenende burgemeester die we al eerder tegenkwamen, toont het gebied waar we doorheen wandelen van vóór de afsnijding van de Maasarm.
Kaart van de Gemeenten Dennenburg, Deurzen, Huisseling etc. Gekleurde pentekening.
Maker: R.A.A. van Claarenbeek. Datering: 1862. Formaat: 46,5 x 62 cm.
Vindplaats: Provincie Noord-Brabant / Oost / Ravenstein / 1862 (1) 
Het is nu nog even flink doorstappen op de laatste kilometers van deze lange wandeling. We lopen zuidwaarts en passeren Reek. Tot slot lopen we nog door het verrassend mooie natuurgebiedje de Gaalse Heide. Overblijfselen van een grafheuvel tonen aan dat dit gebied al bewoond was rond 6000 voor Christus. De laatste historische plek van vandaag is de Mineursberg op de Reekse Heide. Hier hadden de mineurs in de tijd van Napoleon (1806-1813) een oefenterrein. Momenteel is er een opleidings- en trainingscentrum voor de Genie gevestigd.
Knooppunt 45 is het eindpunt van vandaag. De volgende keer lopen we de laatste etappe van het Zuiderwaterlinie Wandelpad naar Grave.

Verder lezen:
  • W. Boeijen: "Het vergeten vliegveld Keent/Airstrip B82 Grave". Schaijk: St. Het Boekenfonds van de Heemkundekring Schaijk-Reek, 1994. Vindplaats: BRA N3 BOEI 1994
  • C. Boerboom e.a.: Neerlangel vertelt: van 1900 tot heden. Neerlangel: St. Neerlangel Historie en Toekomst, 2005. Vindplaats: BRA Y3 BOER 2005
  • M. van den Broek: Dieden-Oijen: Gelders of Brabants? In: Tussen Maas & Erfdijk: periodiek Heemkundekring Land van Ravenstein, 2024, nr. 33, pag. 18-19. Vindplaats: T 10996
  • T. Caspers: Buitengewoon: de tauros. In: Brabeau, 2021, nr. 4, pag. 84-89. Vindplaats: T 10855
  • T. van der Loop e.a.: Keent: omarmd door water. Ravenstein: Buurtvereniging Keent, 2015. Vindplaats: BRA Y3 LOOP 2015
  • J. Peters: Sint-Jan de Doper Neerlangel: ervaar de inspirerende eenvoud van "de kleine Sint-Jan". Nijmegen: Thoben Offset, 2008. Vindplaats: BRA J3 PETE 2008
  • J. Verhoeckx: St. Lucia kerk te Ravenstein. S.l.: s.n., ca. 1980. Vindplaats: CBM B 42022
  • J. Vlemmix: De geschiedenis van het Land van Ravenstein. Ravenstein: Rotaryclub Schaijk-Land van Ravenstein, 2011. Vindplaats: BRA Y VLEM 2011
  • W. Wijnakker: Ravenstein, Huisseling, Koolwijk, Herpen, Overlangel, Keent, Neerloon, Deursen, Dennenburg, Dieden, Demen, Neerlangel. Ravenstein: Gemeente Ravenstein, 2002. Vindplaats: BRA Y WIJN 2002

maandag 24 februari 2025

Inkijkje in de Brabant-Collectie

Op dinsdag 11 februari jl. zette de Brabant-Collectie de deuren open voor medewerkers van de divisie Library & IT Services (LIS) van Tilburg University. Op die dag kon kennis worden gemaakt met de Brabant-Collectie, en meer in het bijzonder met een breed scala aan pareltjes uit die collectie. Aan de uitnodiging die naar de LIS-medewerkers was uitgegaan, was door een kleine veertig medewerkers gehoor gegeven. Deze werden verdeeld over zeven groepjes en kregen in drie etappes van elk twintig minuten een inkijkje in de Brabant-Collectie.

Als eerste vertelde afdelingshoofd Pia van Kroonenburgh over de geschiedenis en achtergronden van de Brabant-Collectie en, zoals we vroeger heetten, het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. Behalve over de aantallen handschriften, oude drukken, nieuwe boeken, prenten, tekeningen, tijdschriftabonnementen, foto’s en prentbriefkaarten, werd ook verteld over hoe de collectie wordt ontsloten en zichtbaar gemaakt en hoe iedereen de collectie kan raadplegen. Ook werden drie tentoonstellingen gememoreerd die op korte termijn geopend gaan worden en in nauwe samenwerking met de Brabant-Collectie tot stand zijn gekomen.

Introductie op de Brabant-Collectie door Pia van Kroonenburgh (Foto: Ad van Pinxteren)

Vervolgens kwam elke groep bij informatiespecialist Corine Bon die een staalkaart van handschriften en oude drukken op de tafels had uitgestald en bij elk van deze objecten tekst en uitleg gaf. De belangstellenden kregen zo niet alleen een beeld van het vroegste verzamelbeleid van het Genootschap, maar ook van de collectie Brabantse drukken, met exemplaren uit verschillende eeuwen. Onder andere de Brabantse link met Menno van Coehoorn, kalligrafische werken en boekbandontwerpen van de Bossche kunstenaar Jan Sluijters - als een nieuw speerpunt in het verzamelbeleid - passeerden de revue. Fraaie voorbeelden van sierpapier en materialiteit in de collectie illustreerden het geheel.

Corine Bon geeft uitleg bij de handschriften en oude drukken (Foto: Ad van Pinxteren)

Als derde en afsluitende etappe toonde Ad van Pinxteren, eveneens informatiespecialist, voorbeelden van het ‘platte’ werk: de grafiek, tekeningen, prentbriefkaarten en fotografie. Ook hierbij was de grote diversiteit van de Brabant-Collectie duidelijk zichtbaar. Zo lag het oudste werk van de collectie op tafel: fragmenten uit een 14e-eeuws handschrift van Jacob van Maerlant’s Spieghel Historiael, afkomstig uit een oude boekband. Maar daarnaast ook topografische aquarellen uit Breda en ’s-Hertogenbosch, een prent met rozen waarin de silhouetten van onder anderen (toen nog) prins Willem II zijn verwerkt, en foto’s van Martien Coppens en de Tilburgse fotografe Rees Diepen.

Ad van Pinxteren licht enkele pareltjes uit de prenten- en tekeningencollectie toe (Foto: Pia van Kroonenburgh)

Afgaande op de nieuwsgierige vragen en reacties van de LIS-medewerkers kunnen we spreken van een succesvolle dag. Het inkijkje dat de Brabant-Collectie deze dag bood, was voor hen een verrassende (hernieuwde) kennismaking met die collectie. Na deze dag mochten we een twintigtal nieuwe abonnees op onze nieuwsbrief verwelkomen.